| |
| |
| |
| |
Igor Streepjes
Alpencyclus
voor Saskia
i.
Bergwei met sneeuw. Dus dit is Zwitserland.
‘Et le châlet vous plaît?’ Het is riant.
Groter dan onze beide huizen samen.
Vier kamers, keuken, ligbad, hal, CV,
Plavuizen vloer, vitrage voor de ramen
En een koperen Christus voor ons twee.
Snel de muziek geïnstalleerd. Ja, Mahler
Past wel het beste bij dit panorama.
ii
Doordat de sneeuw het terugkaatst is het licht
Bijna verblindend fel. Mijn bleek gezicht
En fletse voorkant heb ik ingewreven
Met zeozon tegen coups de soleil.
Zo juist heb ik een ansichtkaart geschreven
En 't zelfde woest verschiet zie 'k nu voor mij.
Dit lijkt niet weinig op het paradijs:
Naakt zonnebaden tussen sneeuwen ijs.
| |
| |
iii
Een witte glijbaan boven mij: een piste.
Wegen als dunne richels in de diepte.
De ruige borstels van het naaldbos zijn
Even ongelijkmatig ingeplant
Op deze bergen als het haar op mijn
Vaalroze lijf, nog net niet zonverbrand.
Tegen een zeekustblauwe lucht steekt strak
Het bergreliëf af. Sneeuw smelt van het dak.
iv
Met vijftig neem ik hellingen van vijf
Procent, vol doodsverachting 't vege lijf
Riskerend - en nog razen langs mij heen
Inheemsen, Zwitsers bergvolk, alpinisten
En soms toeristen zelfs, die zich door geen
Peilloze afgrond zullen laten kisten.
Ik stop maar eens en neem nog maar een foto,
En schrijf dit op, en stap weer in mijn auto.
v
Zo'n bergdorp bruist om negen uur van leven.
Aan autochtonen zijn hier slechts gebleven:
Verhuurders en horecapersoneel,
En dan de skileraren, halfdebielen
Op wie, door hun gelooid gezicht, steeds veel
Romantische toeristenmeisjes vielen.
Ik zie de pimpelpaarse wirwar aan
En voel mij met die mensen erg begaan.
vi
Zien ze dan zelf niet hoe onmogelijk
Ze uitgemonsterd zijn? Onogelijk
Vol vet en crème gesmeerd, hun monden wit,
Met plastic neusbeschermers, zonnehoeden,
En kakelbont skipak dat niet goed zit,
Zo klossen ze op kosmonautenschoenen
Te hoop. Ik drink een vroeg glas witte wijn:
Wat een genot om niet sportief te zijn.
vii
Ik zit voor mijn châlet, aan een roodbruin
Verroest ijzeren tafeltje, met schuin
Voor mij een denneappel in het gras,
En bijna binnen handbereik een kring
Pastelgetinte crocussen. Het was
Betrokken, maar de zon is door. Er zingt
Een vogel die ik niet thuisbrengen kan.
Ik word hier nog een stil tevreden man.
viii
Waar 't skiënd volk zich tegen woekerprijzen
Per télé-dit-of-dat omhoog laat hijsen
Blijkt heel de Britse upper middle class
Met posh-accent aan 't conversatie maken
In het bergrestaurant, bij chocola
En taart: de Zwitsers kúnnen taarten maken.
Zie, daar suist mijn vriendin de piste af.
Ik grijp mijn Leica en druk driemaal af.
| |
| |
ix
Raclette gegeten (obligate rage
Alhier) bij Le Français, Verbier-Village.
De chef is sprekend Albert Mol. ‘Joyeux’
Is zijn stopwoord. ‘Pour vous, chère madame,
La première joyeuse... Ah, monsieur,
Quel bon choix vous avez fait. Plus belle femme
J'n'ai jamais vu ici’. Uit ondervinding
Weet hij: dit is de beste klantenbinding.
xi
Verstikkend witte mist door alle drie
De ramen. Wat ik van de bergwei zie
Is dik ondergesneeuwd. Ik ben alleen
En het begint me lelijk op te breken.
Als zij met wie ik het leven deel maar geen
Smak maakt van zo'n rotberg. Zoëven leek het
Of ik haar aan zag komen en ik liep
Haastig het huis uit, maar ze was het niet.
xi
Drie dagen ingesneeuwd. Er wordt hier al
Gewaarschuwd voor lawines. Nog zo'n val
En er ligt meer dan zestig centimeter.
