| |
| |
| |
H.C. ten Berge
Oesters & gestoofde pot
een maaltijd met zes dichters in het Nederlands opgediend
Het ligt niet in de bedoeling het stevige menu van negen gedichten dat de lezer hier wordt voorgeschoteld te voorzien van een uitgebreide toelichting. De verteerbaarheidsgraad van de afzonderlijke gangen is per slot afhankelijk van de toestand waarin de lezersmaag verkeert.
Voor het laatste onderdeel van het menu moet echter een uitzondering worden gemaakt, omdat het de introductie van iets onbekends betreft: de Tabletten van de Amerikaanse dichter Armand Schwerner. Het gaat niet om bruistabletten die gemakkelijk oplossen, maar om al dan niet fictieve kleitabletten waarvan er nu enkele tientallen in omloop zijn gebracht. Met het oog op het thema van dit Rasternummer wordt het tweede Tablet gepresenteerd, geschreven in de late jaren zestig toen de ontwikkeling van de inmiddels uitgegroeide reeks nog in een pril stadium was. De Tabletten passen in de modernistische traditie van het grote, steeds uitdijende gedicht zoals die is gepraktiseerd door dichters als Eliot en Pound. Het model en de poëtische structuur zijn die van de in spijkerschrift gestelde Sumerisch-Akkadische kleitabletten. Deze boden de auteur - die zich konsekwent de ‘vertaler-geleerde’ noemt - mogelijkheden om uit het syntactische corset van de taal te breken en daarbij gebruik te maken van archaïsche zowel als hedendaagse beelden, uitdrukkingen, motieven en op het eerste gezicht merkwaardige woordconstructies. Mettertijd ging Schwerner ertoe over de door hem gestichte verwarring tussen illusie en werkelijkheid op twee manieren te versterken: de suggestie van authenticiteit werd gewekt door gaten in de tekst te laten vallen; woorden en frasen van twijfelachtige betekenis werden voorzien van aanvullingen of afwijkende lezingen, terwijl hij zich als vertaler-geleerde tussen de tekst en de lezer begon op te stellen met korte commentaren, die in de tekst zelf zijn afgedrukt. Deze commentaren worden door middel van een asterisk (*) aangegeven. De gaten in de tekst - suggererend dat op die plaatsen woorden of zinnen zijn uitgewist dan wel onleesbaar geworden - markeert hij met andere tekens. Tablet X vormt in dat opzicht het summum: wat er van de ‘oude’ tekst is overgebleven blijkt
onvertaalbaar, terwijl
| |
| |
de rest is uitgewist met uitzondering van het lidwoord ‘de’, dat tweemaal slechts als mogelijkheid tussen teksthaken staat genoteerd.
Een meer dan summiere toelichting bij Schwerners Tabletten zou buiten het bestek van deze bijdrage vallen. Om die reden nog alleen één opmerking over Tablet II: de ‘richtingen’ en ‘vissen’ waarvan aan het begin en einde sprake is verwijzen naar het eerste Tablet, waarin de windrichtingen verbonden blijken met specifieke vissen. Zo staat de elft voor het noorden, de kabeljauw voor het oosten, de makreel voor het zuiden en de tonijn voor het westen. Deze vertaler-geleerde heeft in regel 1 de vrijheid genomen ter verduidelijking een aanvulling tussen teksthaken toe te voegen. Schwerner hanteert voor zijn werk de volgende sleutel:
............ |
: |
onvertaalbaar |
+ + + + |
: |
ontbreekt |
(?) |
: |
andere lezing |
[ ] |
: |
aanvulling door vertalergeleerde |
| |
| |
| |
Mark Strand
Poëzie eten
Inkt loopt uit mijn mondhoeken.
Mijn geluk is ongëevenaard.
De bibliotheekjuffrouw gelooft haar ogen niet.
en ze loopt rond, haar handen in haar jurk gestoken.
De honden op de keldertrap komen eraan.
hun bleke poten branden als een kreupelbos.
De arme bibliotheekjuffrouw barst stampvoetend in tranen uit.
Als ik op mijn kniëen val en haar hand aflik,
Ik grom haar toe en blaf.
Dol van vreugde stoei ik in het boekerige donker.
