Medewerkers
e.m. cioran (1911, Roemenië), weigert zijn voornaam bekend te maken, leeft als vertaler en lektor in Parijs, schreef La Tentation d'exister, Syllogismes d'Amertume, La Chute dans le Temps. (Rencontres avec le Suicide verscheen in Nouvelle Revue Française, januari 1968, Gallimard, Parijs) |
regis debray (1939, Parijs), werd in 1967 te Camiri, Bolivia, wegens staatsgevaarlijke aktiviteiten door een militair tribunaal tot 30 jaar gevangenisstraf veroordeeld; schrijver van La révolution dans la revolution? (Revolutie binnen de revolutie?, Bruna, Utrecht 1968). |
thomas m. disch (1941, Minnesota, VS), woont in Londen, hoofdredakteur van het poëzietijdschrift Ronald Reagan. Camp Concentration verscheen in het tijdschrift New Worlds, nr. 174, 1967, en in boekvorm bij Doubleday, New York 1968. |
jean paul (1763, Wunsiedel - 1853, Bayreuth), voorloper van de Romantiek. Volgens de Winkler Prins voelden latere tijden zich door de onoverzichtelijke bouw van zijn romans vaak afgestoten. Schreef o.a. Hesperus, Flegeljahre, Titan, Dr. Katzenberger's Badereise, Leben Fibels. Het verzameld werk van Jean Paul is in zes delen verschenen bij Carl Hanser Verlag, München. |
marie-claire de jonghe, schrijfster van Jaja en De lemen liefde. |
pierre klossowski (1905, Parijs), studeerde scholastiek en theologie, vertaalde Nietzsche, Hamann, Vergilius e.a., akteerde in films van Bresson en Weyergans, schreef La Révocation de l'Edit de Nantes, Un si funeste Désir, Le Baphomet. |
tommaso landolfi (1908, Pico, Frosinone), behoort tot de zogenaamde ‘generazione degli ermetici’, expert in slavische literatuur, verwoed speler, zat vóór de oorlog lange tijd gevangen wegens antifascisme, publiceerde La Pietra lunare, Ombre, Se non la realtà, Rien va. ‘De vrouw van Gogol’ is overgenomen uit Raconti, Vallecchi Editore, Florence 1961. |
joyce mansour, Egyptische, geboren in Engeland, woont in Parijs, kampioene hardlopen en hoogspringen; gaf in 1968 in La Havana de mexicaanse stalinist Siqueiros een schop in zijn zitvlak, met de kreet ‘De la part de Trotzky!’; schreef Les Gisants satisfaits, Rapaces, Carré blanc. |
adrian mitchell (1932, Londen), schreef de lyrics voor Peter Brook's produktie US, voorts Animals can't laugh, toneel, If you see me comin', roman, Poems en Out loud, gedichten. |
| |
flann o'brien (1911, Co. Tyrone, Ierland - 1966), pseudoniem van Brian O'Nolan, lid van de ierse regering; schreef de romans The Third Policeman, At Swim-two-birds, The Hard Life, The Dalkey Archive, en het toneelstuk Faustus Kelly. |
claude ollier (1922, Parijs), was enkele jaren ambtenaar in Marokko, woont in een dienstbodenkamertje in Parijs, schreef belangrijke essays over von Sternberg en Mizoguchi. La Mise en scène, Le Maintien de l'ordre, Eté indien, L'Echec de Nolan en Navettes, waaruit de hier opgenomen tekst ‘Nocturne tussen aanhalingstekens’. |
daniël robberechts (1937, Brussel), afgedankte leerling-officier, kandidaat wiskunde; schrijver van beroep: De labiele stilte en Tegen het personage (1968). |
maurice scève (1500?-1560?), verliefd op Françoise Pechaud?, kent hij Pernette du Guillet in 1536? In 1540 is hij artistiek organisator van de Entrée van Hippolyte d'Este, aartsbisschop van Lyon. Een van zijn leuzen: ‘Non si non la’. Werken: Microcosme, Délie, Saulsaye. |
chris yperman (1935, Merksem), leeuw-weegschaal, favoriet parfum Eau de Vent Vert, gehuwd met Roel d'Haese, beeldhouwer; schreef Een heel klein scheepje, Zon op weg.’ |
|
|