J. Bernlef
Francis Ponge: een introduktie
Francis Ponge werd op 27 maart 1899 in Montpellier geboren. Hij ging daar, en later in Caen, op school en werd in 1918 gemobiliseerd. In 1919 werd hij lid van de socialistische partij. In 1922 verschenen zijn eerste teksten. Hij raakte bevriend met Jean Paulhan. In 1931 begon hij bij uitgeverij Hachette te werken. Korte tijd later trouwde hij. Een flirt met de surrealistische beweging van André Breton mondde uit in zijn lidmaatschap van de Franse kommunistische partij, in 1937. In 1942 verscheen zijn bekendst geworden publikatie Le parti pris des choses. Sartre en Camus reageerden enthousiast maar de oorlogsomstandigheden zorgden ervoor dat het boekje pas na de oorlog de aandacht zou krijgen die het verdiende. In 1947 verliet Ponge de kommunistische partij omdat hij zich niet kon verenigen met de uitgangspunten van het sociaal realisme. Hij verdiende in deze tijd zijn geld onder meer door het schrijven van teksten bij het werk van beeldende kunstenaars als Braque en Giacometti. In 1952 kreeg hij een betrekking bij de Alliance Française, waar hij tot aan zijn pensioen in 1964 werkte. In de jaren zestig zorgden redakteuren van het tijdschrift ‘Tel Quel’ voor een hernieuwde belangstelling voor zijn werk. In de serie ‘Poètes d'ajourd'hui’ publiceerde Philippe Sollers in 1963 een deel over Ponge, in 1970 gevolgd door een transkriptie van een aantal gesprekken die hij met de dichter voor de Franse radio voerde: Entretiens de Francis Ponge avec Philippe Sollers. Francis Ponge leeft in de Provence.
In Nederland is Ponge nog grotendeels een onbekende. Dat is ook de reden van deze presentatie. Het introducerende artikel van Richard Stamelman werd overgenomen uit het speciaal aan Ponge gewijde nummer van ‘Books abroad’ (augustus 1974). Het fragment uit ‘Zeep’ in de vertaling van Peter Nijmeijer werd met diens toestemming overgenomen uit de enige Nederlandstalige publikatie van het werk van Ponge: Zeep (uitgeverij Tango/Sijthoff, 1973).