[Methodologie en mensenwerk (vervolg)]
Welke keuze men doet, is waarschijnlijk een kwestie van temperament: een meer tot het absolute geneigde geest zal eerder Verdaasdonk volgen.
Intussen is er binnen de wetenschapsfilosofie die Verdaasdonk tot uitgangspunt diende, wel het een en ander gaande. Feyerabend stelt domweg dat een nauwe opvatting van methodologie alleen maar fnuikend kan zijn voor de ontwikkeling van een vak. Nu is zijn boek, Against Method, blijkens Verdaasdonks laatste artikel gevaarlijk in handen van oningewijden (rooms-katholieke recensenten noemen dat: ‘alleen voor geestelijk volwassenen’). Ik zal daarom een passage uit een ouder artikel citeren, een passage waarin Feyerabend de door hem voorgestelde verandering van de wetenschapsfilosofie als volgt karakteriseert:
‘Such a development, far from being undesirable, changes science from a stern and demanding mistress into an attractive and yielding courtesan who tries to anticipate every wish of her lover. Of course, it is up to us to choose either a dragon or a pussy cat for our company. I do not think I need to explain my own preferences.’ (in de bundel Criticism and the Growth of Knowledge, blz. 229). Wie een meedogenloze minnares zoekt, hij volge Verdaasdonk.