Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)
(2004)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
H.C. ten Berge
| |
[pagina 45]
| |
Zodra ze elkaar kussen
in een lege kamer van het landhuis
kijken andere ogen mee.
‘Meneer Pound, u moest hier maar niet zo vaak meer komen.’
Is-hilda krijgt een boek vol verzen
voor de poorten van het vaderhuis,
met de hand vervaardigd in één exemplaar.
‘Ja, ik weet je ogen heldere plassen’
*
We kropen weg in een fauteuil.
(Niemand thuis, was ons gezegd)
Ik was nergens, verbleef bij de sterren,
verijsde
toen vader ons vond;
maakte mij los en kwam overeind.
Ezra naast mij, fier en rechtop.
Is-hilda ging dood
toen hij later per schip naar Europa vertrok
*
‘Is Ezra er nog?’
‘Heeft de tram naar Wyncote gehaald!’
‘Niet in de boomhut bij zijn dryade? Zijn boeken en hoed liggen hier.’
‘Haalt die wel later.’
Waarom ooit uit de boom naar beneden geklommen?
De rigor mortis kruipt omhoog.
Hades is het vaderhuis.
*
H.D. is de oogappel van Charles L. Doolittle, astronoom,
die in Upper Darby dichtbij Philadelphia & de sterren woont.
Ezra is de godenzoon van Homer Pound, muntmeester,
die in Wyncote dichtbij Philadelphia woont.
| |
[pagina 46]
| |
(Hilda's moeder heette Helen.
De wachter had zijn les geleerd
en reisde tot het bittere eind
als Menelaus in vermomming mee)
*
De ringen gewisseld,
de ouders vergramd,
zong de jonge dichter
‘O trouble me not
I saw her yesterday’
*
Zou de tijd haar meer hebben gebracht
had Dr. Doolittle alleen het raadsel van de kosmos bestudeerd?
Dr. D gaf blijk van zijn verachting.
De dichter was een nul,
nothing but a nomad
&
misschien ‘biseksueel’,
zoals de volksmond na een onwaarschijnlijk incident
beweerde
*
Ze zwierf rond in Upper Darby's bossen,
schuwe nimf in Pennsylvania, kind van Moravische Broeders,
zwierf daar rond met de twee vrienden,
Ezra Weston Pound & William Carlos Williams,
de huisdokter die dichter werd
en zijn vriend met straffe woorden
poogde te behoeden voor verblinding
& vooroordeel, onbesuisdheid & verval
(maar dat was later)
Ezra ‘smoorverhefd,’ schreef William Carlos W.
‘Maar hij slaat Hilda's schoonheid te hoog aan.’
| |
[pagina 47]
| |
Tijdens stortregens bleef H.D. ontspannen zitten
in het veld.
Om éàn te worden met de aarde.
Haar gezicht werd onbeschrijflijk mooi.
Kastanjekleurig haar hing in natte strengen om haar hoofd.
‘O trouble me not
I saw her yesterday’
II
Naar Londen, Ezra achterna.
Om vrouw en dichteres te worden.
Dichteres en dan een vrouw
die haar doodsverstijving tijdelijk overwon.
Elke dag thee in het saaie museumcafé.
Het oog van de vroegrijpe meester keurde
en proefde haar zinnen.
Hier en daar iets geschrapt, toegevoegd, weggestreept
(zoals ook T.S. Eliot tot zijn geluk zou overkomen).
Met een klap zijn pince-nez1Ga naar voetnoot* op de tafel gesmeten
toen zijn blik op ‘Hermes van de wegen’ viel.
Geschater, gebrom. ‘Heb je een kopie?’
Een vlugge krabbel onder de verzen: H.D. Imagiste.
Een beweging, meer dan dat - een dichteres
was opgestaan
wier leven met geen ander leven strookte.
Het werk werd met voorrang in Poetry gepubliceerd
*
E.P. in een brief over H.D.:
Niets overbodigs.
