Bij dit nummer
Janna en Richtje Reinsma
Het thema van dit herfstnummer is tekst die een appèl doet. Tekst die tracht iets te bewerkstelligen, die hoopt te overtuigen of te bekeren, een status quo wenst te wijzigen of juist te behouden. Tekst die iets wil, kortom.
In zekere zin wil elke denkbare tekst natuurlijk iets van de lezer, maar de ene tekst heeft toch een ambitieuzer doel dan de ander. Een lofzang heeft een hartstochtelijker inhoud dan het gemiddelde boodschappenlijstje, en een beetje politiek pamflet een ingrijpender strekking dan de gebruiksaanwijzing van een stofzuiger.
Een tekst met een agenda onthult zijn bedoeling met de lezer meestal vrij vlot - de toon die wordt aangeslagen verraadt al snel wat er te verwachten valt. De lezer moet iets, of mag iets, of juist niet. Daarmee lijkt de appellerende tekst op enigszins gespannen voet te staan met de literatuur. Literaire teksten zetten taal doorgaans niet in om een vooropgezet doel te bereiken. Voor literatuur is taal meer vorm dan gereedschap, meer materiaal dat zelf betekenissen en ontdekkingen voortbrengt, dan verpakking.
Het appèl hanteert taal strategisch, om stelling te nemen. Het appèl wil weten wie zijn medestanders en vijanden zijn - nuance of uitstel zijn ongewenst.
Vandaag de dag lijkt de vraag naar stellige meningen niet te stillen. Het ritselt van de pamfletten. Sommige afficheren zich expliciet als literatuur; zo geeft Querido momenteel een pamflettenreeks uit, en heeft de Bezige Bij er een op stapel staan. Er lijkt grote behoefte te bestaan aan klare taal, stellige duiding en ordelijke wijsheid. Hoe komt dat?
Misschien wensen we allemaal wel net als Alice in Wonderland een piepklein koekje te vinden en te gehoorzamen (‘Eet me’, zegt het in krentenschrift), om vervolgens uit elkaar te kunnen schuiven als een enorme telescoop en alles in vogelperspectief te overzien. Maar Alice verliest door het eten van het koekje wel het een en ander uit het oog, zoals haar eigen voeten.
Ook in taal en denken gaat de winst van het overzicht vaak gepaard met een verlies van zicht op details. Door het onbevattelijke en meervoudige in abstracte termen te vangen ontstaat een schijn van orde. Hoe noodzakelijk en aantrekkelijk het gebruik van grote woorden ook kan zijn, ze moeten misschien spaarzaam in de mond worden