Over de medewerkers
Torgny Lindgren (Norsjö, Zweden, 1938) debuteerde in 1965 en publiceerde romans en verhalenbundels. Van hem werden bij De Bezige Bij vertaald: de roman Bathseba en De weg van de slang, en de verhalenbundel De schoonheid van Merab.
Arend Quak (1946). Studie Duitse en Zweedse taal- en letterkunde. uhd aan de Universiteit van Amsterdam voor middeleeuwse taal- en letterkunde (Instituut voor Oudgermanistiek en Skandinavistiek).
John Berger (Londen 1926), essayist, dichter, roman- en scenarioschrijver, woont in de Franse Alpen. Van hem verscheen o.m. bij De Bezige Bij de trilogie ‘De vrucht van hun arbeid’ en Stemverheffing. Een visie op de afgelopen drie jaar.
Nicolaas Matsier (1945). Binnenkort verschijnt de roman gesloten huis.
João Guimarães Rosa, zie de inleiding van August Willemsen. Diepe wildernis: de wegen, de vertaling van Grande sertão: veredas, verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff.
August Willemsen (1936) was tot 1988 hoofdmedewerker aan de Universiteit van Amsterdam. Vertaalde werk van o.m. Ferdinand Pessoa, Dalton Trevisan, Machado de Assis. Publiceerde in 1985 Braziliaanse brieven, de essaybundel De taal als bril en de novelles Een liefde in het Zuiden en De val.
Hassouna Mosbahi (1950, Tunesië). Begon met het schrijven van toneelstukken en hoorspelen en kreeg voor zijn eerste verhaal in 1968 de prijs van de Tunesische radio. Sinds 1980 leeft hij afwisselend in Tunesië en Europa. In 1985 verscheen de verhalenbundel De geschiedenis van de waanzin van mijn nicht Hania. Sinds 1985 woont Mosbahi in Duitsland (München), waar in 1989 de vertaling So heiss. So kalt. So hart verscheen (bij Greno, in 1991 herdrukt bij Eichhorn Verlag). De verhalen in dit nummer zijn vertaald naar de Duitse uitgave.
Anthony Mertens (1946). Wetenschappelijke medewerker Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Recensent van De Groene Amsterdammer. Publiceerde Sluiproutes & dwaalwegen (1991).
Gianni Celati (1937). Bij Meulenhoff verschenen vertalingen van Narratori delle Pianure (1985) en Quattro novelle sulle apparenze (1987). De titel van de verzameling vertellingen, waaruit in dit nummer een keuze is gemaakt, verwijst naar de bundel Vertellers uit de Povlakte. Zie ook Raster 55/1191.
Arnan Oberski (1963) studeerde Italiaanse letterkunde en vertaalde werk van Henry de Monfreid, Edoardo Sanguineti, Ludovico Ariosto, Jacques Roubaud en, in Raster 60, Francis Ponge en Georges Perec.
Geert Mak (1946) is medewerker van nrc/Handelsblad. Van hem verschenen: De engel van Amsterdam en Re-