een gerechtelijke veroordeling (wegens zg. medeplichtigheid bij een Palestijnse aanslag). Publiceerde totnogtoe drie eigen dichtbundels. Is redakteur van het tijdschrift Kreatief.
Jacques Hamelink (1939). Recente publikaties: Niemandsgedichten (een keuze 1964-1975-1976): Een reis door het demiurgenrijk (proza, 1976); Stenen voor mijzelf (gedichten, 1977); De droom van de poëzie (essay, 1978).
Kenneth White, geb. 1936 in Glasgow. Groeide op aan de westkust van Schotland, studeerde Franse taal en letterkunde in Glasgow en Parijs. Verblijft nu dertien jaar in Frankrijk, afwisselend in het zuiden waar hij woont en Parijs waar hij o.a. moderne Amerikaanse poëzie doceert aan een van de universiteiten. Werkte vanaf 1969 regelmatig mee aan Raster. Publiceerde o.m.: Wild Coal (1963), En toute candeur (1964), The cold wind of dawn (1966), The most difficult area (1968), André Breton, Selected Poems (1969), Travels in the drifting dawn (1972), The tribal dharma (essay over Gary Snyder, 1975), The coast opposite humanity (essay over Robinson Jeffers, 1975). Les limbes incandescents (proza, 1976). Terre de diamant (1977). Enkele uitgaven zijn ter perse, waaronder ‘A walk along the shore’ dat gedeeltelijk eerder in Raster (winter 1972-73) werd gepubliceerd. Een Nederlandse vertaling van Travel in the drifting dawn is in voorbereiding.
H.C. ten Berge (1938) zie Raster 5.
Peter Nijmeijer (1947) zie Raster 4.
Roswitha Wiegmann (geb. 1948 in Königsbrück DDR). Was wetenschappelijk medewerker voor Duitse literatuurwetenschap aan de universiteit van Jena. Is sinds 1974 docent aan de lerarenopleiding De Witte Leli. Publiceerde in De Groene Amsterdammer en De Revisor.
Heiner Müller (geb. 1929 in Eppendorf, Sachsen). Na 1945 journalist, 1954/55 wetenschappelijk medewerker van de schrijversbond, sinds 1959 toneelschrijver. Met Die Korrektur (1958) en Der Lohndrücker (1957) ontwikkelde Müller een populaire vorm van Agitprop-theater, voortgezet met Der Bau (1965) en Zetvent (1974). Met een nieuwe versie van Sophocles’ Philoktet (1965) begint hij zich in zijn toneelwerk bezig te houden met de klassieken, zoals in: Herakles 5 (Satyrspiel) en Odipus Tyrann (1966), Prometheus en Der Horatier (1968). Deze stukken worden pas sinds 1970 in de DDR gespeeld.
Volker Braun (geb. 1939 in Dresden). Was werkzaam als drukker en mijnwerker; 1960-1964 filosofiestudie in Leipzig; 1965/66 dramaturg hij het Berliner Ensemble, sinds 1972 medewerker bij het Deutsches Theater Berlin; woont in Berlijn. Een van de meest bekende dichters van de DDR (Heinrich-Heine-prijs 1971). Poëzie: Provokation für mich (1965); Kriegs-Erklärung (1967): Wir und nicht sie (1970): Gegen die symmetrische Welt (1974). Toneel: Hans Faust later getiteld: Henze und Kunze (1968-1973); Die Kipper (1962-1972); Tinka (1976). Proza: Das ungezuwungene Leben Kasts (3 verhalen, 1973); Unvollendete Geschichte (1975). Opzienbarende aantekeningen over kultuurpolitiek en ontwikkeling in de kunst: Es genügt nicht die einfache Wahrheit (1975).
Gerrit Buslink (1944). Vertaalde o.m. Wallraff, Handke, Schneider, Jurek Becker, Enzensberger. Publiceerde in 1972 de bundel Meesters der vertelkunst uit de DDR. Medewerker van De Groene Amsterdammer ende KRO (Spektakel).
Rainer Kirsch (geb. 1934 in Döbeln, Sachsen). Studeerde geschiedenis en filosofie in Halle en Jena; 1957-1960 werkzaam in een drukkerij, een chemische fabriek en een gekollektiviseerd landbouwbedrijf: 1963-1965 studeerde hij aan het instituut voor literatuur ‘Johannes R. Becher’ in Leipzig; leeft als dichter, toneelschrijver, schrijver van hoorspelen en vertaler in Halle. Publiceert sinds 1961 gedichten, eerste succes met de bundel Gespräch mit dem Saurier (1965 samen met Sarah Kirsch), verder vooral publikaties