dig,
behoedzaam en grondig te werk is gegaan. De liefde voor de bronnen is op elke pagina voelbaar.
Als taalkundige en filoloog ben ik echter het meest te spreken over de online-uitgave van de handschriften en fragmenten (www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Rijmkroniek). Online staan de diplomatische transcripties met paleografisch commentaar van alle drie de handschriften en de fragmenten. De handschriften en fragmenten zijn ook volledig gefotografeerd, zodat naast de transcriptie ook de foto bekeken kan worden (facsimile editie). Bij binnenkomst op de site van de Rijmkroniek kan doorgeklikt worden op de inhoudsopgave, waarna een handschrift of fragment geselecteerd kan worden. Vervolgens kan men doorklikken naar de afbeeldingen, waarna op het scherm de thumhnails van de folio's van het betreffende handschrift of fragment verschijnen. Wanneer men daarna op een thumbnail klikt, dan verschijnt de (diplomatische) transcriptie van het betreffende folio en daarnaast de afbeelding van het folio die uitvergroot kan worden. Paleografisch commentaar is in noten toegevoegd. Het is ook mogelijk om direct door te klikken naar de transcripties. Op deze manier is het dus altijd mogelijk om de transcriptie en afbeelding te vergelijken. Daarnaast is het mogelijk om de transcripties van de verschillende handschriften en fragmenten naast elkaar te zetten, zodat ook deze vergeleken kunnen worden. Zo wordt goed zichtbaar of de handschriften en/ of fragmenten variante lezingen hebben op een bepaald punt of dat bijvoorbeeld in een handschrift een hele passage is toegevoegd. Er kan gezocht worden op regelnummer, waarbij aangegeven kan worden dat in een bepaald handschrift of fragment gezocht moet worden of dat in alle handschriften gezocht moet worden. Daarnaast kan bij de zoekactie ook de oude regelnummering van de editie-Brill opgegeven worden. De onlineversie heeft echter ook nog een andere zoekoptie: het is mogelijk om gericht naar bepaalde woorden te zoeken. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van
een beperkt aantal jokertekens waardoor iets ruimer gezocht kan worden dan alleen naar de exacte vorm van een bepaald woord. Wat mij betreft had deze zoekoptie nog wel iets geavanceerder gemogen en ik had de output ook nog wat gemakkelijker willen kunnen bewerken, maar op zich is het al heel mooi dat deze zoekfunctie er is. Ook de index met namen uit het boek staat op de website en ook daarbinnen kan gemakkelijk gezocht worden. De onderzoeker wordt door Burgers met deze uitgave op bijna al zijn wenken bediend. En natuurlijk vindt een verwende onderzoeker dan toch nog wel een puntje van kritiek: de online-uitgave had uitgebreider gekund. Het zou prachtig zijn geweest als het woordverklarend en tekstverklarend commentaar, zoals in het boek aanwezig, ook aangebracht zou zijn binnen de onlineversie. Ook heb ik een foutje kunnen vinden. Bij het fragment Br wordt op pagina xiv van het boek vermeld dat: ‘De taalkenmerken zouden wijzen op een Brabantse afkomst van de kopiist.’ Ik twijfel aan deze Brabantse afkomst. Het fragment is vooral heel erg Hollands, niet in de laatste plaats door het voorkomen van him in de betekenis ‘hem’. Jan Burgers heeft echter geen schuld aan deze foute lokalisatie. Ik was het zelf die hem in 1998, na onderzoek, meldde dat het fragment zowel Hollandse als Brabantse trekken vertoonde. Aan die Brabantse invloed twijfel ik dus nu.
Uiteindelijk is er maar één oordeel mogelijk over deze uitgave(n): Burgers heeft indrukwekkend werk afgeleverd. Een monument voor Melis Stoke en voor een anonymus.
Adres van de auteur: Radboud Universiteit, Afdeling Nederlandse Taal en Cultuur, Postbus 9103, nl-6500 hd Nijmegen.