Pogen. Jaargang 3
(1925)– [tijdschrift] Pogen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
Jong-Hollandsche Plastische KunstTwee tentoonstellingen van Ninaber van Eijben
| |
[pagina t.o. 28]
| |
De Genadebron
Portret van Mimi V. d. V. | |
[pagina t.o. 29]
| |
‘Speuren!’
Ets door Ninaber van Eyben | |
[pagina 29]
| |
is noch door typeering, noch door houding uitgedrukt;Ga naar voetnoot(1) dit is blijkbaar 'n onderwerp, dat de schilder niet in z'n macht had; verblijdend echter is toch de aanwezigheid van dit werk, omdat we, in vergelijking met de later-gemaakte altaarplaten in deze een heel groote vooruitgang kunnen bemerken. Maar wel spreekt sterk z'n Roomschheid uit de krachtige houtsnede ‘Levensbron’ uit 't innige ‘Moederhart’. de sterke, hoewel iets te harde ‘Franciscus’ uit 't fijne houtsneetje ‘Golgotha’ de teere, fijn-gevoelde ‘Mater Dolorosa’, en ‘Kruisafname’. Mooi zijn de figuren en 't landschap vooral, ieder op-zich, van de ‘Kruisdraging’, maar hier mis ik compositie, evenals bij ‘Levensbrug’ en bij de ‘Aanbidding’. Maar sterk en krachtig opgezet vind ik de werkelijk ook stralende ‘Morgenstraling’, ‘Meeuwen’ 't forsche ‘Zeilen’, de innige, sprookjesachtig-teere houtsnee van 't jongetje bij de telephoonpaal, en de rake ets ‘Speuren’. die iets Spartaansch fels en reëels heeft, Maar verreweg 't beste vind ik Ninaber als landschapschilder, vooral z'n prachtige etsen van de Duinen en de zware boomen-etsen. Dit is echt werk waarvan hij de geest absoluut te pakken heeft; in de zware, melancholische sfeer van de Duinen en Dennebosschen, is hij door en door thuis; dat is zijn eigen leven, en dat land is voor hem de wereld. Heel sterk spreekt dat in de ets ‘Boschgeheimenis’, in ‘de Den’, ‘Hoog Duin’ met z'n fantastische, Japansch-fijn geteekende wolken-spoken, in de sprankelende ets, ‘Duindoorn’ en de twee ‘Nettenboeten’. 't Zelfde ook bij z'n schilderijenGa naar voetnoot(2): De Duin- en Bosch schilderijen, de ‘Paddestoelen’, de teekeningen van de Zee en 't landschap in de ‘Vlucht naar Egypte’; hier is Ninaber 't meest in thuis en is hij het sterktst; beter dan in de ‘Korenvelden’ de ‘Pont Royal’ en ‘Pont Neuf’, en ‘Amazone’. Al is Ninaber over 't algemeen veel beter in z'n etsen, onvermeld mogen ook zeker niet blijven 't sprookjesachtige slot uit Tristan en Isolde met de krachtige, aandonkerende bark, de beestachtig-afgemartelde ‘schuitenjagers’, 't sappige, smakelijke ‘Spaansche landschap’ | |
[pagina 30]
| |
de fijne, teere ‘Maris Stella’, voor ons kustbewoners de Madonna, en dan verschillende van z'n portretten: 't Beste, en wat me nog den heelen tijd in m'n kop zit lijkt me de fijne potloodteekening van 'n meisje, 'n kind van 'n jaar of twaalf, zoo 'n druk ding, dat nu even moet stilstaan voor den schilder, maar door 't ongewone stilstaan komt ook de rust en 't diepe in de starende meisjesoogen, even 'n aanduiding van 't leven, dat haar nog wacht, maar waar ze dadelijk al niet meer aan denken zal, want 't is nog 'n kind. En dan die rake, ruwe kop van dat slimme strooperstype, en dat andere schooiersportret met die heel-fijne, even-aangeduide achtergrond, en de sterke, knappe olieverf van dien eerlijken kerel met de pijp.
Zoo is 't werk van Ninaber een wel verblijdend teeken van de herleving der Roomsche kunst, en veelal 'n fijne teergevoelde, hoewel niet altijd diepe weergave van Gods stralende Schoonheid, die Hij ons iederen dag weer opnieuw met onbegrensde goedheid toedeelt. En dit heeft Ninaber heel juist gezien: hoe we daarom blij kunnen zijn om dit leven, hoeveel pijn 't ook brengt, en hoe we door 'n intens genieten van Gods Schoonheid hier, in voortdurend contact met Hem staan, want wie Zijn Schoonheid kent, kent ook Zijn Liefde en dat is de eeuwig-wellende bron waaruit wij allen putten.
In 't smakelijke, warme Opgang-zaaltje was ook beeldhouwer E.A. v/d Winkel vertegenwoordigd; veel over hem te zeggen is hier overbodig, want Wies Moens karakteriseerde hem reeds in 't Juninummer van ‘Pogen’ van dit jaar. Voor mij is v.d. Winkel een der beste katholieke beeldhouwers die ik ken; hij heeft wel 'n heel bizondere uitdrukkingskracht en lijkt mij technisch ook buitengewoon knap, 'n echte werkman met onwrikbare zekerheid en durf. Behalve de beeldjes bij 't artikel van Moens gereproduceerd, was er 'n prachtige Sint-Lutgardis, die Vit. Haesaert binnenkort in ‘Pogen’ bespreken zal, 'n sterk-expressief bronzen aapje, 'n heerlijk-soepele castagnetten-danseres in albast, en 'n ivoren beeldje ‘De Smeeker’: zoo 'n krachtig prophetisch type, uit 't Oud Testament. 't Albasten H. Hartbeeld leek mij 't minste, maar 't voetstuk is prachtig. Den-Haag. JOZEF HOLLANDT. |
|