Jan Geurt Gaarlandt
Inleiding
‘Chr.J. van Geel, een vergeten dichter uit de 20ste eeuw’, stelde Van Geel mij eens ironisch voor, toen we over een titel van dit nummer spraken. Even ironisch lijkt het haast of zijn dood hem aan de vergetelheid heeft ontrukt.
De necrologieën overtroffen de recensies van zijn gedichtenbundels verre in aantal. Deze speciale uitgave van Raam gaat over de levende Van Geel, wiens taal, eenmaal gelezen, niet meer te vergeten is. September 1972 werden de eerste brieven erover geschreven, juli 1973 de eerste medewerkers uitgenodigd, april 1974 de laatste bijdragen ingeleverd. In die tijd is er heel wat overlegd.
Van Geel's perfektionisme, spreekwoordelijk voor wie hem kende en lastig voor wie hem slecht kende, weerhield me van een ‘soepel inelkaargetimmerd nummer’. Toch zal het merkbaar zijn, dat ik uiteindelijk zonder zijn kritisch advies het geheel heb samengesteld. Wel moet duidelijk gezegd dat na zijn dood Elly de Waard mij heeft raadgegeven en zeer daadwerkelijk geholpen, evenals Lambert Tegenbosch.
De artikelen hier verzameld zijn vrijwel allemaal geschreven vóór het overlijden van Chris van Geel - de opzet was en is om zijn poëzie te onderzoeken en in zo verre is zijn dood, hoe gek het ook klinkt, bijzaak.
Een paar teksten nam ik in herdruk op, waarvan ik weet dat Chris ze waardeerde en die me verhelderend leken.
Uitdrukkelijk wil ik vermelden dat dit nummer geen enkel definitief beeld geeft van wat er in Van Geel's poëzie omgaat. Meer dan de helft van zijn gedichten moet nog worden gepubliceerd, daarom is dit niets dan een tussentijdse stand van zaken.
April 1974