Pierre Borgue
De biechtspiegel van Heer Encre
Aangezien de kerk altijd een toevluchtsoord was voor door de goddelijke liefde geraakte beoefenaars der simonie en voor saters van verheven deugd, beziet Mijnheer Encre haar met de ogen van het ongeloof. Daarom heft Mijnheer Encre, op zijn knieën en met uitgestrekte handen, zijn betraand gelaat thans naar de tweede vicaris, die aan grote droefheid ten prooi is en het zelfs al zowat op een huilen heeft gezet vanwege de abominabele staat van dienst in catholicis van de Heer Encre.
De heer Encre aarzelt niet zich hals over kop in het berouw te storten. Hij stucht. Hij steunt. Klaagt ach en wee. Zoals God het hem in zijn oneindige barmhartigheid te doen geeft. De tweede vicaris laat hem gedurende onbepaalde tijd aldus uitgestrekt, tot mijnheer Encre een en al berouw is geworden. Onder invloed van de goddelijke genade. Daarna, als hij de biechteling heeft bevolen een gehurkte houding aan te nemen, gaat hij over tot het onderzoek des gewetens, waarbij hij zich baseert op het biechtformulier van Burchard. Heeft mijnheer Encre de tyran vermoord die er zich toe had opgemaakt de vrede in gevaar te brengen? Heeft hij zijn vader vermoord, zijn moeder, zijn zuster, zijn nicht, zijn jongere of zijn oudere broer, zijn oom van vaders- of moederszijde, enigerlei tante of anderzins? Heeft hij een psalmist mishandeld, een portier, een lector of een exorcist? Heeft hij gezworen bij de haren van God de Vader? Heeft hij een graf geschonden? Heeft hij een gehuil aangeheven als om de sterren te hulp te snellen? Heeft hij tovenaars geraadpleegd, of waarzeggers, of vogelwichelaars danwel fluitspelende magiërs? Heeft hij het sperma van zijn echtgenoot genuttigd? Heeft hij iemands veters aan elkaar vastgebonden? Heeft hij kerkelijke goederen gestolen? Heeft hij des zondags gevast uit religieuze overtuiging? Heeft hij tot brakens toe het Bloed en Lichaam van de heer tot zich genomen? Heeft hij iemand in slechte gezindheid dronken gevoerd? Heeft hij deelgenomen aan de rit van Diana? Heeft hij dansen ten uitvoer gebracht die door heidenen zijn uitgevonden op aanwijzingen van Asmodée? Heeft hij brouwsels van gele barnsteen samengesteld? Heeft hij deelgenomen aan een complot tegen de Paus of de Curie, met het opzet de heilige rechterlijke organen ten val te brengen? Heeft hij Peyrefitte gelezen of Gide, die immers kwaad hebben gesproken van het kerkelijk gezag? Heeft hij zich vermomd als een hert of als een vaars? Heeft hij de zuster van zijn vrouw tot
speelsigheden verleid, of de broer van zijn zuster, de schoonvader van zijn oom, zijn vader, zijn moeder en hun ouders, zijn petemoei, een zijner petekinderen, of allen, zonder onderscheid van kunnen of godsdienstige belijdenis?
Heeft hij naakte vrouwen gezien? Kwartels op geroosterd brood? Heeft hij de Bonossianen of de Adamieten bezocht? Heeft hij Luther gelezen? Jean-Paul Sartre? Klossowski? Het Leven van Sainte Jeanne de Chantal van Abbé Brémond? Jeanne