man, terwijl alle verhalen een ik-perspectief hadden. Maar dat is niet een verschil tussen verhaal en roman an sich.
Hoe voelt dat: een ander perspectief gebruiken?
Dat moet allemaal verworven worden. Het ik-perspectief is de goddelijkste manier van schrijven, dan hoef je nauwelijks trucs uit te halen. Een soort dagboek schrijven. De derde persoon vereist een aandacht die je eigenlijk niet hebt, namelijk de aandacht die de lezer moet voelen voor de hoofdpersoon terwijl je als schrijver al een stapje verder bent. Dat is alweer dat vertragende wat ook in de langere structuur van de roman zit. Het is voortdurend vertragen. Na verhalen schrijven vond ik dat heel moeilijk.
Het is niet toevallig dat je voor de roman het derde-persoon-perspectief hebt gekozen?
Dat hangt meer met het onderwerp samen, geloof ik, dan met het genre. Het heeft wel te maken met vertraging, maar vooral met de inhoud.
'n Persoonlijke kwestie?
Ja, het is een hachelijke zaak om een zeventienjarig meisje te gaan beschrijven vanuit een ik-persoon.
Omdat je geen zeventienjarig meisje meer bent...
Nee, omdat je te dicht bij een zeventienjarig meisje nog staat, omdat de herinnering aan je jeugd te hevig nog is.
Dat zou allerlei emoties de kans maar geven die je liever niet...
Ja, zo ongeveer. Zeventienjarigen zijn denk ik... een van de moeilijkste dingen van zeventienjarigen is dat ze op de grens staan van wel en niet interessant zijn. Ze zijn zo gauw overladen, pubers, met zwaarmoedigheid en somberte. Je herinnert je nog je eigen jeugd, zodat je er erg voor moet waken dat je dat niet inbrengt, dat je enige objectiviteit bewaart. Bij de ik-figuren uit De hanen was dat totaal geen punt. Ik vereenzelvig me ontzettend makkelijk met een tachtigjarige vrouw, of met een theologiestudent. Dat is niet zo moeilijk.
Je zei daarstraks: en toen moest ik motieven verzinnen. Dat is dus blijkbaar een impliciete norm.
Ja, de norm van niet de lezer te vervelen.
Als die motieven er niet inzitten...
...heb ik het gevoel dat ik de lezer zou vervelen, ja. Als die er niet inzitten, tja dan wordt inderdaad beschreven hoe Robinson naar school loopt, wat ze denkt. Dan wordt er zo weinig gestructureerd, waardoor de lezer denk ik niet meer krijgt dan een realistische beschrijving van een zeven tienjarige puber.
Die motieven maken het dus pas interessant?
Inzoverre ze ondersteuning zijn van het thema ja. Kijk, als je zegt dat Hannes Meinkema haar een spijkerbroek laat kopen, dan mag je dat van mij best beschrijven, maar het blijft wel steken in een weergave die de lezer niet verder voert naar een ander niveau, naar een andere kijk. Want zeventienjarigen kopen spijkerbroeken. Nou, dat is dan dat.
Wat is een motief eigenlijk?
Een steunpilaar van het thema. Vind je dat niet mooi gezegd?
Ja hoor. Jij hebt dus voor al die hoofdstukken motieven gezocht.
Ja, en die moeten dan ondersteuningen zijn van het thema, ermee samenhangen en niet per hoofdstuk een los motief zijn. Ze moeten een lijn gaan vertonen. Nou, lezer, heb je gemerkt dat ze een lijn vertonen of niet?
Jawel. Maar toch, toen je zei: elk hoofdstuk een ander motief toen dacht ik: dat zou ik niet zo een twee drie weten. Ik heb natuurlijk wel gezien hoeveel zee je erin hebt gestopt, maar misschien noem jij dat al een thema?
Dat noem ik al bijna een thema, ja. Maar de hitte, het water, zeerovers, rampen met schepen, schaatsen op ijs, de vorming van ijs, vuur - dat zijn motieven. Die moeten het kabbelende verhaaltje van Robinson die naar een andere stad gaat, naar school, vader thuis, vader verliefd, enzovoort, een onderbouw geven.
Je neemt het mij niet kwalijk dat ik ze niet per hoofdstuk noemen kan.
Neen... dat is maar goed ook. Anders was het veel te duidelijk.
Misschien kun je ze even kort noemen. Hoe zag je schema eruit?
Ten eerste moest het boek een cyclische bouw vertonen. Het moest van hitte naar hitte gaan. In het begin is die hitte nog plezierig, terwijl hij op het laatst duidelijk als droogte ervaren wordt. Daartussenin zit de zee: de zee als gegeven, de zee als bedreiging, de zee als avontuur (respectievelijk zeerampen, zeerovers). Het avontuur wordt gekoppeld aan water in bevroren toestand: het schaatsen. De ontstaansfase van water naar ijs wordt uitgelegd en dat wordt weer gekoppeld aan verdriet. Dan wordt het vuur, want heel erg diep ij s is zo ontzettend koud dat het gelijk is aan vuur. Volgt een hoofdstuk over vuur. Dan is de hitte er meteen van het laatste hoofdstuk. Zoiets klinkt ontzettend schematisch en het is te hopen dat de lezer het niet zo schematisch voor zich ziet.
Vast niet. Wel is duidelijk dat je motieven hebt aangebracht, de tekst sterk hebt doorwerkt. Als je veel woorden gebruikt die naar hetzelfde tenderen, krijgt de lezer een gevoel van samenhang. Is dat ook de reden van jouw doorwerking?
Dat is ongeveer het moeten, ja. Een roman mag van mij niet een weergave zijn van een leven of een gebeurtenis, maar er moet een niet zichtbare structuur zijn, een raamwerk zoals een dak dat heeft, die het verhaal boven het verhaal uittilt, die het niet laat steken in de weergave. Motieven hebben twee vertakkingen. Ze zijn vorkjes waar twee balken op rusten: het ene balkje is het thema van de zee, het andere is gewoon het vertelde verhaal