• Maurice Roche
• Teksten uit Opéra Bouffe
ingeleid en vertaald door Eric de Marez Oyens
Maurice Roche, geboren in 1925 te Clermont-Ferrand, op Allerzielen, boven een begrafenisonderneming, genaamd l'Immortelle. Arbeidersmilieu. Bewogen jeugd.
Na de bevrijding vestigt hij zich in Parijs, waar hij het conservatorium volgt en een tijdje medicijnen studeert. Wanneer zijn vader overlijdt (1946) wordt hij ver-slaggever (Cesoir, Radar). Testcoureur op raeewagens. Componist - voor het toneel: Le gouffre de Temiriase (1946), Les Epiphanies (1947) van Henri Pichette; voor concertuitvoeringen: Stabile (Hamburg 1960), Les ruines circulaires (Berlijn 1961).
Schrijft een roman Bazars de Haute-Lune (niet gepubliceerd) en richt een tijdschrift op Elements (1950). Vertaalt samen met zijn vrouw, Gabriella van Jorge Amado. Doorkruist Europa met verschillende toneelgezelschappen (o.a. met Jean-Marie Serreau).
Publiceert een Studie over Monteverdi (Du Seuil) en werkt mee aan een collectief nummer van het tijdschrift Esprit over contemporaine muziek (1960). Er verschijnen van zijn hand bij Du Seuil de volgende ‘romans': Compact (1966); Circus (1972); Codex (1974); Opera Bouffe (1975). Onlangs verscheen zijn laatste werk Memoire (P. Belfond). Heeft verscheidene werken geschreven voor de radio, Mnemopolis (Berlijn 1968), Totemtanz (Keulen 1972).
Heeft gepubliceerd in bekende franse avantgarde tijdschriften als Tel Quel. Change, Promesse, Manteia, Digraphe, Art Press, Sub-stance, Silex. In het buitenland publiceerde Roche in o.a. Akzente, Margen, Plamen, Secolul 20, Tourmente en Raster (winter 1969-1970).
Zijn werk (gedeeltelijk althans) is vertaald in het Spaans, Portugees, Engels, Duits, Italiaans, Tsjechisch en Nederlands.
France-Culture wijdde in maart 1976 een avondvullend programma aan het werk van Roche onder de titel Biographie Maurice Roche.
De hier gekozen teksten vormen het tweede gedeelte van de ‘roman’ Opéra Bouffe (naar inhoud en vorm opgezet als een opera bouffa). Opéra Bouffe bestaat uit een opeenvolging van vier fragmenten van ongelijke lengte die op hun beurt weer uiteenvallen in delen of sekwensen. Iedere sekwens bezit zijn eigen autonomie De ‘roman’ behoort tot het satirisch-komische genre: Roche laat er zijn tanden zien - de tanden die volgens Victor Hugo nodig zijn om te lachen want de doodskop behoudt ze.
De ‘poezie’ in de ‘romans’ van Roche (de aanhalingstekens wijzen op het wegvallen van onderscheid in literaire genres) is een antwoord op twee duidelijk waarneembare tendenties in de huidige literaire praktijk: het empirisme en het dogmatisme.
Onder empirisme dient die tendens verstaan te worden die ‘burgerlijke literatuur’ tracht te ondermijnen door zijn ‘boodschap’ te verstoren (als stoorzender) of deze eenvoudigweg te ontkennen. Deze poging kan slechts een tijdelijk effect sorteren en draagt er zodoende toe bij de innerlijke tegenstelling van de ‘burgerlijke literatuur’ voort te laten bestaan.