| |
| |
| |
Enkele aspecten van terminologievorming in het kader van nationale en internationale rechtsterminologie
Marketa Ŝkrlantová
Comeniusuniversiteit Bratislava
Samenvatting:
Terminologievorming is een onscheidbaar deel van de vertaalpraktijk geworden en verdient daarom steeds meer aandacht, ook in de opleiding van vertalers en tolken. Op het internationaal niveau zijn vooral in het kader van de Europese wetgeving veel nieuwe juridische termen ontstaan. In de onderstaande bijdrage wordt de betekenisuitleg van de juridische termen op nationaal en internationaal niveau vergeleken. De in de rechtsteksten gebruikte begrippen staan vaak voor ontastbare, alleen abstract gedefinieerde verschijnselen. De begrippen zijn in een vast begripssysteem van elke nationale rechtsorde met elkaar verbonden. Zo'n karakterisering van de juridische termen heeft een duidelijke invloed op de uitleg van hun betekenis. De onderstaande bijdrage vat enkele methodes voor de samenstelling van begripssystemen en de terminologievorming kort samen en onderzoekt de bruikbaarheid van de terminologische normen in samenhang met de Europese rechtsterminologie.
Terminologické otázky tvoří nedínou součást překladatelské praxe a vyžadují proto stále více pozornosti v procesu přípravy překladatelů a tlumočníků. V mezinárodním měřítku vzniká mnoho nových terminů předevšim v rámci evropského zákonodárství. Příspěvek se zabývá výkladem významu právních terminů a jejich srovnáním na úrovni národní a mezinárodní. V právních textech se jedná především o pojmy abstraktní. Jsou pevně zakotveny v pojmovém systému práva a jsou vzájemně propojeny. Tato charakteristika právních termínů má přímý vliv na výlad jejich významu. Příspěvek stručně shrnuje některé metody tvoření terminologie a pojednává o možnostech požití terminologických norem v evropské právní terminologii.
De verschillen in de ordening van begrippen betrekking hebbend op de werkelijkheid, hebben altijd op de voorgrond van taalkundig onderzoek gestaan (de Deense structuralistische school, de Hypothese van Sapir en Whorf, het onderzoek van Roman Jacobson). Het is erg interessant om het genoemde verschijnsel ook op het gebied van vakterminologie te onderzoeken. De verschillen in de benaming en afbakening van begrippen worden vooral bij rechtsterminologie zichtbaar, die in de verschillende talen aan de hand van verschillende rechts- en begrippensystemen opgebouwd is. Als gevolg van de specifieke ontwikkeling van elk rechtssysteem is voor elk van deze systemen een eigen terminologie ontstaan. De betekenis van rechtstermen hangt met het systeem van concepten samen, waarin de term thuishoort.
| |
| |
Dat juridische terminologie afhankelijk is van een abstract begrippensysteem, is op het eerste gezicht duidelijk. Vanwege de abstractheid van het systeem moeten de betekenissen van de termen duidelijk door definities van elkaar gescheiden worden en vaak verkrijgen ook de woorden uit de algemene woordenschat in dit systeem een nauwkeurig gedefinieerde betekenis. Daarom wordt de rechtsterminologie op de eerste plaats door haar nauwkeurigheid gekenmerkt. Basisprincipe voor het ontstaan van nieuwe termen is hun begripsbepaling in de wet en daaruit vloeit ook de eis van een eenduidige interpretatie voort. Toch heeft de praktijk ons al vaker getoond, dat de betekenis van de rechtsterm in veel gevallen helemaal niet zo duidelijk is en dat juist de verschillende interpretaties van een betekenis de gehele rechtspraak kan beïnvloeden.
In de juridische praktijk gaat het namelijk niet alleen om de puur denotatieve uitleg van de betekenis van de rechtsterm. In het algemeen bestaan er drie verschillende criteria voor betekenisuitleg en -vergelijking van rechtstermen: de structuur, de functie en het rechtsgevolg van het rechtsbegrip. De genoemde comparatieve kenmerken zijn intern, daarnaast bestaan er ook de zogenaamde externe comparatieve kenmerken. Deze beïnvloeden de betekenis van rechtstermen van buitenaf. Tot deze kenmerken horen bijvoorbeeld de positie van het begrip in het begrippensysteem of zijn afhankelijkheid van andere begrippen in het systeem. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld ook juridische, politieke en morele kwesties de betekenis beïnvloeden.
