Raam. Jaargang 1967

[p. 88]

Geert van Beek
héél mooie versjes

Avec hommage aan wie maar wil

Kruispunt

Toen in twee maanden tijds
het aantal doden
opliep tot zeven
bouwden soldaten een bailey-brug.
Hier voor de deur
gaat het nog goed:
nog pas vier.

Twee onder een kap

Als ik paar
en opkijk
- wat me moeilijk valt -
en mijn buurman doet hetzelfde
kijk ik hem
recht in de ogen.
Gelukkig is er een muurtje tussen.

Dorp

Er woont een dichter in dit dorp,
één bundel is zelfs bekroond.
Gelukkig,
de kritiek is niet onverdeeld gunstig.

[p. 89]

Levensloop

De p.c. hooftstraat
daar houd ik van.
Daar gingen we samen
hand in hand
altijd haring halen,
lustig en van as, 69.
Een riskante oversteek
bracht ons in prénatal, 44.
Nu neem ik voor de kinderen
kadootjes mee
de stad neurenberg, 65.
Aan de andere kant van de kruising
houdt men de adem in,
daar loopt de straat
dood.
Het allerlaatste adres,
161-163
verzorgt je uitvaart.
Liefhebbers wacht dan het park.

Intiem

Wie wat leuks wil zien
moet eens gaan kijken
op marnixstraat 17

Post-conciliair beraad

Die Open Deur, Heiligeweg 37,
is aardig aan intrappen toe.

[p. 90]

Efficiency

Ik bezocht verbaasd
de efficiency-beurs,
rekenmeesters verliefd op rekenmonsters.
Eerlijk, ik keek vooral
naar de benen der meisjes
die demonstreerden.
Ten slotte nam ik bedeesd
een verdwaalde globe mee.

Hotel

Vroeger logeerde ik graag
in hotels,
maar sinds mijn vrouw mij belde
je moeder is overleden
heb ik er niet zoveel zin
meer in.

Hotel

In de kamer hiernaast
zit een troepje Turken te praten.
Zo hoor je nog eens wat.

Evolutie

Als ik zei
mijn meisje woont in Amsterdam
dan zeiden zij zo zo.

Als ik zeg
ik ga een paar dagen naar Amsterdam
dan zeggen zij nóg
zo zo.

[p. 91]

Jahwe

Toen god de kinderen geschapen had
- alles schiep hij,
bomen, vogels, vissen,
maar kinderen schiep hij niet,
alsof... maar goed -
toen god dus de kinderen geschapen had
dacht hij:
ik moest er maar mee ophouden,
nu is het pas echt goed.
Maar ach,

Ik ben nu eenmaal
die ik ben.

Vriendschap

voor L.T.

Ik had een goede kennis
wij praatten tot
vroeg in de morgen,
maakten vogels wakker
met god
de oorlog
de liefde.
Sinds hij oprecht informeert
naar mijn bronchitis
en foto's laat zien
van zijn kinderen
is hij mijn vriend.

[p. 92]

Heimwee

voor C.V.

Diep in je hart
zou je nog eens naar
een lof willen gaan,
aa doo roo tee dee voo tee
verborgen god
tussen kaarsen en rozen verstopt,
om na de zegen
met een rechte rug
op een plein vol zon te staan.

Epistelografie

Beste luitjes,
hoe gaat 't met jullie?
Met mij niet zo best.
Ik lag een tijdje ter observatie.
O 't is niks ergs,
alleen maar
eeuwige hoofdpijn,
omdat ik in mijn jonge jaren
een tijdje op Antwerpen voer.
Nou, dat was het dan weer.
Kom eens een keer aan,
dan kunnen we nog eens wat ouwehoeren.

Tot ziens,

Jaap.

De tijd gaat snel

Vroeger zag je elke dag
De Heilige Vader.
Nu zie je elke dag
de paus.

[p. 93]

Nomade

Dit zou ik ook wel eens willen
dat ik in mijn droom een stem vernam
geert, trek op naar kanaän.
Het klinkt niet, het is om te gillen.

Poezie

Voor Rempco Campert

Iemand moet me toch eens vertellen
hoe eigenlijk een gedicht in elkaar zit.
Zó niet.
Maar hoe dan wel?

Golflengte

Het is niet zo eenvoudig als het wel lijkt.
Zo op het oog lees je nonsens,
maar je moet er een diepere zin in zoeken,
speuren naar achtergronden,
zie je, je moet het voélen,
dan zeg je beslist wel ja ja,
godnogaantoe wie had dát gedacht.
Want de taal
is bilateraal
multivalent
en meer van zulke woorden.
Zeg het maar eerlijk,
we waren verwend
doodgesmeten met metaforen.
Hoera! de taal staat in haar hemd.