zij geen onafhankelijke, van elkaar gescheiden entiteiten. Alles vormt een proces. De wereld is één verband van ontologische gebeurtenissen. Alles in de wereld is wederzijds gerelateerd aan alles.
Gilliams verwacht het heil niet van een opperwezen, maar van een mystiek inzicht in de dingen. Net als alle grote dichters wacht hij gespannen op de openbaring die ‘het mateloos surplus der dingen’ (VB ii 17) hem kan brengen. Als alles verbonden is met alles, dan is het zaak zich bewust te worden van de plaats die men in deze complexe orde inneemt.
5. Elias of het gevecht met de nachtegalen (1930-35) is de spil van Gilliams’ circulaire oeuvre, en binnen deze kern draait alles rond het landgoed en ‘de beek en haar onverklaarbare betekenis’ (VB 1183). Zowel de seizoenen als de stemmingen zijn er onontkoombaar.
Het landgoed fascineert en inspireert angsten. Het biedt een ‘graag ontvluchte, folterende rust’ (VB 11 71). Het is het toneel van spanningen en opluchting, van geborgenheid en Kleinlichkeit. Het is niet overdreven te stellen dat het kasteel Elias opvoedt, evenzeer als hij zich zelf vormt tot een fijnbesnaard, uiterst gevoelig jongmens met een concrete wereldvisie.
De ervaringen die de knaap Elias in en rond dit landhuis opdoet, vormen niet het voorwerp van morele verontwaardiging, c.q. van vertedering, geventileerd door de in historische presens vertellende ik-figuur; deze ervaringen zijn niets anders dan het materiaal dat de eigenzinnige wijsgeer-schrijver tussen 1930 en 1935 componeerde tot het boek Elias of het gevecht met de nachtegalen. Men stare zich evenwel niet blind op de compositie van deze tekst. Al te vaak heeft men, het woord van de latere dagboekschrijver geloof schenkend, naïef gemeend dat Elias een louter muzikale tekst vormt. Elias is tevens een wijsgerige zoektocht naar het onvervangbare, het onachterhaalbare.
Dat Elias zich manifesteert als een behoorlijk verwend, redelijk gefortuneerd, fysiek zwak gebouwd etc. kind mag dan niet geheel te verwaarlozen zijn, hoofdzaak is dat de schrijver van de tekst Elias dankzij de zintuiglijke gevoeligheid van het personage Elias deze wijsbegeerte van de concrete
ervaring weet te voltrekken. Geen ijle speculatie of hooggestemde abstracties bij Gilliams dat is goed genoeg voor vakfilosofen-maar de rijke waarden en de ambivalente betekenissen van het hier-en-nu der ervaring.
Dat is de boodschap van de schrijver Maurice Gilliams.
6. In de Anton Wachter-romans van Simon Vestdijk kan een hele generatie Nederlanders zich spiegelen.
Fungeert Elias als tegenhanger hiervan in het Zuiden? Waarom is dit boek nooit de Bildungsroman van de Vlaamse intellectueel geworden? Onzinnige vragen! De permanente politieke en culturele identiteitscrisis waarin de Vlaming zich al anderhalve eeuw, zo niet langer, bevindt, heeft het schrijven van een ontwikkelingsroman-een typisch cultuurprodukt van de achttiende en negentiende eeuw, met meesterlijke uitlopers in de twintigste eeuw-in de Nederlandstalige literatuur van België onmogelijk gemaakt. Het is Gilliams’ keuze geweest zich totaal van deze onoverzichtelijke identiteitscrisis te distantiëren. Al in de essay-achtige novelle Libera nos, Domine (1927) roept de jonge dichter wanhopig uit: ‘Mijn God, waar kon ik naartoe, in deze wereld van getatoeéerden en spraakgebrekkigen?’ (VB iv 26). Van jongs af koos Gilliams zijn eigen weg, en die leidde naar binnen.
Het gemis aan contact met gelijkgestemden heeft in het proces van vereenzaming evenzeer gespeeld als Gilliams’ van de buitenwereld afgeschermde jeugd. Geen enkele literaire beweging kon Gilliams bieden wat hij zocht: een eigen waarneming van dingen en mensen die zijn diepe verlangen naar kennis, met een bredere draagwijdte dan schrale boekenwijsheid, vorm en gestalte zou geven. Men kan Elias lezen als de geschiedenis van iemand die, gekoesterd in een familiale schoot, deze serre-achtige levenswijze overstijgt door hem radicaal te verinnerlijken. Wat het personage Elias zo sterk in zijn neef Aloysius aantrekt: het probleemloze vitalisme waarmee deze Draufganger binnenvalt in de poppenkast die Elias’ dagelijkse levensvorm is,- deze levenskracht buigt Elias om tot een ervaringsdrift van de microkosmos waarin hij met ambivalente