Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1981 (nrs. 17-20)(1981)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Bert Schierbeek Binnenwerk fragment toen toen mijn vader (hij wou graag negentig worden) negentig was geworden toen viel hij dwz: hij was uitgegaan zonder hoed onder de felle zon op het gazon lopend op zijn krukken die krukken had hij van af zijn twee en tachtigste jaar toen viel hij omdat hij dacht nog touwtje te kunnen springen toen dus acht jaar na het touwtje springen viel hij weer hij zei daarover: toen ik daar lag wist ik: 't is de laatste keer dat ik val nee geen beelden van vroeger dat komt later pas ik lag gewoon in 't gras en ik rook het een geur van hooi omdat 't zo warm was [pagina 84] [p. 84] 't lag ook wat plat net als ik 'k zag ook heel duidelijk de rozen, de violen en de duizendschonen in de border ook niet zo fris meer ruiken kon ik ze niet de kleuren zag ik wel al een beetje verwelkt 't was duidelijk 't liep op 't laatst onder de zon ik voelde geen pijn misschien iets opgeheven de zwaartekracht misschien zo kroop ik naar de muur van 't abc (Algemeen Bejaarden Centrum) ik woog niks ik trok me op aan de vensterbank van het abc en dacht het begon er mee gaf er veertig jaar les in en het eindigt er in raas ik biznis class klm Chicago-Amsterdam naar hem toe niettemin te laat hij had zei men mij ook nog gezegd: (terwijl hij afscheid nam van zijn vrienden wel 80 de middag voor de nacht [pagina 85] [p. 85] waarin hij stierf) als je het ouder worden niet accepteert is dat het teken van een slecht besteed leven maar dood is als je niks meer zegt en anderen herhalen wat je zei zo zei hij ook: het gesprek met jezelf en al die anderen maakt meestal eenzaam iedereen zegt wat anders zelfs als ie 't zelfde zegt anders gezegd boven Nova Scotia zei Oktavio Paz: een mens is een wezen van woorden daarzonder is hij niet te vatten zeker: het schuift voorbij heel langzaam naar een licht van niets wie weg gaat gaat weg wie weg blijft steeds verder weg hij stond graag in het midden hield van volle zalen die hij graag toesprak met broze stem [pagina 86] [p. 86] kwetsbaar buigzaam maar niet te breken rijd je voorbij zie je de rook uit de schoorsteen (het crematorium) en denk je daar gaat ie hoewel ook dat niet zeker is dat 't zijn rook is en zie je hem lopen 's ochtends in de zomer door de tuin in zijn lange onderbroek sprak ie met de bomen zei hij en de vogels die hij hoorde (hoewel geheel niet muzikaal) en stond ie stil (zingen is het mooiste dat er is) en zie je hem staan aan de Orinoco rivier op muziek van Vilja Lobos op eilanden eenzaam tussen lianen gehuwd aan machtige bomen (o je moeder pronkte zo graag met prachtige kleren en grote hoeden, zei hij) en dan weer door onwaadbare rivieren voor sluizen die er niet zijn toch voor schut of snel zoals het gaat de eeuwige sneeuw van een totaal wit Groenland (de steden dringen ook daar al op) [pagina 87] [p. 87] als een hond voor een slee die zijn vracht niet kent noch het einde vraagt ‘ja’ vertwijfeld aan ‘nee’ (en woedend) denk ik ik kom vier dagen langs hou het huis leeg ik heb geen rechten of ik schiet en wat er verder komt aan paniek en mooie woorden zetten we op de brug een draaiorgel voor de overtocht en 't volk de volksmond een mond vol volk wat droom? vroeger stroogeel haar en veel verwarring ook ouders vol verwarring in geen van beide gevallen noch vader noch moeder verantwoordelijk wacht je af stroogeel binnen termen van orde geheel in verwarring maar je weet: het witte wijf en de beer [pagina 88] [p. 88] brunen om 't hardst als ze niks zeggen en je roept pas op ik kom vier dagen langs hou het huis... (glas in de hand lege scherf vol...) ondertussen zoekend naar verklaringen van iets dat je ontgaat binnen de bestaande verklaringen misschien wel beginnen zoals het begon in niemandsland het masker een zorgvuldig gekozen gemeenplaats door de eeuwen gewet tot een leeg handvat dat overal vat heeft een gezicht zonder kijk een spiegel zonder achterkant een stem zonder echo en als 't zover is zei hij is 't rook een dunne sliert die wegdrijft op de wind als er wind is en zo niet nog even blijft hangen van vorm veranderend tot de vorm is opgelost maar zei mijn vriend 't heeft plaats gevonden 't had plaats [pagina 89] [p. 89] gisteravond gehad een gevecht gevecht plaatsgevonden (na lang wachten) vond daad plaats zo'n kei in 't vergeten zag 't gezicht twee kinderogen nog open tussen neus en lippen de keuze is gemaakt en wat de wereld zegt natuurlijk het landschap is de woning van het volk ik bedoel dat soort pech waarin onze tango uitblinkt werpt de ijzeren bloem een gat in het voorhoofd van de ontvanger men begint het al door te krijgen (misschien toch maar op reis met mijn moeder zoals jij deed met je vader) koop je een klein schriftje (een carnet zegt men