Juist dàt wordt te weinig begrepen!
De offervaardigheid van hen die zich aan peplum en masker wagen, is prijzenswaard. Doch bijna nergens: die passieve overgave met het intens meegaan ‘durch Sturm und Drang’ en het klare besef van plicht en ideaal; nergens ook de milde spontane schenking van mooiste gaven in de overtuiging van hogere weldaad. Slechts konvensie, automaties gedoe in engafgebakend kringetje, nauwbegrensde idee, strompelgang, nutteloosheid.
Laat het jonge gewas openbloeien in zon-van-liefde maar snoei de twijgen van eigendunk. De bloeitijd is tàns gekomen. Wat nog dor was in Winter van vereenzaming, bereide zich tot de komst van bloesem en vrucht!
En laat de oogst welig zijn voor de gemeenschap opdat zij zich spijzen kunne en laven aan het ooft in vredegaard geplokken.
We moeten apostels zijn: Jeugd die aflegt het mondaine vernisje om zich te bieden zoals ze geroepen is te worden: vroom en ‘echt en trouw gelijk een kind’.
We staan aan de poorten der stille stad van onze verlangens, turend naar de einder waar we uw stoet verwachten. Komt, gij allen die méér zijt dan levenschooiers; die draagt de standaard der Godgewijde begeerte om uw volk te dienen, komt en bevolkt die stad, brengt de beweging, de wil, de daad!
Laat, met de weergeboorte van literatuur en beeldende kunst, ook het toneel herboren worden. De periode van laksheid, bekrompenheid moet afgesloten. Voert het toneel in de glans van het kristen ideaal. Voedt liefde in 't hart van steeds groter scharen. Rept u in de boot, vissers der liefde. O.L. Heer maakt de vangst tot een wonder!
Alle mensen als zovele harmonies-deinende golven in één liefdesoceaan die bespoelt het Eeuwige Sion!
Er is geen kristenheid, geen zielsbetrachting, geen apostolaat, geen ideaal denkbaar zonder het zout der oprechtheid, het ópgaan in de taak.
Er is geen bekering, geen loutering, geen schoonheid, geen kunst, doch vooral geen kristen kunst - dus ook geen toneel! - zonder de onverzwakte regelmaat van die éne polsslag: Liefde!
Vlaanderen, Wereld, dat wens ik u!