De Revisor. Jaargang 3(1976)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Ad Zuiderent Tocht langs de rivier Wij fietsten langs de Amstel naar het zuiden. Niet lang geleden had ik hier geluk. Wat moest ik doen als ik het weer had? Terugdenken? Maar er was geen muziek, die de herinneringen ordent; dit zuiden was niet warm; geen zware transportfiets meer, ‘De Poëtische Vervoering’ geheten, en ik rechtop daarop de wereld overziend. Gelukkig dacht ik nu, krom boven mijn tien versnellingen, aan mijn gezondheid, aan mijn jongensdroom van een zittend bestaan en alles bezweren, de dikke kerk van Nes, geëmailleerde reclameborden. De banden gleden stil over de weg. Onder de dampen van Uithoorn wist ik dat dit mijn toekomst was, een training voor een langer leven vol geheugen, geen inspiratie meer tot meer. Huis aan de rivier Na regen slaat de lichte wijde lucht de hoge ramen door naar binnen. Weer vlucht je naar het souterrain en zet de deuren open voor de zware lucht van vochtig gras met muren eromheen. Alles wordt anders dan: je komt met een van kou beklemde borst uit zee en staat aan de oever van het land, ziet even geen gevaar meer door de muur van helm op zand waarachter het beweegt. Ook hier blijkt wat je ziet niet waar te zijn: de muur verdwijnt, je bril op het bureau weerspiegelt licht dat uit de tuinen valt. Het sluiten van je ogen lost niets op, omdat het donker licht wordt, het beeld pijn. Vorige Volgende