Reijnsburchs angier-hoff(1641)–Anoniem Reijnsburchs angier-hoff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Overghevingh van het Blayzoen Der Oogen-Troost-Blom, Onder 't Woordt: Oestgeest-Vreught. DE groote Hemels-Vooght, die alle dingh regiert Wat op der Aerden kruypt, en na den Hemel swiert; Die heeft uyt Liefd' en gunst, tot Menschen mit ghegeven Al wat ons noodich is, in dit behoeflijck leven, Op dat wy menschen al, sijn over-groote kracht Bekennen door sijn doen, wie hem dan dach en nacht Voor sijn weldaden looft, diens vreught wort gants volkomen, Hy gunt haer d'Eng'len hulp, in Wit Ooghen-troost-Blomen, Die hier in ons Blayzoen, soo heerlijck staen ten thoon, Als een oprecht voorbeeldt van Christus Godes Zoon: [Folio C3v] [fol. C3v] Die door sijn goeden troost, de Ooghen sal af-droghen Van sijn Dienaers getrou, en in sijn Rijck verhoghen: Voortaen seyt ons Blayzoen, en beeldt na 'tleven af De vruchtbaer Kooren-Oegst, om dat wy uyt het Kaf Het suyver Kooren graen, recht souden onderscheyden, En met rechtschapen vlijt, ons tot den Oegst bereyden; En als het nutbaer zaet in onse Schueren leyt, Dat wy dan niet alleen met groote danckbaerheyt Verschijnen voor den Heer; maer terwijl wy noch zaeyen, Moeten wy sien om hoogh; en oock terwijl wy maeyen: Op dat dien Ooghen-troost, die daer verheven sit, Ons na dit leven wil, maken suyver en wit. Neemt ons Blayzoen in danck, ghy schoone Rood' Angieren, Dat wy dan Oestgeest-Vreught, u lev'ren goedertieren. Oestgeests-Vreught. Vorige Volgende