soecken te verheffen, ende in waerden te houden. Op welck Beroep ses van de Nabuerighe Reden-Camers, die door Rethorica het herte opgeweckt, in 't Reijnsburchs Helicon verschenen zijn: ende ons in u E. A. gebiedt veerthien daghen by-gewoont; Rethorica vermaeckelijck gehanteert, ende onse beroepinghe gesolveert, als by dit naer-volgende Werck te sien is: waer over naer verdiensten yeder met Silvere prijsen is beloont: Ende met vreuchden naer huys gekeert; Dit alles is geschiet in goede eendracht, vrede ende stilligheyt, sonder eenich gevecht, gesmijt, ofte andere quade daden: Soo dat klaerlijck blijckt dat de drie Gratien: Aglaja, Thalia ende Euphrosyne; de drie Furien: Alecto, Tesiphone ende Magaera, hebben overwonnen: Wy, uwe E. A. Ondersaten wel wetende dat Momus en Zoilus ons niet sullen ongemoveert laten, Offeren ons, ende dit bygaende Werck onder U. E. A. bescherminghe, en in uwe E. handen: die wy voor onse ware Bescherm-heeren houden; ende bidden den almogenden Opper-Al, dat hy U E. ende U E. Regieringhe voorts wil zeghenen, tot salicheyt ende voorspoet. Wy blijvende altijt
U. E. A. Gehoorsame, Dienst-bereyde
De Reden-Camer-Broeders, der Roode Angieren, tot Reijnsburch.
Wt Reijnsburch, Den xxx. August. 1641.