Directe taal, direct als het Grieks.
Geen overdadig gebruik van adjectieven.
Geen metaforen die een nadere blik niet verdragen.
Het Amerikaanse spul waarmee ik hier en in Parijs
kan aankomen. Dat niet belachelijk
wordt gemaakt.
| |
[pagina 48]
| |
E.P. werd genoemd, door weinigen geroemd
als ‘vroedvrouw van het modernisme’
*
Iemand beschrijft Hilda in haar Londense omgeving:
Een slanke vrouw met zacht bruin haar en een ovaal
‘extreem kwetsbaar’ gezicht.
Haar ogen liggen diep (zijn ze grijs of blauw?).
Ze is bleek, nerveus verlegen.
Heeft een lichte heldere stem.
Ziet eruit als een godin op Griekse vazen.
Is te veel afhankelijk van de jonge Pound
met wie ze ondanks alles
vurige kussen wisselt
in het huis van een vriendin in Kensington
*
Oude beloften herroepen.
Hilda, vijfentwintig, en nog ongerept.
Vrijers bij de vleet. Soms een minnaar
in het voorportaal. Ook de vrouwen
dongen naar haar hand -
maar Ezra's zin ging uit naar Dorothy,
dochter van Olivia Shakespear
(op haar beurt een minnares van Yeats).
H.D. imagiste, vorticiste, sleep nauwgezet,
wanhopig soms,
haar diamanten.
Huwde Aldington, leefde dan
gescheiden van de man
die ‘rough and devastating masculine’,
bruut en overspelig,
niet de vader van haar kind mocht zijn
‘Ik hield er twee soorten liefde op na’
| |
[pagina 49]
| |
Reisde rond, gered en getroost door bemiddelde vrouwen.
(De vader, onzichtbaar, ging als verstekeling mee)
In Genua had ze eerder haar ouders ontmoet.
Het was herfst
en 1912.
Moeder Helen nam haar apart:
‘Het zal je opluchten te horen dat je vader Ezra's brieven heeft verbrand.’
*
H.D. droomde zich een kind van Ezra
voordat deze in de oude wereld een verdwaasde halfgod werd.
Odysseus, opstandig, verzworven
in vele gedaanten
die haar geest tot het laatst toe bezwaarden
‘So you have swept me back’
Ze was geen Penelope, maar ontvlambare nimf
en geliefde van onvolledige vaders.
Boomnimf en Eurydice ineen
die zichzelf na vijftig jaar omhoog zong
uit de onderwereld van een lange doodsverstijving
‘Al per boot naar de hel toe geweest?’ Canto xxxix
Ezra was geen Orpheus,
D.H. Lawrence evenmin.
‘Je hebt mij met je vader bedrogen’
(schreef iemand wiens naam mij
is ontschoten)
Wie zij liefhad, ging weer weg
H.D. droomde zich een kind van Ezra
maar kreeg het, dacht men, van D.H.
d.i. David Herbert Lawrence
die haar ‘een bevroren lelie’ noemde
en Frieda von Richthoven boven Doolittle's dochter verkoos
D.H. schoof de zwangere H.D. aan de kant
| |
[pagina 50]
| |
III
Niet zonder ontroering leest zij m 'elevasti,
m 'elevasti -
Invocatie in het negentigste Canto van E.P.
Het is 27 maart 1958
Ze woont en schrijft in Küssnacht, Zwitserland.
Villa Verena doet aan Upper Darby denken,
aan het landhuis bij de sterrenwacht
Haar buurman groet ze niet.
Ze kan Jung, Carl Gustav, niet verdragen.
*
(Londen 1919)
Er is sprake van een.kind.
H.D. zal een tastbare dochter gaan baren
door weer een ander verwekt.
Ezra stormt de kamer binnen, slaat geen acht
op het uur, op de klachten en weeën,
slaat met zijn stok op de ziekenhuisvloer
(volgens anderen trommelt hij tegen de muur).
