Poetische en prozaïsche werken van de Societeit Momus(1842)–Anoniem Poetische en prozaïsche werken van de Societeit Momus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Ter gelegenheid eener dames vergadering. Ja eer zij het Bestuur dat het besluit bedacht, Waardoor de Momezij, nu ook het schoon geslacht, De roem van ons Maastricht, thans hij zich mag aanschouwen, Wie onzer stemt met mij met onbedwongen zin, Bij de aanblik van die rij, niet opgetogen in, Wat 't lot ons geven mag, geen vreugde zonder vrouwen. Zoo Momus gulle vreugd, zijn scherts en spotternij, De dames nu beviel, dan bid de Momezij, Kom nog eens bij ons weer en deel in ons genoegen; En weet - hoe men ook hier de vrijheid minnen moog, Men houd - voor al met u, de schraam steeds in het oog, En zal zich steeds zoo gaarn, naar uwe wenschen voegen. Ja zoo dan Momus al zijn heerschappij hier toond, En met zijn ironie, geen onzer hier verschoond, En ieder op zijn beurt zijn vlugge tong moet vrezen, Kom onbezorgt bij ons, voor het vereerd geslacht, Houd Momus stipt en streng voor zijne mond de wacht, En zal hij steeds voor u een vriendlijk vleijer wezen. [pagina 13] [p. 13] Men zegt dat onzen kring een heimlijk doel beoogd, Geloofd gij dit misschien - weet dan dat ge u bedroog, En is er een geheim, wij durven 't u betrouwen, Wij huldigen de wijn - steekt daar iets euvels in, En na de wijn - de vreugd, die haat gij evenmin, Maar meer dan wijn en vreugd, vereeren wij de vrouwen. Ik zweer bij Momusmuts en Pegasus er bij Zie daar 't geheim der Momezij. V.D.N. Vorige Volgende