woont sinds 1968 in Nederland. Als sinoloog werkzaam aan de Rijksuniversiteit in Leiden. Tot voor kort schreef hij zijn poëzie vrijwel uitsluitend in het Nederlands: o.a. de bundels Brandende lisdodden (1984), Slakkenhuis en andere korte gedichten (1985) en Wijl wij dansen (1987). Zijn meest recente gedichten zijn in het Engels geschreven.
Zbigniew Herbert (1924), geboren in Lvov, waar hij tijdens de Duitse overheersing zowel deelnam aan ondergronds werk als Poolse taal- en letterkunde studeerde. Pas na de dood van Stalin kon Herbert publiceren. Zijn eerste bundel gedichten verscheen in 1956. Belangrijke publikaties: Een barbaar in de tuin (kunsthistorische essays 1962). Pan Cogito (1947), Rapport uit een belegerde stad (1983). In Nederland verscheen in 1990 Meneer Cogito (gedichten in de vertaling van Gerard Rasch)
Gerard Rasch (1946) is vertaler uit het Pools en Russisch.
Recente publicaties: Andrej Bitov, Leven in weer en wind; Andrzej Szczypiorski, Nacht, dag en nacht; Bruno Schulz, De komeet (bibliofiele uitgave, Signum). Binnenkort verschijnt van zijn eigen hand: De angst van Hermafroditus (roman).
Amy van Marken is emeritus hoogleraar Scandinavistiek (Rijksuniversiteit Groningen). Zij vertaalde Skandinavische poëzie voor verschillende bloemlezingen en werk van Strindberg en Ibsen voor het theater. Specialiseerde zich op het werk van Knut Hamsun.
Rolf Jacobsen: zie de inleiding bij de gedichten.
Willem van Toorn (1935). Recente publikaties: Rooie (jeugdboek 1991), Eiland (gedichten 1991). Binnenkort verschijnt De Waal, gedichten bij litho's van Willem den Ouden.
Franco Loi: zie de inleiding bij de gedichten.
Jasper Mikkers (1948). Publiceerde onder het pseudoniem Tijmen Trolsky o.a. Aliesje (1975) en Zwarte liederen (1976). Recente publikaties: De weg van de regen (1990), Wie is uiteindelijk (1990).
Hans Groenewegen (1956). Publiceert over literatuur en theater. Publicaties: Nachtelijke rede (poëzie 1988) en Hete herfst aan het begin van een ijstijd (literaire reportage 1991).
Tadeusz Rósewicz (1921). Publiceerde voor de tweede wereldoorlog al zijn eerste gedichten. Studeerde kunstgeschiedenis en verwierf grote bekendheid als dichter en toneelschrijver. In 1947 verscheen zijn bundel Onrust, die hem in Polen tot woordvoerder van de overlevenden maakte. Latere werken o.a.: De tijd die komt (1951), Vormen (1958), Het gezicht (1961), Traumatische vertelling (1979).
Bert Schierbeek (1918). Recente publikaties: De tuinen van Suzhou (1986), Door het oog van de wind (1988).
Song Lin (1959). Studeerde, na een verplichte periode op het land, Chinees aan de universiteit van Shanghai. Werd gearresteerd omdat hij na de studentenprotesten in het openbaar zijn ideeën over democratie had geuit. Kreeg in 1990 het Poetry International eregeld en woont sinds