Schijnt geroepen te hebben:
‘Dat het geen kind van mij is,
is mijn enige echte kritiek.’
Haar ziel ligt bloot, de wond is rauw-
Een broer gedood aan het front, ook
de vader plotseling geveld.
Na Aldington, Lawrence en Pound
heerst alleen nog verzengende kou
H.D. implodeert, is verzwakt,
uitgeteld-
‘Ik kon in de kliniek niet schreeuwen.
Ik kan nog steeds niet schreeuwen,’
schrijft ze in End to Torment
Er was geen tederheid: misschien passie. En spijt.
| |
[pagina 51]
| |
*
De dochter heet Perdita.
Cecil Gray, componist, dekmantel, misschien verwekker, wordt door
H.D. nooit genoemd.
*
H.D. aan D.H.:
‘Aldington is geen marmeren faun, zelfs geen tweederangs Dionysus.
Hij is geen Dionysus, jij bent geen Orpheus. Jullie zijn mensen, Britten, idioten.’
*
H.D. liet in '58 vanuit Zwitserland een roos bij Dorothy Pound in New York bezorgen toen oude Ez, na 12 jaar vrijgelaten uit een inrichting voor geesteszieke delinquenten, op het punt stond naar Italië terug te keren. Als er iemand een Penelope was, dan is het wel de vrouw van Pound geweest.(E.P., de losbandige, over zijn vrouw: ‘Een prachtig schilderij dat nooit tot leven kwam.’) Drie jaar later zou H.D. na voltooiing van Helen in Egypt en Hermetic Definition op 75-jarige leeftijd in Zürich overlijden. Hilda's gele roos in Dorothy's hand
voordat het schip zich van de kade losmaakt.
Terwijl oude Ez halfnaakt in zijn kooi gelegen,
Marcella S als jonge muze naast hem
(Sheri M net afgedankt),
nog altijd onverbeterlijk
oreerde over de onwetendheid van heel Amerika
- verbaal geweld dat pas later zou luwen -
kreeg Dorothy een roos aangereikt.
‘Een roos voor E.P's Paradiso,’ zei vriend Pearson die hen uitzwaait.
En Dorothy, lachend, verrast:
’ Hilda's roos voor Ezra's Paradiso!’
*
Komt tijd, komt radeloosheid-een besef
van geschonden betrekkingen en verkeerde besluiten
| |
[pagina 52]
| |
Haar smart verbergt zich achter maskers;
die van goden, helden, Griekse
vechtersbazen die haar geest verwarren
en het vers ontkrachten
Altijd weer gegoochel met Trojaanse namen
als het om een tastbare geliefde of een ooit geliefde
vijand gaat:
Achilles, Paris, Menelaus en Odysseus
om van grotbewoonsters, blinde zangers
en fatale vrouwen maar te zwijgen
‘Ik hield er gescheiden liefdes op na’
Verdubbelingen, repetities,
X wordt Y wordt Z of beiden,
samen zijn ze Paris, Menelaus of Achilles
(‘rough and devastating masculine’) -
Allen vroeg of laat verraderlijke helden
die haar wezen niet herkennen
Zij is Helena
maar voelt zich door de ware Helen niet erkend.
Pluto houdt de wacht en blaft telkens aan de poort.
Ze is de vrouw die met Achilles op Leuké,
Het Witte Eiland woonde
en ‘het haar der ruimten droeg’
Gegriefd, doorgroefd is ze
omdat hij naar zijn moeder Thetis vlucht
Freud, haar leidsman, - later Heydt-
zou de knoop goeddeels ontwarren
En Pound vanuit het gekkenhuis per brief: 1954
‘Je kwam terecht in het verkeerde varkenshok, ma chére’
‘Jouw gore Freud slechts humbug en bedrog’
Maar ook:
Dryade, je ogen zijn als wolken
Je vrede is als water
De zon in september boven de plassen Canto lxxxiii
Hermetic Definition is haar laatste woord-
|
|