Komt dan de bus nog wel? De auto rijdt
Niet meer. Wat zou het. Sneeuw! Hoe meer, hoe beter,
Luidt het devies. Met knisperend geluid
Sneeuwt het alweer. Zicht is er vrijwel niet.
Maar op het dorpsplein zelfs wordt er geskied.
xii
Een stuk Afghanistan in Zwitserland
(Terwille van de stemming) gaat van hand
Tot hand, verkruimeld in een sigaret.
Van winden laten komt de conversatie
Dankzij flatologie en flageolet
Via flagellantisme op inflatie.
De stam van al die barbarismen (fla)
Is bij ons bla (blazen); denk aan bla-bla.
xiii
Het dooit opeens een decimeter per
Half uur. Het pad naar ons châlet is er
Binnen de kortste keren door veranderd
In een soort waterval. Wie langs dit pad
Op brood en kaas uitmoet - voor Nederlanders
Niet te ontberen - wordt doorwaternat.
Maar dat verhindert niet dat ik heradem.
Nu natte voeten, morgen zonnebaden.
xiv
‘Sierra Torride’ in de cinéma.
We zien Shirley MacLaine als non (maar na
Een tijd blijkt ze temeier) ezelrijden
Om met Clint Eastwood Mexico zeer listig
Van Franse overheersers te bevrijden.
Wanneer speelt dit? Blijkbaar rond 1860.
De nasynchronisatie maakt dit drama
Raclettewestern in videorama.
| |
| |
xv
En weer sneeuw. Mijn verblijf hier wordt een straf.
De halve dag draaf ik trap op, trap af
Omdat alleen 't slaapkamerstopcontact
Deugt voor de stekker van de platenspeler.
De luie stoel - daar ben ik doorgezakt,
En al die Alpen vind ik doodvervelend.
De zon schijnt hier per dag een uur of tien
Volgens de gids... Ik kan geen sneeuw meer zien.
xvi
Dagelijks vier gebroken ledematen,
En nog kan niemand hier het skiën laten.
Het maakt de mensen volgens mij vroegoud.
Neem mijn vriendin, die toch heel mooi kan zijn,
Daar strompelt ze het huis in, moe en koud,
Gedrongen, vormeloos, haar ogen klein
En waterig. ‘Ik heb heerlijk geskied
Vandaag!’ Ach, ik begrijp de mensen niet.
xvii
Om vijf uur gaat de telefoon. ‘Châlet
Gilbert? Ecoutez, vous parlez français?
‘Oui.’ ‘Il y a eu un petit accident...’
‘Quoi!’ ‘Rien de grave. Une jambe cassée.’
Naar de kliniek gesjeesd. Ik was er bang
Voor, al die tijd! Daar ligt ze weken mee!
Gips tot haar dij en een verlegen lach...
Waarom juist zij een van de vier per dag?
xviii
Met bloemen, boeken, chocola, een krant
(Van laag allooi, maar uit het vaderland)
Naar de kliniek. Een stick. Een partij schaak.
Haar koningin gaat over tot rokade,
Mijn koning heeft een damezet gemaakt:
Cannabis is bij schaken af te raden.
Dan drank! Je krijgt hier voor de prijs van drie
Rozen een liter eau-de-vie de fruits.
xix
De vierde dag al mag mijn brekebeen
Op krukken strompelen. Vrijwel meteen
Daarna kan ze naar huis. Haar plaats wordt snel
Door een nieuw skislachtoffer ingenomen.
‘A la prochaine,’ zegt de zuster zelfs
Als de brancard weer binnen is gekomen.
Dokter Foletti's skibreukenkliniek
Heeft après tout veel van een gipsfabriek.
xx
De auto is gepakt en staat startklaar.
Het weer is gisteren zo opgeklaard
Dat we weer in de zon hebben gelegen,
Behalve zonnebril en gipsbeen bloot.
Maar 't spijt me niets dat er menig vers tegen
De wintersport aan mijn fijn brein ontsproot.
Vaarwel mijn Alpenland vol sneeuw en mist,
Vaarwel, verwacht een andere toerist.
|
|