Pogen. Jaargang 1(1923)– [tijdschrift] Pogen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Gebed tot de H. Maagd Uw licht zij over ons altijd o Morgenster, o Moeder van Genade: in ons hart de roem van Uw volkomenheid en het aroom van Uw fijne levensdaden uit een verleden tijd. O Maagd, o Maagd, die Uwe ziel niet brandde aan valsche schijn, draag op Uw heilige, witte handen weer Jesus over straat en plein: de zegen van zijn wezen en de lente van al de zeven Sacramenten, opdat wij niet verdorren, maar bloeiende ranken van den wijnstok worden. O, ieder hart een ruischende fontijn, een glorierijke bloem op ieder wezen en God en elke mensch geprezen... laat dàt zijn! Maagd, Maagd, luidt de liefde over ons in: het leven dat uit U is geboren; dan zullen de steden een nieuw lied hooren en een verheven zin! Roep om samen aan den torenvoet: aan alle harten een nieuwe tijding, over alle gelaten een nieuwe gloed en over ons leven, Maagd, een nieuwe wijding! Vlucht ons niet, Bruid der Wijsheid en der Kracht; wij willen wijs zijn en kuisch en zacht en geheel zuiver van binnen, wij aanvaarden het torment onzer vijf zinnen en de kastijding van onzen geestelijken nacht. Vlucht ons niet om één vuile wond om de verdoemenis van den zwarten grond waaraan wij kleven; zie, zie wij spuwen de zonde uit onzen mond en bijten den kanker uit ons leven. Neen, vlucht ons niet, opdat ons niet begeve o, sterke Dochter van God. de moed om ons raadselig lot te dragen - en de hoop op het eeuwig leven. JAC. SCHREURS, M.S.C. Vorige Volgende