schijnen. ‘Het piramidale tijdperk van Mulisch.’ ‘Het Emperium, waar God troont, je bereikt hem gezamenlijk, het is de 4e dimensie.’
‘Je hebt op een tape de John Dillingeract? De gangster. Wat houdt die act in?’
‘Beter een interessanter onderwerp. Niet op doorgaan.’
‘Wat is een interessant onderwerp?’
‘Waar je jezelf dus in kunt bewegen, waarin je jezelf terug kunt vinden, omdat het je dus toch niet lukt. Ik heet Johnny heet ik. Houd het maar bij het etiket met de gebruikelijke -.
Overal waarin ik een poging kan ondernemen, daar wil ik me in bewegen.’
‘Ook in het interview?’
‘Omdat op een gegeven ogenblik de geïnterviewde en de interviewer er samen toch ook niet meer uitkomen.’
(Reineke en Elvis Presley.)
‘In Gods naam, een anekdote.’
‘Ik gebruik altijd Yardley Lotions, ik ben er bizonder gek op, het is een bizondere verhulling, het omhulsel van die kabine, het laboratorium.’
‘Het dekor van je gedichten, van jezelf.’
‘Het is een bevestiging van het isolement, steviger en ruikbaar.’
‘De reuk speelt een bizondere rol in je gedichten, zegt de interviewer.’
‘Reuk blijft het langst bij, gewoon. Iedere maand heeft een reuk, bepaalde perioden in mijn leven hebben een reuk, elke kleur, elke letter.’
‘Hoe ruikt de a?’
‘Het is moeilijk om te bepalen.’ (Denkt na.)
Aanmoedigend: ‘Benaderen. Wat is de kleur van de a?’
Ontzet verrast: ‘Dat is gek, zeg: de kleur van de a. Die is ontzettend wit.’
(Ik wist het.)
‘Rimbaud's A is zwart,’ zeg ik.
‘Dat is toch hetzelfde, dat overkoepelende wit, dat fluweelachtige waar je helemaal in zit, overdag als de zon schijnt, of 's nachts in het duister.’ Wij lezen: ‘A, noir corset velu des mouches éclatantes
Qui bombinent autours des puxanteurs cruelles...’
- verrast bij de herkenning van de reuk, de inkapseling binnen het zwarte behaarde korset. Zelfbegoocheling: de recente vindingen, de charlatans vooraan met rode vaan.
‘De pakjes Silver Fair heb je gespaard?’
‘Het zullen er nu wel achthonderd zijn. Zeg maar negenhonderd.’
‘Drogen van verdroogde dromen van Ginsberg: “we zijn de vergeten droom van een slaper”.’
Je gedichten zijn de lezer een stuk duidelijker. Wat heb je hierop in te brengen?
Johnny: ‘...’
‘Kabien: de ruimte waarbinnen je systeem beweegt.’ ‘Hoe heet het daarbuiten?’
‘Louche landschapsweelde, het parasitaire, Electric Jesus en Electric Goebbels hadden met een heel ander aspect te maken, die elektrische, onontkoombare dwang van het leven tegenover het individu, dat hij zich rationeel moest verklaren, aantoonbaar blijven. Op dat moment, bedoel ik