kikkerproef
Rond 1960 toen men tot gevangenisstraf werd veroordeeld voor majesteitsschennis en vervolgd voor godslastering, stierven er ongekend veel kikkers in een stad als Amsterdam en niet alleen door de eerstejaars medicijnen met hun messen.
Meisjesstudenten van alle studierichtingen die wat lang met een vriendje in een park of portiek hadden rondgehangen, waar moesten ze anders heen in die dagen van de deugdzame hospita's, wezen elkaar snel de weg naar het laboratorium in Zuid waar ze, zodra ze langer dan twee weken overtijd waren, in hun leren jasje met hun rieten mandje naar toe fietsten om een decent ingepakt monstertje ochtendurine af te geven, sommige groen van de ochtendmisselijkheid, voorlopig nog geweten aan de roekeloze inname van goedkope chianti uit mandflesjes tijdens het luisteren naar Franse chansons van Brei, Brassens, Béard en andere helden van de pick-up in schemerig gehouden zolderkamers.
Veel romantische liefde eindigde in die dagen met de kikkerproef.
De uitslag was snel en betrouwbaar: bleef de kikker groen na de onuitsprekelijke behandeling dan hoefde er niets, verkleurde hij dan moest er van alles.
Het meisje kon nog kiezen uit deze drie: schande, huwelijk of breinaald, de kikker was er hoe dan ook geweest.
(Imme Dros)