Raam. Jaargang 1963-1964(1963-1964)– [tijdschrift] Raam– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Lambert Tegenbosch De geschiedenis God is begraven. De mannen waren in slagerskleed de vrouwen in tranen. Uit zijn doodsbericht kwamen wij te leren: hij was geboren voorbij Kaukasië waar zee het woest gebergte binnendringt. Aanvankelijk voedde hij zich met sterren - de krozen van kosmisch gesteente zijn door archeologen uitgegraven en volgens het decimaalstelsel geregistreerd (Leiden/Harvard) - Later, tot kort voor zijn verscheiden at hij vlees en bloed van mensen. Toen men hem dit ging ontwennen vielen hem snel de tanden uit. De rest is bekend. Omdat het niet vanzelf met hem afliep hebben priesters en filosofen - de priesters omgekocht door de filosofen - eenieder van de mannelijke kunne het slachten geleerd. En zeer moe, zeer bebloed, en wat de vrouwen aangaat: die waren in tranen, hebben ze hem omgebracht. [pagina 19] [p. 19] Sommigen nu van ons zien de dingen aan en horen en dromen weer, staan lang stil zonder reden en zeggen: komt vader? en zeggen: wordt het zondag? Maar de meesten jagen en vissen al, zaaien bloemen rond hun tent en verwachten dat het nooit meer waaien zal. [pagina 20] [p. 20] Robinson op het eiland 1 In de middaghitte zoekende naar klaver vier zoek ik een havenkwartier in de ijlte: de mulattin, de poorten open, kon verschijnen. Dan voedt zich met ijlkruid allemans verschoppeling tot allevrouw schaamteloos aangetrokken. Voor hem is alle klaver klaver. Voer voor snuivers. Dan weet ik wat de boeren weten. Dat het leven begint tussen poten, tussen benen, in een brekende klem die klemmen blijft. En bloed daartoe, als rook bij de brand. 2 Een eiland is ook zee en ook om te verdrinken. Ik ken beter dan zwemmers en vissers en vaarders ik ken het water van aan het strand te staan. [pagina 21] [p. 21] 3 Terugverlangen naar de cirkels dagen uren gevoegd en goed passend. Toen dacht ik enkel warme dingen, toen kwam de regen zo donzig gekleed en zo geurig gewassen, alle speelgoed lag bijeen in één hoek de poes in de tuin onze poes het konijn ons konijn vlaamse reus de Maas was het water alle water heette Maas en met vriendenamen noemde ik de kleurkrijten met namen bijvoorbeeld Groen Rood Blauw. En ongetwijfeld, daar gingen de dagen als engelen in de rij. Maar de geliefde van vroeger - mocht ik ze weer kussen het zou eindelijk de eerste kus zijn. [pagina 22] [p. 22] 4 Springen met soepele spieren, geen nestvogel meer, geen dromer of vadervereerder, overboord, de wereld krakend in de rug. Mijn vader riep me na: op dit uur liefst, mijn moeder: midden in het leven. Maar achteraf, hoe ik het ook meten wil, de boomringen zijn te traag, de maan en de zee te speels. Midden in het leven tijd en tel kwijt geraakt. [pagina 23] [p. 23] 5 Ik ben bang voor de draak de duivel de geest van het huis de wind die van het kerkhof komt en dat de doden nog leven (o moeder, jij voederde de doden als je poezen) Ik ben voor alle dingen bang die ginds zijn uitgevonden maar ginds niet geloofd. Hier leven ze nacht over nacht meer broedend in mijn armen en met mijn hoofdhaar kleden zij zich. Vanmorgen lag de donder als een moegeraasde stem de bliksem in de strot aan het strand. [pagina 24] [p. 24] 6 De wolken zijn de leugenaars. Eens kwamen op dit eiland paarden aan hun hoeven dragend ver vooruit zodat ze biddend processie gingen voor paarden. En later op witte golven witte boten en de matrozen roepend hou en over op het zonnedek geknakte parasols. Soms tenten, soms architectuur van zon en daken een daldorp waarin ik afdaal in braadlucht en savonds gonzen de heuvels van sagen. Een middag ook Adam en Eva geurend naar appels en ander ooft naar o.a. de zo zoete zoete warmte van liefde in het gras. Maar aan het eind zijn het altijd weer wolken die hoog overgaan. In mijn rug trekt de pijn op van de koude grond. [pagina 25] [p. 25] 7 Ik zeg de dingen: ga dan als je wilt. Maar de boom veinst: hij heeft wortels het water grond, de diepste grond. Wat ik vastgrijp, vingers als fluitende rieten, heeft altijd dit ondelgbaar eiland eiland binnen in zich. Alleen de schaal vliegt soms in brand. Vorige Volgende