Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1977 (nrs. 1-4)
(1977)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Pieter de Meijer
| |
[pagina 42]
| |
universitaire literatuurstudie en nederlandse cultuur. Een extra-beletsel dan, want de universitaire wereld heeft uit zichzelf al sterke neigingen in de richting van het isolement. Vandaar het thematisch gedeelte en vandaar de uitnodiging aan in ons land docerende buitenlanders, Mojmir Grygar en Bernhard Scholz om twee van de vier bijdragen voor hun rekening te nemen. Daarmee zijn echter tegelijkertijd twee van de meest vitale richtingen in de huidige literatuurwetenschap vertegenwoordigd: de receptie-estetica en de semiotiek, die weliswaar hier niet onbekend zijn, maar toch lang niet de aandacht krijgen die de eerste in Duitsland en de tweede in Rusland, Italië en weer Duitsland krijgt. Het lijkt tijd om ook wat dat betreft de grenzen eens wat ruimer open te stellen. Meer bekendheid geniet hier de psychoanalytische benadering van literaire werken, zodat het verantwoord leek hiervan een proeve van toepassing te geven en wel van de hand van Han Verhoeff, een nederlander die meestal in het buitenland publiceert en daarmee een verschijnsel vertegenwoordigt dat in zekere zin het omgekeerde betekent van het zojuist gesignaleerde, maar hetzelfde effect heeft op de nederlandse cultuur. De literatuurwetenschap wordt op het ogenblik gekenmerkt door een zo rijke verscheidenheid aan benaderingen van het verschijnsel literatuur en door een zo heftige onenigheid over de deugdelijkheid van die benaderingen, dat zelfs de simpele presentatie van enkele ontwikkelingen al tot felle discussie kan leiden. Het zal voor ingewijden een koud kunstje zijn een flinke lijst van problemen op te stellen die allemaal niet aan bod gekomen zijn, maar natuurlijk ‘eerst en vooral aan bod hadden moeten komen’. Ik kondig dus maar vast aan: ‘wordt vervolgd’ en voeg eraan toe, dat discussie niettemin welkom zou zijn, niet alleen om zo de ingewijden tevreden te stellen, maar ook om de wisselwerking tussen de universitaire beoefening van de literatuurwetenschap en de nederlandse cultuur nog wat meer te stimuleren. |
|