[Vormen van literatuurwetenschap (vervolg)]
gebracht worden, te weten: verbreken van het kontrakt. Merk op dat de twee noemers waaronder we die vier funkties hebben gebracht, aangaan en verbreken van het kontrakt elkaars negatief vormen. Een en ander is als een systeem weer te geven:
aangaan van het kontrakt |
|
verbreken van het kontrakt |
opdracht |
↔ |
verbod |
aanvaarding van de opdracht |
|
overtreding |
abstrakter: |
|
|
a |
|
ā |
a |
↔ |
ā |
niet a |
|
n̅i̅e̅t̅ ̅a̅ |
waar ‘a’ voor een funktie staat, ‘niet a’ voor de funktie die tegengesteld is aan ‘a’ en ‘a’ voor de gemeenschappelijke noemer of kategorie van twee funkties. Het streepje boven de letters drukt uit dat er sprake is van het negatief van een funktie of van een kategorie.
Dit voorbeeld moge voldoende zijn om een indruk te krijgen van Greimas' werkwijze: hij ordent telkens een viertal funkties tot een systeem door iedere funktie te kombineren met een funktie die daaraan tegengesteld is en dan van iedere funktie de negatieve funktie te geven.
We geven, tenslotte, kort aan op welke wijze Greimas een andere fundamentele kategorie opstelt. Drie viertallen funkties worden onder de noemer ‘kommunikatie’ gebracht. Het eerste viertal funkties of systeem heeft betrekking op de inlichtingen die de schurk van de held weet los te krijgen (ondervraging, inlichting) en op het merkteken dat de held ontvangt en waaraan hij herkend wordt (teken, herkenning). De funkties die tussen haakjes zijn geplaatst, staan in de relatie van tegenstelling. Hier gaat het volgens Greimas om de overdracht (‘communication’) van een boodschap: een ‘negatieve’ overdracht (k1) bij de twee eerstgenoemde funkties - want de inlichtingen die de schurk weet los te krijgen, maken het hem mogelijk de maatschappelijke orde te verstoren. Bij de twee laatstgenoemde funkties gaat het om een ‘positieve’ kommunikatie (k1): de herkenning van de held is de eerste stap naar het herstel van de maatschappelijke orde.
Het tweede viertal funkties heeft betrekking op de valse voorwendsels waarmee de schurk de held benadert en op de fouten die de held daarbij maakt, waardoor hij zich niet als held manifesteert (bedrog, medeplichtigheid), alsook op de luisterrijke wijze waarop de held zich manifesteert en op de ontmaskering van de schurk (gedaanteverwisseling, ontmaskering). Hier gaat het, volgens Greimas, om de overdracht (‘communication’) van macht: ‘negatief’ in het eerste geval (k2) - de held is machteloos - en ‘positief’ in het tweede geval (k2) - de held toont zich in zijn macht.
Het derde viertal funkties heeft betrekking op de verstoring van het maatschappelijk evenwicht (schurkenstreek, gebrek) en op het herstel van de maatschappelijke orde (straf van de schurk, huwelijk van de held). Hier gaat het, zegt Greimas, om de overdracht van een waarde: negatief (k3) in het geval van de twee eerstgenoemde funkties en positief (k3) in het geval van de twee laatstgenoemde funkties.
Alle gevallen van ‘negatieve’ kommunikatie (k) vat Greimas samen als ‘vervreemding van waarden’, de gevallen van ‘positieve’ kommunikatie (k) als ‘herstel van waarden’.
Deze ‘reduktie’ van Propps funkties brengt Greimas (1966: 204ff.) tot de volgende generaliseringen over het toversprookje. Allereerst merkt hij op dat vrijwel alle funkties ofwel tot de kategorie kontrakt (a, a) ofwel tot de kategorie kommunikatie (k, k) behoren, en dat de volgende relatie tussen de negatieve en de positieve vorm van deze kategorieën geldt: het verbreken van het kontrakt staat tot het aangaan van het kontrakt als de vervreemding (‘negatieve’ kommunikatie) tot het herstel (‘positieve’ kommunikatie) van de waarden. Voorts stelt Greimas (1966: 208) dat wanneer men kijkt naar de volgorde van deze kategorieën die het handelingsverloop in het toversprookje suggereert, de negatieve kategorieën (a, k) gevolgd worden door de positieve (k, a). Er bestaat een ‘implikatie-relatie’ tussen de termen van elk paar kategorieën: als het kontrakt (de maatschappelijke orde) verbroken is, kan er vervreemding van waarden ontstaan en als de waarden erkend worden, is het aangaan van het kontrakt (het herstel van de maatschappelijke orde) mogelijk. Greimas komt dan tot een globale karakteristiek van het toversprookje als een verhaal over het verlies en het herstel van de maatschappelijke orde.
Aangezien tien funkties tot de kategorie kontrakt en twaalf funkties tot de kategorie kommunikatie behoren, kan het toversprookje in tweede instantie globaal gekarakteriseerd worden als een opeenvolging van funkties behorend tot twee kategorieën. Dat we toversprookjes als koherente teksten opvatten, komt doordat er steeds gelijksoortige funkties herhaald worden. De afstand die er in het handelingsverloop bestaat tussen een funktie en zijn negatief, bepaalt de spanning van het verhaal. Intuïtief: wanneer een negatieve funktie (zeg: schurkenstreek) direkt gevolgd wordt door haar positieve tegendeel (straf), zal het verhaal op dit punt minder spannend zijn, dan wanneer zo'n funktie op grote afstand door haar positieve tegendeel wordt gevolgd.
We besluiten dit stuk met een paar kritische opmerkingen. We stelden dat Greimas een poging doet om Propps uitspraken te relateren met kortstrukten uit zijn semantische theorie. Deze onderneming roept grote vragen op. Greimas veronderstelt dat Propps bevindingen betrouwbaar zijn, en dit is volgens ons niet het geval. Een ander probleem - het gebrek aan onderscheid