Termorshuizen-Arts heeft de invloed van de genoemde factoren op de betekenis van rechtstermen in een semantische driehoek afgebeeld. (Termorshuizen-Arts 2003:189):
De noodzaak van interpretatie en betekenisuitleg van rechtstermen ontstaat ook bij het vertalen van deze termen. Sarcevic adviseert bij het vertalen van nationale rechtsteksten die in de doeltaal vreemd werken, deze termen aan de rechtsterminologie van deze taal aan te passen:
| |
| |
der Übersetzer soll eine Terminologie verwenden, die mittels Assoziationen Vorstellungsgehalte im Bewusstsein des Lesers evoziert, die ihn an die Begriffe und Institutionen seiner eigenen Rechtsordnung erinnert, ihn aber gleichzeitig nicht vergessen lässt, dass es sich um ein fremdes Geistesgut und fremde Institutionen handelt, die integrierender Bestandteil einer fremden Rechtsordnung sind. (Sarcevic 1990:157)
Veel eenvoudiger is het werk van de vertaler in het geval van de internationale rechtsorde, die op een homogeen en uniform begrippensysteem berust. Dat is het belangrijkste verschil tussen het nationale en internationale rechtssysteem. De equivalentie van begrippen is gegeven; niettemin komen er bij het werk van de vertaler andere moeilijkheden om de hoek kijken, die wij illustreren aan de hand van Europese rechtsterminologie.
De specifieke positie van Europese wetgeving in het rechtssysteem van alle lidstaten van de EU hoeven we niet te benadrukken. Doordat de primaire wetgeving van de EU een deel van de nationale wetgeving vormt, heeft zij natuurlijk ook directe invloed op de terminologie en tekststructuur van de nationale rechtssystemen. De mogelijke problemen vloeien voort uit het feit dat de Europese wetgeving aan twee eisen moet voldoen:
Einerseits müssen sämtliche Texte untereinander ein Höchstma× an inhaltlicher Einheitlichkeit aufweisen... andererseits müssen die Texte, da sie ein Teil der nationalen Rechtsordnung sind, so gestaltet sein, da× sie in den einzelnen Staaten als authentische Rechtstexte empfunden werden. (Arntz 2003:6-7)
In deze teksten is het nodig om de nationale rechtstermen, die geen geschikte equivalenten in één of meerdere officiële talen van de EU hebben, door geheel nieuwe benamingen te vervangen. Zo komen wij bij de terminologievorming, die bij het vertalen van de Europese rechtsteksten een belangrijke plaats heeft ingenomen.
Achter elke nieuwe benaming moet vooral het begrip gezien worden. Dit begrip kan concreet of abstract zijn, waarbij de rechtsterminologie in het algemeen door haar gebondenheid aan een abstract begrippensysteem gekenmerkt wordt. Het ontstaan van de benaming voor een begrip bepaalt zijn kenmerken, die de Duitse terminologienorm DIN 2330 (1993:4) in Beschaffenheitsmerkmale (kenmerken die de aard betreffen, zoals vorm, kleur, lengte...) en Relationsmerkmale (relatiekenmerken zoals herkomst, vergelijkingskenmerken, beoordelingskenmerken) verdeelt. Genoemde kenmerken vervullen in de terminologievorming vier basisfuncties:
◾ | ze grenzen de begripsinhoud af |
◾ | ze stellen de basis voor het vormen van de benaming voor |
◾ | ze helpen bij de structurering van de terminologie |
| |
| |
◾ | ze helpen bij de bepaling van de equivalentie van de begrippen van verschillende systemen |
De woordvorming biedt ons enkele algemeen bekende procedures voor het vormen van nieuwe benamingen. In het vervolg houden wij ons met zulke procedures bezig, die bij het vormen van rechtstermen gebruikt worden. Naast de nader beschreven procedures worden, net als bij de andere terminologieën, derivatie, samenstelling, afkorting en conversie gebruikt.
