Om de romantiek te versterken waren veel van de dierenverblijven in de sfeer van hun leefomgeving of het land van herkomst uitgevoerd. De berenburcht was een Kaukasisch bolwerk met een enorme poort. Aan de buitenkant zaten de ronde berenkooien. Dat gaf een trieste aanblik zoals ze daar heen en weer stonden te wiegen achter hun hek. De Indische antilopen kregen een Sumatraans huisje als verblijf met zo'n doorgezakt rieten dak. Ze wilden niet een stukje Indonesië nabouwen, alleen een sfeer aantippen met een Indisch bouwwerkje.
Tegenwoordig proberen ze de hele biotoop te imiteren. Je ziet bij Artis al van buitenaf dat de architectuur dominanter is dan het verhaal of het karakter van het dier. Ze proberen de woestijn na te maken temidden van de zeer nadrukkelijke tijdgebonden architectuur, of een stukje savanne met op de achtergrond de pakhuizen van het Entrepotdok. Dat geeft een heel vervreemdend beeld.
De oude architectuur had een symbolische waarde, die misschien niet de echte leefomgeving van het dier was maar een bepaalde sfeer met zich meebracht waardoor iets gesuggereerd werd uit de omgeving, het land, de context waar het beest vandaan kwam. Vroeger was het een tuin met dierenverblijven, nu maken ze een schijnlandschap. Of daarmee meer over het dier verteld wordt, betwijfel ik. Het is een uitstekend standpunt meer ruimte voor de dieren te creëren, maar daarmee is de tuin vernietigd. Dan hadden ze dat op een andere plek moeten doen. Nu hebben ze twee ontwerpen over elkaar heen gelegd die niet met elkaar verenigbaar zijn.
Ik wil er nu niet meer naar binnen, omdat het romantische beeld met de symbolische suggestieve waarde, die wellicht sterker is dan de waarheid, door de ingrepen vernietigd is. Nu is het een versimpelde waarheid en het negentiende-eeuwse park is ondergeschikt gemaakt aan de functionele en modern-esthetische architectuur.
Toen mijn zoon elf jaar werd, vonden mijn vrouw en ik dat het schip waar we woonden te klein werd, te weinig privacy gaf voor een opgroeiende jongen. Daarbij vonden we de stad te gecompliceerd worden, denkend aan alles wat er tegelijk op een kind afkomt, en we verhuisden naar Enkhuizen. Bovendien kon ik daar ons eigen huis bouwen en daarbij voor het eerst een tuin voor mijzelf bedenken. Er ontstond direct al een beeld van een stedelijke tuin en bij het zoeken naar een referentiebeeld voor het ontwerp en het karakter van die tuin, herinnerde ik mij een Deens kerkhof. De Deense tuinarchitectuur was door de kleinschaligheid en de gedetailleerdheid lange tijd toonaangevend. En dit was een prachtige tuin met smalle, in één richting lopende lichtgebogen klinkerpaden met haaks daarop tussenpaadjes op wisselende afstand. Daartussenin lagen perkjes