Reasons for Moving (1968)
| |
| |
| |
Christopher Middleton
De ontbijttafel dekken
Een paar gebarsten oude kommen
Schaduw vangen naarmate ze voortkruipt over
Er een tafel is, en jouw gast
Het meisje verschijnt, ellebogen hoog, dat haar vlechten
Herstelt, laat dan geen enkel detail
Aan twijfel onderhevig zijn. Haar gemoedsrust
Zal haar misschien zeggen
Deze weet misschien hoe te leven -
Zonsopgang jullie eenparige daad, de wereld buiten
Eén keer in opstand. Ze zal de plazas
Uit hun stenen vlees zien springen
En, gesmolten, stellen alle domme standbeelden
De geur van enige cyclamen samen
Die, door jou gestoken in een wankele vaas,
Van een minnaar vervlechten met sprakeloze intelligentie
| |
| |
| |
| |
| |
Christopher Middleton
Salami in Romanshorn
Die salami in Romanshorn, zo
een plak, de eerste, nog een, & het brood
kraakbeen noch rook, een stuk
van het beste, een slag, zei ze, boven
& plaatste het boek, niet
de salami, dus het boek zal ook
er op lijken, zo'n beetje
de salami bewonderen, misschien
was dit? Op het strand? Was er wat
aan de hand? Heleboel, maar verdomd als
het boek, iets, ja waarom niet,
zou zij het graag willen weten
Carminalenia (1980)
| |
| |
| |
Seamus Heaney
Oesters
Onze schelpen klepperden op de borden.
Mijn tong was een machtige trechter,
Mijn gehemelte getooid met sterrenlicht:
Terwijl ik de hartige Pleiaden proefde
Dompelde Orion zijn voet in het water.
Lagen ze op hun bedden van ijs:
Tweekleppigen: de gespleten bol
En verleidelijke zucht van de oceaan.
Bij miljoenen opengereten, gekraakt en verstrooid.
Langs bloemen en kalksteen
Waren we naar die kust gereden
En daar zaten we, toostend op vriendschap,
Terwijl we in de koelte van strodak en steengoed
Een volmaakte herinnering opsloegen.
De Romeinen sleepten hun oesters goed verpakt
In hooi en sneeuw zuidwaarts over de Alpen naar Rome:
Ik zag vochtige draagmanden
De varenblad-lippige, zilt-bijtende
Overvloed van bevoorrechting braken
En was boos dat mijn opdracht niet kon rusten
In het klare licht, als poëzie of vrijheid
Die uit zee naar binnen leunde. Ik at de dag
Weloverwogen, opdat zijn scherpe smaak
Mij voluit tot het woord, het zuivere werkwoord kon bezielen.
Field Work (1979)
| |
| |
| |
Gary Snyder
Oesters
dan op oesterjacht, de hele ochtend
Een reusachtig maal op wit
houten platplankige Staatspark-bank
En aten oesters, gebakken - rauw - gekookt in melk
& stapten weer in onze wagen,
The Back Country (1968)
| |
| |
| |
Gary Snyder
Hoe gestoofde pot in de Pinacate-woestijn te bereiden Recept voor Locke & Drum
A.J. Bayless' winkelwagen van gebogen staaldraad, koop wat pastina-
peen, koolraap en piepers, groene paprika,
& negen plakken donker schenkelvlees.
Ze lopen daar op eigen poten; dat geeft vlees een smaak.
Zeven uur 's avonds in Tucson, sla wat meel in voor de knoedels.
Ga naar Hadley's keuken pal naast het braadvlees - Diana staat te
bellen - pak een plastic zakje van Drum -
Vul het met dragon en spaanse pepers; vier laurierblaadjes; zwarte pe-
perkorrels en bazielkruid; oreganopoeder, iets naar keuze, misschien
Nu afgezakt naar Sonora, de Pinacate-streek, ontsteek een vuur van
gebroken takjes en stukjes ijzerhout in een open lavacirkel: stook wat
kooltjes vuur terzijde (en als je slim bent) in de richting van de wind,
hou de rest half brandend voor licht en warmte.
Plaats Drum's veertienduims hollands fornuis met drie poten boven
Leg de repen spek er nu in.
Doe alle schoongemaakte en geschilde en gesneden groenten in een an-
Snijd het schenkelvlees in stukjes, leg het bot opzij.
Gooi het schenkelvlees erop
En roer terwijl het gefrituurd wordt, overal as, gesis - schroei je
| |
| |
Zoals Locke zegt laat het bijna verbranden - voeg dan water toe uit het
voeg het zakje kruiden toe - laat het vijf minuten doorkoken - en gooi
dan alles in de pan wat je nog over hebt,
Dek het af met een groot verzwaard warm deksel; zit en wacht, of
En roer tevens het beslag apart, een beetje water in wat meel,
laat dat als laatste van de lepel in de stoofpot druipen.
En kook het nog zo'n tien minuten;
til de zwarte pan nu van het vuur
en laat haar weer een goede tien minuten staan.
