Refereynen ghepronunchieert opte intreden binnen der stede van Delft
(1581)–Anoniem Refereynen ghepronunchieert opte intreden binnen der stede van Delft– Auteursrechtvrij
[Folio B2r]
| |||||||||||||||||||||
De Chaerte van Rhetorijcke wtghesonden by den Rapenblome van Delft an allen Cameren binnen den Graefschappe van Hollandt.Nae dien dat Mars seer boos en wreedtlick van aert
Ons seer ghedwonghen heeft in dees waranden
Ons daghelicx dreyghende met zijn bloedich swaert
Daer wy seer voor beefden en waren veruaert
So was ons vreucht tenemael ghebracht tot schanden.
Mer also hy nu wech is wt dese landen
Waer deur dat Apollo nu opent de conduyten
Van die Fonteyn Hippocrene vol sulcke panden
Daer alle heerlicke Consten wt spruyten:
So verwect dit nu ons Raepkens deur t'soet ontsluyten
Dat wy niet en moghen laten by een te vergaren
Rhetorices Camers die met ons lang int muyten
Gheleghen hebben deur t'groot oorloochs beswaren.
Ghy Edel Mineruisten wilt v nu by ons paren.
| |||||||||||||||||||||
[Folio B2v]
| |||||||||||||||||||||
Daer ghy vinden sult, dat jolijt en Gheneucht // is
Veel wenschen dickwils nae alsulcx verclaren,
Want Const te hooren, den Constenaer een vreucht // is.
Ga naar margenoot+Den neghentienden Iunij wilt v herwaerts pijnen
Smorghens voor achten in v Logijs tis ons begheren
Ga naar margenoot+Op dat hem dan elck in tijdts bereyde met den zijnen
Om met een Heerlicke Intrede te verschijnen
Want wie hem schoonst' en oncostlicxst' sal presenteren
Ga naar margenoot+Die vercrijcht ses wijnstoopen tot zijnder eeren
Den Tweeden vier, den derden twee, seer excelent,
Mits dat elck ons met vier derthienen sal induceren
Ga naar margenoot+T'verstant van haerder Intrede opt Taneel daer ontrent
Daermen een yeder wilcom sal heeten pertinent.
S'anderdaechs solueert dees Vraegh die hier werdt ontbonden
Met vier seuenthienen ende maeckt ons bekent:
Ga naar margenoot+VVat het swaerste is in t'beste binnen swerelts Ronden
Dat deur smenschen verstant oyt is gheuonden.
Ga naar margenoot+T'best crijcht een Becker, Lampet, vier Stoopen, na dees croon // spoort
Den tweeden vier, den derden twee, ter seluer stonden
Want den vroomsten arbeyder het beste loon // hoort.
Den bestdoender op den Reghel hier na gheschreuen
Ga naar margenoot+Wort drie VVijnstoopen voor t'eerste deelachtich,
Den tweede twee, den derden wort een ghegheuen,
Ga naar margenoot+VVant Godt haet den menschen die booslick leuen.
In vier seuenthienen besluyt desen sin crachtich,
En v syllaben die bindt ghelijck eendrachtich
Tusschen thien en veerthien, anders waert v gheen baet.
Ga naar margenoot+Een Liedeken op dees sin, daer tusschen singt voordachtich
Met Hermonij of Musijck hout goede maet
Of met een soet stemmeken dats oock niet quaet,
Den bestdoender die salmen zijn bedinckende
Ga naar margenoot+Met ses heerlicke VVijnkannen tot een chieraet,
Den tweede vier, den derden twee als siluer blinckende,
Ga naar margenoot+Mer die best Pronunchieert salmen zijn schinckende
Een VVijnstoop voor die so Const beminnende // zijn
Al ist niet dan tin, weest de Const daerom niet crinckende
Want wy selden met dees Const veel siluers winnende // zijn.
| |||||||||||||||||||||
[Folio B3r]
| |||||||||||||||||||||
Den twintichsten Iuni wilt v smorghens laten vinnen
Voor achten op ons Camer als Broeders ghepresen
Op dat elck zijns Camers ghedicht daer laet bekinnen
Daer mede hy meynen sal prijs en eer te winnen.
Ende nae de lotinghe verstaet wel desen
So salment openbaerlick op het Taneel lesen.
Ga naar margenoot+En voor den vijfden Iunij ghy aerdighe gheesten
Wilt ons aenschrijuen, want het moet so wesen
Dat wy weten wy comen sal binnen ons foreesten
Want elcke Camer die haer begheeft t'onser feesten
Die crijcht een tonne Faro vrij voor alle saecken
Met acchijs en impost minst metten meesten,
En noch twee stoopen rijnschen wijns tot een vermaecken
Dus schouwt fauten, redijten, Schimp, smaet wilt staecken
Deurt Rapen Gheneucht druck hem bedeluen // sel
Een vrolicke reys en behoort niemandt te laecken
Want droefheyt oueruloedich comt van hem seluen // wel.
By Burghermeesters en den Raedt van Delff hooch ghe-eert
Is int Iaer een en tachtich dees Chaert gheconsenteert.
Hier siedy de Namen der Steden en Dorpen fijn,
Vande welcke de Camers te Delff zijn ghecompareert,
Tot thien int ghetale so zij ghelotet zijn,
Die wt jonst hebben der Raepkens feest vermeert.
| |||||||||||||||||||||
[Folio B3v]
| |||||||||||||||||||||
Die byde Camers op dees Vraegh zijn ghegheuen.
VVat het swaerste is en tbeste binnen swerelts Ronden
Dat deur smenschen verstant oyt is gheuonden.
| |||||||||||||||||||||
[Folio B4r]
| |||||||||||||||||||||
Hier nae volghen de Prijsen int cort gheperceelt,
So die den Camers naer verdiensten zijn wtghedeelt.
|
|