Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1992 (nrs. 57-60)(1992)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 121] [p. 121] Hans Tentije Lorenzetti (1) Aan de oever van een meer, 22×33 cm Siena, Pinacoteca Nazionale Geroeid als ik kwam en het schokken van de van licht druipende spanen voelde tot boven in mijn schouderbladen met mijn rug naar de voorplecht gekeerd, keek ik uit over alles wat ik verliet, en zag dat ik dat bij iedere slag wel leek te willen omhelzen zo lag het verdwijnende voor, het komende achter mij - sloot ik mijn ogen, dan waren er de ranken en de zonovergoten tuinen, de hoge, schaduwrijke rijen bomen langs het strand, de trossen blauwe regens waarover je mij meer dan eens vertelde tegen de tijd oproeiend, zodat de riemen kraakten in hun dollen, wist ik niet goed wat voor richting mijn gedachten nu uitgingen of er soms geen verschil bestond tussen heimwee en verlangen [pagina 122] [p. 122] wist hoogstens dat jij op je drempel zou staan wanneer ik mij eindelijk naar je omdraaide, en mijn boot schurend over kiezel of schelpzand voor je voeten belandde aardser moest het paradijs, aardser - en dat het daar was misschien, waar jij op mij wachtte [pagina 123] [p. 123] De zwervende pijn van herinneringen als deze - hoe tintelend de bleekgroene spiegelingen waren die over het plafond kabbelden, even doorschijnend als daarbuiten het water op zulke bewegingen steeds dichter naar elkaar toegedreven streelden we, half slapend nog, de wankele dromen van ons beiden of anders 's nachts - de wilde spatten van je mos in oude, oude steen gebrand - hoe dan de hagedissen overdag langs de uitgesleten traptreden wegflitsten als wierpen ze, om aan ons geluk te ontsnappen hun witgloeinde staarten af bijna altijd is het weinige voldoende maar soms, soms is ook wat te veel is op geen stukken na genoeg Vorige Volgende