in Frankrijl en schrijf je op: (of althans had je zo willen beginnen) de eenvoudige sterveling [pagina 90] [p. 90] is voor machthebbers nauwelijks interessant ze sterven gemakkelijk en zonder een woord maar wat gebeurt plotseling zie je een vlek een receptieve kale zone geen helm van leer en schrijf je verder: zelden zag ik hem zo broos en zeldzaam geschonden door de wind in Wilhelmshaven steeds op reis al lopend scheert hij haaks en schuin het leven langs en in de haven blaast hij tussen twee slokken door een mijnenveger op zo is hij bij tijd en wijle eeuwig wat binnen werkt werkt binnen en komt vertaald maar buiten in deze zin kan ook een storm in een glas water schade doen of je wilt of niet je trekt je laarzen weer aan er op af [pagina 91] [p. 91] met zijn allen je weet het we worden opgelost met zijn allen in hetzelfde bad waarin de materie onze eigen stof zich keert tegen zich zelf en als adem de laatste besterft op je lippen als dauw zegt men Dennis Banks is mijn vriend zei Spotted Elk (Gevlekt Hert) we waren geen lafaards indianen waren nooit laf al was ik wel eens bang om te vliegen je moet een man zijn je moet je leven regelen en dat van je kinderen je geld en een baan hebben en zorgen voor mijn drie dochters Geloof Hoop en Liefde in geen drie jaar gezien (grote tranen) ik ben moe (meer tranen) je moet indianen begrijpen en maken dat mensen indianen begrijpen ik heb in de kerk gebeden (slaat een kruis) ik kreeg lagere school, middelbare school, kreeg universiteit sociologie kreeg alcoholisme ik zag Ira Hayes de amerikaanse vlag hijsen op Iwo Jima hij werd nationale held en vergeten en stierf aan de drank als je niet nadenkt op tijd dus vóór denkt gebeurt dat (heft zijn vuist) macht roept hij ik ken Dennis Banks, Russell Means, Clyde Bellecourt, Vernon Bellecourt ik dronk samen met Raymond Yellow Thunder in Pine Ridge Wounded Knee 1890 er was geen veldslag [pagina 92] [p. 92] er was massamoord (begint te snikken en zacht te zingen in Lakota) ik mag niet huilen ik moet een man zijn wij zijn niet laf (schreeuwt hij) zie Manhatten Island Plymouth Rock Wounded Knee Raymond Yellow Thunder werd geslagen verschrikkelijk geslagen en stierf er aan in Gordon Nebraska kom niet zo met geweren en zwaarden om ons aan te vallen... wat helpt het jullie om met geweld te nemen wat je rustig kan krijgen met genegenheid... of te vernietigen hen die jullie van voedsel voorzien... leg je neer en slaap rustig met mijn vrouwen en kinderen lach en ik zal blij zijn met jullie Spotted Elk: dit zei Powhatan tegen Capt. John Smith Powhatan was niet laf hij dacht anders inderdaad wat Vallejo schreef: een mens is een triest zoogdier dat zich kamt vroeg mijn vader aan Piet Suasso pastoor in Jeantes nadat hij de hele avond de organisatie van de RK kerk had uitgelegd waar blijft nu waar Jezus het eigenlijk over had zei Piet (sussend) daar zullen we 't een andere keer over hebben natuurlijk is er het grote verdwijnen je zakt weg in een brij van afhankelijkheden waarvoor het woord moeras misschien het beste is [pagina 93] [p. 93] of door de bomen het bos niet meer zien alleen als het stormt zie je 't bos weer 't bos één groot zwart groen schip kantelend in een kleurloze wind zegt Marcel: kijk een koe staat altijd met zijn kont in de wind omdat zijn kont groter is dan zijn kop aan het andere eind van het probleem trekt men touw stoppen een brandende sigaret in je kont electroden aan je kloten en spreken je zacht toe als liefhebbende moeders hoor ik mijn vader zeggen kinderen zijn het natuurlijkst dus het best te begrijpen als zij spelen vrij op het schoolplein daar leer je ze kennen beter dan in de klas denk ik zeg ik toch... zeg ik nee... nee toch als je 't zag nooit gedacht (wel een paar schaatsen) en toch: gebroken neus en lippen ook ogen dicht die nog open waren [pagina 94] [p. 94] dwz op de foto na dicht nee we vragen niets voor een bord vol antwoorden zullen we niet eten hoewel zei mijn vader : 't is een moment nietwaar als altijd en eeuwigdurend 't laatste dan voor altijd nietwaar even later: hoe vind je nou de weg in Amerika zeg ik: werd ik opgebeld door Jan de Vries die ik in geen dertig jaar gezien heb en hij vraagt of ik kom maken we een afspraak en zegt hij (je hebt natuurlijk een wegenkaart) neem je vanaf Iowa City highway no 80 naar 't oosten rijdt over Davenport Rock Island (over de Missisippi) door naar Chicago, je volgt 80 tot splitsing met 94 die neem je dan weer oost richting Detroit tot afslag Ann Arbor na afslag links brug onderdoor kom je op een plein met stoplichten je rijdt gewoon door passeert nog een stoplicht bij het volgende (een vijfsprong) neem je de tweede links rijdt door tot tweede rechts dat is Harbrookstreet waar we wonen op nummer 1405 het vijfde huis aan je rechter hand... dan ben je er tot ziens Vorige Volgende