Teruggeworpen op dat eiland vatte Chazal de pen weer op. In totaal publiceerde hij zo'n vijftig boeken en boekjes, allemaal bij een plaatselijke uitgever en in minieme oplagen. Reden waarom die boeken en boekjes, zoals eigen ervaring leert, onvindbaar zijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de enkele geschriften waarop ik wél de hand heb weten te leggen, niet deden verlangen naar meer. In zijn latere werk bouwt Chazal de intuïties van Sens-plastique uit tot een systeem, een heel eigen kosmogonie, waarin Mauritius, met zijn mythische eerste bewoners, de Lemuren, de navel van de wereld wordt. In zijn omvangrijkste boek, Pétrusmok (1951) doolt de schrijver als een tropische William Blake tussen de rotsen en ziet daarin, in wat je eerbiedig ‘visioenen’ en oneerbiedig ‘fantasieën’ kunt noemen, het oerverleden van het eiland tot leven komen. Er staan prachtige stukken in, maar als geheel is het taaie lectuur.
In Sens-plastique is die latere filosofie, door Chazal ‘Unisme’ gedoopt, alleen nog in de kiem aanwezig. De kracht van dit boek ligt in de frisheid van de observaties, de oorspronkelijke manier waarop de schrijver ‘kleine’ dingen waarneemt in flora en fauna, water en lucht, weer en wind, vanuit een verrassend perspectief. Om dat perspectief te verklaren, is in geleerde publicaties verwezen naar mystici als Boehme en Tauler en de natuurfilosofen van de Romantiek, en hoewel Chazal een zeer belezen man was, die heel wel weet kan hebben gehad van deze voorgangers, vergeleek hij zijn kijk op de dingen toch het liefst met die van een kind. Zoals een kind in het patroon op een gordijn gezichten kan zien, een optocht of een veldslag, zo zag Chazal in de natuur ongeziene krachten en verbanden. Zelf heeft hij het als volgt samengevat:
‘Mijn filosofische positie in dit werk komt voort uit het beginsel dat mens en natuur geheel en al continu zijn en dat alle delen van het menselijk lichaam en alle uitdrukkingen van het menselijk gezicht, met inbegrip van hun gevoelens, te onderscheiden zijn in planten, bloemen en vruchten en in hogere mate zelfs in dat alter ego van ons, het dier. En hoewel mineralen gewoonlijk worden beschouwd als onbezield, meer als dood dan als levend, zou ik toch liever zeggen dat ook zij tenderen naar die opperste synthese, de menselijke gedaante, met name als ze in beweging zijn. “De mens werd geschapen naar het beeld van God”, maar daar bovenuit stel ik dat “de natuur geschapen is naar het beeld van de mens”.’
De geboorte van zijn bijzondere ‘blik’ heeft Chazal een en andermaal beschreven: hij liep op een dag door de botanische tuin van Port Louis, de hoofdstad van Mauritius, en keek aandachtig naar een bloem. En terwijl hij stond te kijken, zag hij opeens dat de bloem terugkeek. Het was het moment waarop hij zijn ‘zesde zintuig’ ontdekte. Sens-plastique is, in zijn eigen woorden, een poging om ‘ten eerste het menselijke en de natuur te vatten tussen de twee armen van een pincet, waarvan de ene arm