◾ | Vanwege de onnatuurlijke werking in de doeltaal wordt vooral het gebruik van leenwoorden (borrowing) bekritiseerd. Woorden zoals Acquis communautaire, readmissie, derogatie hebben in de doeltaal geen transparante motivatie, waardoor de gebruiker hun betekenis niet meteen uit de vorm kan afleiden. Daarom wordt deze terminologie vaak onder de benaming Eurolekt of Eurojargon als bureaucratisch en onoverzichtelijk bestempeld. Toch wordt deze methode van terminologievorming door de vertaaldiensten van de EU geprefereerd, omdat het de internationalisering en formele gelijkheid van de rechtsteksten in alle officiële talen ondersteunt. Naar onze mening is het bij aanwending van deze methode belangrijk om de functionaliteit en het derivatievermogen van zulke termen te beogen. Veel van deze termen voldoen namelijk niet aan de principes voor woordvorming, die in de internationale terminologienorm ISO 704 (2000:7.3.1.) als volgt samengevat worden: transparency, consistency, appropriateness, linguistic economy, derivability, linguistic correctness, preference for native language. |
◾ | Een bijzonder vruchtbare methode om benamingen voor begrippen uit het Europese recht te vormen, is terminologisering. Het grote succes van deze procedure op het gebied van de rechtsterminologie vloeit ongetwijfeld voort uit de primaire functie van het recht: het normeren van het gedrag en het handelen van mensen: |
Das Recht mu× an die Allgemeinsprache anknüpfen, weil es auf konkrete Lebenszusammenhänge bezogen ist. Da Rechtsicherheit aber nur durch möglichst eindeutige Abgrenzung der Bedeutung gewährleistet ist, müssen die ‘natürlichen’ Begriffe der Gemeinsprache in ihrer Bedeutung durch Definitionen eingeengt werden. (Fuchs-Khakhar 1987:9)
Het begrippensysteem bevat veel abstracte begrippen, die de verschillende soorten van rechtelijke relaties en handelingen aanduiden. De juiste betekenis van deze begrippen wordt door hun definitie bepaald. Sommige rechtstermen hebben niet eens een eenduidig afgebakende betekenis en toch konden ze hun vaste plaats in het rechtssysteem van veel volkeren behouden
| |
| |
(goede trouw, vrije meningsuiting, goed zedelijk gedrag...). Juist deze termen maken plaats voor de bovengenoemde interpretatie.
◾ | Een typisch verschijnsel van de rechtsterminologie is ook het ontstaan en gebruik van vaste woordverbindingen of sjablonen. Ze duiken ook op in internationale rechtsteksten en maken soms gehele onderdelen van de tekst uit. Deze middelen helpen juristen, de uniformiteit van de rechtsterminologie te behouden en tonen tegelijkertijd de samenhang van de tekst met een bepaald rechtsvoorschrift of een bepaalde norm. Daarom is het bijzonder belangrijk om deze sjablonen bij het vertalen te identificeren en ze altijd door gelijke, equivalente formuleringen in de doeltaal te vervangen. (Voorbeelden uit het Ontwerp van het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa.) |
zásada ‘non-refoulement’ (prekážky vydania) |
Beginsel van non-refoulement |
vol'ný pohyb osôb, tovaru, služeb, kapitálu |
Vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal |
pridruženie zámorských krajín a území |
Associatie van de landen en gebieden overzee |
priestor slobody bezpečnosti a spravodlivosti |
Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |
Naast genoemde woordvormingsmethodes spelen bij het ontstaan van een nieuwe benaming voor juridische begrippen relaties een rol die de nieuwe term met andere termen van dezelfde terminologie aanknoopt. Arntz & Picht (1989) vermelden enkele manieren waarop nieuwe termen ontstaan aan de hand van de relaties van deze termen met de begrippen van het reeds bestaande begrippensysteem van de rechtsterminologie. Deze relaties vormen een gestructureerd systeem van de rechtsterminologie. De systematische ordening van de begrippen in het begrippensysteem en de overzichtelijke afbeelding van de relaties kan een grote bijdrage leveren tot de kwalitatieve verbetering van het terminologiebeheer en de uitleg van de betekenis van Europese rechtstermen in de officiële talen van de EU. Deze methode maakt het mogelijk om de begrippen duidelijk van elkaar te onderscheiden en hun wederzijdse relaties overzichtelijk af te beelden.
Uit het karakter van de rechtsterminologie vloeit de complexiteit van de relaties voort, die tussen de leden van de terminologie ontstaan. Het zou onmogelijk zijn om alle soorten van relaties op dezelfde manier af te beelden. Van alle mogelijke manieren om begrippensystemen grafisch af te beelden is voor de rechtsterminologie vooral de afbeelding van de hiërarchische en pragmatische relaties nuttig. Ook het afbeelden van zogenaamde begripsvelden leidt tot interessante resultaten.
Tot de hiërarchische relaties horen de zogenaamde logische en generische relaties. Ze bepalen de hogere of lagere positie van het begrip in het systeem. Op
| |
| |
deze manier is het bijvoorbeeld mogelijk de rechtsakten van de EU heel overzichtelijk te ordenen naar hun rechtsgevolg en aansluitend te vertalen:
slowakisch |
niederländisch |
deutsch |
nariadenia |
verordeningen |
Verordnungen |
rozhodnutia |
besluiten |
Entscheidungen |
smernice |
richtlijnen |
Richtlinien |
pravidlá |
regels |
Regeln |
odporúčania |
aanbevelingen |
Empfehlungen |
rezolúcie |
resoluties |
Entschlie×ungen/Resolutionen |
stanoviská |
adviezen |
Stellungnahmen |
závery |
conclusies |
Schlu×folgerungen |
vyhlásenia |
verklaringen |
Erklärungen |
deklarácie |
verklaringen/declaraties |
Erklärungen/Deklarationen |
Indien we het begrippensysteem complex willen afbeelden, moeten we ook de pragmatische relaties in de grafiek betrekken. De terminologische norm DIN 2342 definieert de pragmatische relaties als volgt:
Begriffsbeziehungen, die auf thematischen Zusammenhängen zwischen Begriffen beruhen, jedoch weder der hierarchischen noch der sequentiellen Begriffsbeziehung zugeordnet werden können.
