Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1995 (nrs. 69-72)(1995)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Willem van Toorn Twee gedichten Co Westerik: man in het water, vrouw in boot (1959) Albumblad van voor jaren: hoe wij, op zondag gevaren in de gehuurde roeiboot, onder de bomen paarden, onhandig op hout en daarna de boot lieten drijven en baadden. Vervolgens ik opgedroogd tot in mijn okselharen alleen terug in de boot. Koud in mijn ondergoed, klevend als een dood rimpelvel aan mijn lijf, mijn borsten week uitgedijd. Jij bleef er nog wat in, met verkorte benen, je voeten aangevreten door planten, je geslacht dik deinend als bloemen. Ik dacht, had ik dat binnenin willen voelen tot in mijn tanden. Als ik nu naar ze kijk voel ik weer de lome angst voor voorbijgaan komen van die twee lieve dode anderen daar, opgesloten in verledenheid als een fles. Geen kijken dat ze meer redt van de onherstelbare foto waarop ze zijn bijgezet Uit: Simulatiespel, 1973 [pagina 35] [p. 35] man in het water, vrouw in boot 1959, olieverf en tempera op doek, 118 x 150 cm [pagina 36] [p. 36] Co Westerik: vrouw in kleine ruimte (1978) Hoe kom je zo gevangen. Je had je zelf een wandeling door hoge zalen gedroomd met uitzichten naar alle zijden open, witte gordijnen door de wind gewelfd tussen ijle zuilen. Hier ben je doodgelopen tussen de lijnen van een ander spel, alsof een boos kind je heeft opgesloten in het laag perspectief van zijn kijkdoos. Je hals gebogen om je niet testoten aan de deksel. Je zachte nek onder de zwaarte van je dikke haar gereed als voor een zwaard of de liefkozing van vingertoppen die je niet verdraagt. Of van woorden. Ik trek ze terug. Niets maakt deze gedachte muren ongedaan opdat het grote buiten om je stroomt. Te kleine kamer die je zelf meedraagt in alle ruimten waar je binnen gaat. [pagina 37] [p. 37] vrouw in kleine ruimte 1978, olieverf en tempera op doek 40 x 50 cm Vorige Volgende