zijn werk. (Een werk dat essentieel lyrisch is - zij het van een ingetogen lyriek -, en dat dus het getij niet mee heeft voor vertaling in het Nederlands.) Ofschoon nauwelijks gelieerd met het eigenlijke Modernismo wordt Bandeira toch gerekend tot de dichters van de eerste fase daarvan. Zijn Ars Poetica, van 1930, is ook meer die van de voorafgaande dekade dan van de daaropvolgende.
Is Bandeira de meest geliefde moderne Braziliaanse dichter, Carlos Drummond de Andrade (geb. 1902) wordt algemeen beschouwd als de invloedrijkste en (maar wie maakt dat uit) de grootste dichter van deze eeuw. Zijn poëzie is minder modernistisch dan wel modern. Vanaf zijn debuut, Alguma Poesia, verschenen in hetzelfde jaar (1930) als de eerste grote bundel (Libertinagem) van Bandeira, komen de existentiële thema's aan de orde: ‘condition humaine’, eenzaamheid, noodzaak en onmogelijkheid van kommunikatie, het ingebouwd falen van elk streven, in een onimiteerbare stijl, mengsel van humor, verlegenheid, trots, ontgoocheling en ironie. Meer dan Bandeira houdt hij zich ook bezig met de poëzie, de taal zelf:
Maak geen verzen over gebeurtenissen.
Dring geruisloos door in het rijk der woorden.
Men herkent hierin (Het zoeken naar de poëzie) een fundamenteel andere, meer aktuele opvatting van de poëzie dan welke blijkt uit de poetica van Bandeira.
João Cabral de Melo Neto (geb. 1920), en niet Drummond zelf, heeft zich aan bovenstaande instrukties gehouden. Zijn werk verwijst nauwelijks nog naar buitenpoëtische gebeurtenissen of persoonlijke affekties, hebben deze hoogstens soms als uitgangspunt voor abstrakte taalkonstrukties. En ofschoon zijn Psicologia da composição dateert van 1947, slechts twee jaar na de geciteerde woorden van Drummond, gaat hij veel verder op de aangegeven weg, de woorden en het gedicht determinerend als ‘mineralen’. Zijn van al het traditioneel ‘poëtische’ ontdane, tot een absoluut minimum teruggebrachte, vaak hermetische poëzie, wordt in hoge mate gewaardeerd door de Braziliaanse konkretistische dichters, die in Cabral hun voorloper en geestelijke vader zien.
Ofschoon nagenoeg tijdgenoten, vertegenwoordigen deze drie dichters drie opeenvolgende generaties. Door de gedichten chronologisch te rangschikken, en niet naar naam, is getracht deze diskrepantie in vrijwel gelijktijdig verschijnende poëzie te beklemtonen. De voornaamste bundels zijn: