kleren, maar het wachten begint nu zijn tol te eisen. Hij durft niet te verhuizen omdat hij bang is dat hij zal worden opgepakt - een angst die volgens Bourget ongegrond is. Uiteindelijk stemmen de Belgen erin toe de originele documenten opnieuw te verstrekken als Nasseri naar Brussel komt om ze zelf te ondertekenen. Maar Bourgets cliënt brengt daar tegen in dat hij zonder papieren de grens niet over kan komen en verwerpt ook dit voorstel.
Dankzij Bourgets volhouden worden de documenten dan uit Brussel opgestuurd, maar weer weigert Nasseri ze te ondertekenen. Waarom? Op de papieren staat zijn naam vermeld als Merhan Kamari Nasseri en ‘zo heet ik niet’, doet hij zijn beklag. En hij is ook niet meer geboren in Iran. Alfred geeft aan een krant een verklaring voor zijn nieuwe naam. ‘De Britse immigratieformulieren bieden de extra mogelijkheid een aangenomen naam in te vullen en toen heb ik voor Alfred gekozen omdat ik dat wel aardig vond klinken. Op een dag kreeg ik een brief van hen terug met de aanhef “Dear Sir, Alfred” en sindsdien is het zo.’ Sir Alfred werd geboren op een immigratieformulier.
Identiteit is de sleutelkwestie voor Alfred en misschien komt die wel het best aan het licht op de hedendaagse internationale luchthaven, dat symbool van het anonieme wereldwijde rondtrekken. Binnenstromende muzak en onverstaanbare mededelingen over vertrekkende, vertraagde en geannuleerde vluchten, over ontbrekende passagiers en zoekgeraakte kinderen of over het rookverbod doen de luchthaven lijken op een rusteloze droom waarin de personages eeuwig wisselen. Starend naar een podium vol figuranten staan ze daar, ze rekken zich uit, kopen een tijdschrift, slaan een bladzij om, de benen over elkaar, bekloppen zichzelf nerveus op zoek naar hun paspoort, het bewijs van wie ze zijn.
Terwijl we onze Big Macs verorberden op zijn bank vroeg ik Alfred of hij Iraniër was. Het antwoord was nee. Hij zat daar nog steeds te wachten op uitsluitsel over waar hij werkelijk vandaan kwam, wie hij werkelijk was, zelfs waar zijn ouders zich nu bevonden. ‘Het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen van de vn zal mijn identiteit en geboorteplaats vaststellen,’ zei hij vol vertrouwen, terwijl hij al zeker een half jaar geen contact meer met de unhcr had gehad.
‘Hij wijt veel van zijn problemen aan Iran,’ vertelde Dr. Philippe Bargain, hoofd medische dienst van de luchthaven, in 1999 aan een krant. ‘We moeten hem ertoe overhalen officiële papieren met zijn oorspronkelijke naam te ondertekenen. Het is een belachelijke situatie.’ Het is niet alleen belachelijk, maar zelfs schandalig, zegt père Fournier, de luchthavenpastor die Nasseri ‘un bel escroc’ noemt, een mooie oplichter. Four-