Pogen. Jaargang 1(1923)– [tijdschrift] Pogen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] [Nummer 7] Rust Waarom staan de sterren zoo stil voor 't oog in 't eeuwig-bewogen zwerk en schijnen ze roerloos aan 's hemels boog in hun woelingen en in hun werk? Waarom als uw blik in die afgronden slaat van 't oneindig en heimvol verschiet ligt er een trek van vrede op uw nachtgelaat dat bij dag zooveel onrust verried? Ja, waarom? Hebt ge ooit in uw ziel overdacht wat de sterren die vredekracht geeft en waarom ze wentelen door den somberen nacht en toch Rust in hun woelingen leeft? * * * Bewoorden wat Rust is kan ik niet, maar in de sterren ligt haar beeld, en eenieder kan leeren uit dit grondeloos gebied al wat ons de wereld verheelt. Al wat we omvatten geeft den vrede niet noch al wat de geest verstaat, noch al wat aan de inbeelding de wetenschap biedt noch al wat de zinnen verzaadt; maar in 't eeuwig geweldige, zoo grootsch en groot dat 't ons neerslaat en verplet, daar ligt ze en heerscht er, - boven leven en dood: dit leert ons de sterrenwet. Want Rust is slechts woeling die 't al overmant: zie 't eeuwig-bewogen zwerk. Daarom gloeit zoo rustig de sterrenbrand in zijn woelingen en in zijn werk. X... Vorige Volgende