Raam. Jaargang 1964-1965

[p. 11]

Klaas de Wit
Slapeloosheid

dwars door de blinde muur
breekt de wereld stralend open -
een weiland geel van boterbloemen
pijlkruid in de sloten
en aan het eind een lage dijk
waarop een reiger staat te dromen

(ik ben niet blind

ik zie heel goed de kast

waarin mijn oude kleren hangen

en onderin

de afgetrapte schoenen)

maar dwars door alles heen
het weiland met de bloemen -
geef mij je pink
meer vraag ik niet
geen grashalm zal ik breken
geen madelief vertrappen
de reiger niet verstoren in zijn zelfbespiegeling
zo ongelofelijk lenig
zal ik kunnen lopen