Het gaat vooral om relaties, die op chronologische, causale of genetische samenhangen berusten. Alle soorten van grafische afbeeldingen van begrippensystemen kunnen natuurlijk gecombineerd worden, maar soms is de structuur van het begrippensysteem zo gecompliceerd, dat het afbeelden van het begrippensysteem met behulp van de eerder vermelde relaties niet het gewenste effect kan hebben. In zulke gevallen is voor het afbeelden van het begrippensysteem het zogenaamde begripsveld, of ‘unstructured set of thematically related concepts’ (ISO 1087) beter geschikt.
De structuur van het begripsveld is veel losser dan de structuur van de bovengenoemde systemen en is vooral voor het afbeelden van veel verschillende soorten van relaties geschikt. Op deze manier kunnen met behulp van de definities van termen gecompliceerde procedures, zoals bijvoorbeeld het sluiten van verdragen van de EU met derde landen afgebeeld worden: (definitie zie art. III-227 van het Ontwerp van het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa).
| |
| |
In onze korte excursie naar de vorming van benamingen voor de begrippen van de nationale en internationale rechtssystemen hebben we geprobeerd om de eigenaardigheden van deze twee soorten van rechtsterminologie te laten zien. Het vormen van nieuwe termen en hun gebruik bij de vertaling zijn ondertussen belangrijke onderdelen van de vertaalpraktijk geworden. De overzichtelijke afbeelding van begrippensystemen biedt ons nieuwe wegen voor een effectief terminologiebeheer en het gebruik van nieuwe termen in de praktijk. Het behandeld onderwerp biedt, naar wij hopen, ook inspiratie voor modern en praktisch onderwijs op het gebied van vaktaal en juridische vertaling.
| |
Bibliografie
Arntz & Picht 1989 - R. Arntz & H. Picht: Einführung in die Übersetzungsbezogene Terminologiearbeit. Hildesheim/Zürich/New York: Olms, 1989. |
Arntz & Picht 2002 - R. Arntz & H. Picht: Studien zu Sprache und technik. Einführung in die Terminologiearbeit. Hildesheim/Zürich/New York: Olms, 2002. |
| |
| |
Daum 2003 - U. Daum: ‘Übersetzen von Rechtstexten.’ In: Übersetzen und Dolmetschen. Modelle, Methoden, Technologie. Tübingen: Günter Narr Verlag, 2003, p. 33-46. |
Esser 1970 - J. Esser: Vorverständnis und Methodenwahl in der Rechtsfindung. Rationaitätsgarantien der richterlichen Entscheidungspraxis. Frankfurt am Main: Athenäum, 1970. |
Fuchs-Khakhar 1987 - Ch. Fuchs-Khakhar: Die Verwaltungssprache zwischen dem Anspruch auf Fachsprachlichkeit und Verständlichkeit. Tübingen: Stauffenburg, 1987. |
De Groot 1996 - G-R. de Groot: Het vertalen van juridische informatie. Deventer: Kluwer, 1996. |
Jakobson 1959 - R. Jakobson: ‘On linguistics aspects of translation.’ In: R. Brower, On translation. Cambridge Mass.: Harvard University Press, 1959, p. 232-239. |
Loth 1991 - M.A. Loth: Recht en taal. Arnhem: Gouda Quint, 1991. |
Masár 2000 - I. Masár Ako pomenúvame v slovenčine, kapitolky z terminologickej teórie a praxe. Bratislava: Slovenská jazykovedná spoločnost' pri SAV, 2000. |
Prunč 2002 - E. Prunč: Einführung in die Translationswissenschaft. Band I - Orientierungsrahmen. Graz: Institut für Translationswissenschaft, 2002. |
Rakšányiová 2002 - J. Rakšányiová ‘Homo translator.’ In: Rak, roč. VII/2002. |
Sarcevic 1990 - S. Sarcevic: Strategiebedingtes Übersetzen aus den kleineren Sprachen im Fachbereich Jura. Babel 1990. |
Sarcevic 1997 - S. Sarcevic: New approach to legal translation. Haag/London/Boston: Kluwer Law International, 1997. |
Termorshuizen-Arts 2003 - M. Termorshuizen-Arts: Juridische semantiek. Een bijdrage tot de methodologie van de rechtsvergelijking, de rechtsvinding en het juridisch vertalen. Nijmegen: Wolf Legal Publishers, 2003. |
|
|