Dien het op en eet het met een lepel, zittend op een poncho in de
The Back Country (1968)
| |
| |
| |
Mark Strand
Gestoofd vlees
Mijn blik rust op het stoofvlees
dat in plakken op mijn bord
En voor een keer deert het verstrijken van de tijd
op gebouwen van beroete baksteen
en blijf onberoerd dat ik
niets levends zie - geen vogel,
in de kamers achter de donkere ruiten.
In deze dagen, nu er weinig
te beminnen of te prijzen valt
kan men slechtere dingen doen
voor de macht van het eten.
| |
| |
de stoom die van mijn bord
opstijgt naar binnen, en ik denk
over mijn bord en schepte het vol
haar geur van selderij en knoflook
en dat ik haar met stukjes brood
Het vlees van de gedachtenis.
Het vlees van geen verandering.
Ik breng mijn vork omhoog
The Late Hour (1978)
| |
| |
| |
Kingmeroet
Een lied over honger
Ik werd door diepe vrees bevangen,
Trok ik strompelend landinwaarts;
Ik gleed uit, sloeg telkens tegen de grond
Bij het Kleine Muskus-os Meer
Namen de forellen mij ertussen
Door geen enkele maal te bijten
Bereikte de Jonge Mannen Rivier
Waar ik eens zalm had gevangen
Als een losgeschoten vislijn
Zou ik ooit weer vaste grond
Onder mijn voeten voelen?
Ik wankelde voort en mompelde,
Mompelde alsmaar bezweringen onder het gaan.
[Opgetekend door Knud Rasmussen bij de Koper-Eskimo's, 1923]
| |
| |
| |
Armand Schwerner
Tablet II
Dit tablet bestaat uit een genummerde lijst. Ten minste enkele onderdelen kunnen titels van liederen zijn die nooit werden gevonden, of die nooit werden opgeschreven. De precieze plaatsing in de context van de reeks tabletten vormt een probleem.
1. lege gaten in de [vier wind] richtingen van vissen-liggende-stervende
2. ................. strengen en stukken + + + + + + + + + + + + + +
4. het zijn droge schubben + + + + + + + + + + + + + + + + + +
5. van binnen zijn hun schubben nat (vochtig?)
6. het zijn lege gaten; waarom lopen ze en lopen ze?
7. de + + + + + + kinderen eten .......... strengen en stukken
8. de lege kinderen rennen op [hun] modellen (schoenen?)
9. het varken (god?) wacht ................... vis-dood
10. de kinderen .................................
11. de kinderen ............................. balspelen
12. de kinderen ........................................
13. ........... moeten eten (zouden-konden-zullen-willen-eten?) regen pintrpnit Ga naar voetnoot*
14. de weg....... penis-denken pintrpnit
| |
| |
15. somtijds lopen ze met een krokodil over de weg bij de rivier pintrpnit
16. in hun domme onwetendheid omtrent vis-dood kunnen ze dichtbij de knom Ga naar voetnoot* lopen
17. o ze zijn dom ze schieten te kort ze lopen en lopen
18. ze scheiden vis en dood
19. ze scheiden vis en dood niet
20. bij de knom temmen ze de auroch pintrpnit
21. niet ver van de knom temmen ze, op lenteavonden, de urus pintrpnit
22. hoe ze alsmaar lopen in domme onwetendheid in domme onwetendheid
23. door de weg bij de rivier te bewandelen temmen ze de wisent Ga naar voetnoot* pintrpnit
24. ze zijn groter dan urus pintrpnit
25. wat zijn ze klein naast de urus pintrpnit
26. de.............. de regen opslurpen
27. ........... erg warm op onze knieën
29. niet slechts om te eten, maar om het bloed.........
30. niet slechts om te eten, maar om de knom.........
31. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + voor altijd
32. hersenen en lever............ vele gunsten
| |
| |
34. we hebben geen fout begaan/de (energie?)/de (energie?)
35. de zon zit in de [testikels] van het varken (god?)
36. de zon + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +
37. het grote huis + + + + + + + + geel (N?/elft?/braaksel?)
38. de zon uit de kabeljauw
39. de zon uit de kabeljauw
40. de zon uit de kabeljauw
41. de zon uit de kabeljauw
42. de zon uit de kabeljauw pintrpnit
Sounds of the River Naranjara & The Tablets I-XXIV (1983)
|
-
voetnoot*
- de idiosyncratische plaatsing van de middelste horizontale spijkerschriftwiggen suggereert dat het woord ook ‘ademen’ kan betekenen.
-
voetnoot*
- transcriptie. Waarschijnlijk een archaïsche vorm van ‘hallelujah’ of ‘sela’.
-
voetnoot*
- auroch, wisent, urus: grote langgehoornde voorouder van de hedendaagse stier
|