| |
| |
| |
poweetjes
Meesterschap voor Claus
Hugo Claus sleepte niet alleen de allereerste VSN-poëzieprijs (goed voor 50.000 gulden of 1 miljoen frank) in de wacht voor zijn bundel De Sporen, de 65-jarige auteur werd bovendien door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde met de Prijs voor Meesterschap vereremerkt. De Meesterschapprijs, die bestaat uit een gouden medaille, wordt slechts één keer in de vijftien jaar aan een schrijver toegekend.
Claus is, met zijn bundel De Sporen, ook genomineerd voor de literaire Prijs van de stad Antwerpen. De andere kanshebbers zijn Gaston Durnez met zijn Geschiedenis van De Standaard, Willy Spillebeen met de roman De anonieme jezuïeten en Luc Wenseleers met zijn essay De pels van de vos.
| |
Prijzen in Vlaanderen
De jury van de Internationale Ambrozijnwedstrijd voor Poëzie 1993, die wordt georganiseerd door de Culturele Kring Ambrozijn uit Ieper, besloot dat Marc Naessens uit Kessel-Lo en Magda Breugelmans uit Hove de Ambrozijnprijs samen zouden delen. De eerste prijs in de Ambrozijnjeugdwedstrijd voor poëzie 1993 ging naar het gedicht ‘Blauw is de lucht’ van Isaac Delahaye.
Voor de wedstrijd Flitsverhaal-prozagedicht kende WeL, de universitaire werkgroep literatuur en media, de eerste prijs toe aan Gerda Wijckmans. Raymond Rombout kaapte de eerste prijs weg in de wedstrijd Essay.
Voor haar boek Indiaan met blanke voet, dat in het najaar verschijnt, krijgt Maria Jacques de Jacob van Maerlant Prijs ter waarde van 200.000 frank of 10.000 gulden.
Pater F.M.W. Claes, bewerker van het Verschueren Groot geïllustreerd woordenboek, ontvangt als eerste de nieuwe, driejaarlijkse Kruyskampprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De prijs is genoemd naar C. Kruyskamp, de in 1990 overleden bewerker van Van Dale.
De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taalen Letterkunde kende de Prijs voor Taalkunde 1994 toe aan Ward van Osta voor zijn studie Toponymie van Brasschaat. De August Beernaertprijs ging naar Greta Seghers voor haar werk Het eigenzinnige leven van Angèle Manteau; de Joris Eeckhoutprijs naar Baudoin Yans voor zijn studie De God Bedrogen Bedrogen de God. Een speurtocht door W.F. Hermans' filosofisch universum; de Lode Baekelmansprijs naar Bart Plouvier voor zijn roman De kleuren van de zee; de Arthur Merghelynckprijs voor poëzie naar Francis de Preter voor Nachtegaalrecht. Gedichten 1980-1992; de Leonard Willemsprijs naar Theo Coun voor zijn gezamenlijk werk; en de Maurice Gilliamsprijs naar Frans Deschoemaeker voor zijn bundel Beginselen van archeologie.
De tweejaarlijkse Jan Mathijs Wintersprijs, uitgeschreven door de Culturele Raad, het gemeentebestuur van Genk en de Oxfamwinkels ging in de leeftijdscategorie tot 12 jaar naar Nele Warson, bij de 13- tot 15-jarigen naar Greetje Van Esch, bij de 16- tot 18-jarigen naar Tanja Vereycken. In de categorie van de +18-jarigen ging de prijs voor poëzie naar Patrick Vanhaelemeesch en werd de eerste prijs in de afdeling kortverhaal niet toegekend.
De zesde poëzieprijs van de vzw Erato ging in de categorie min-21-jarigen naar het gedicht ‘De Eenzaamheid Voorbij’ van Miguel Declercq en in de categorie plus-21-jarigen naar Henriette Hirzmann-Fas voor haar gedicht ‘Bas’.
| |
Prijzen in Nederland
Cees Nooteboom ontving ten huize van zijn Italiaanse uitgever de Grinzane Cavour-prijs voor Het volgende verhaal. Aan deze literaire prijs van de provincie Turijn is een bedrag van tien miljoen lire (11.500 gulden of 230.000 frank) verbonden.
De veelbekroonde kinderboekenauteur en dichter Toon Tellegen krijgt de Gouden Griffel 1994 voor zijn boek Bijna iedereen kon omvallen (1993).
Nelleke Noordervliet ontving voor haar roman De naam van de vader de Multatuli-prijs 1994, ter waarde van 15.000 gulden (300.000 frank).
De Herman Gorter-prijs, de jaarlijkse poëzieprijs van het Amsterdamse kunstfonds ter waarde van 15.000 gulden (300.000 frank), ging dit jaar naar Tonnus Oosterhof voor zijn bundel De ingeland.
De C. Buddingh'-debuutprijs voor poëzie, ter waarde van 2.500 gulden (50.000 frank) werd uitgereikt aan F. van Dixhoorn voor zijn bundel Jaagpad. Rust in de tent. Zwaluwen vooruit.
Vertaler Hongaars Henry Kammer ontvangt de Martinus Nijhoff Prijs 1994 voor literaire vertalingen. De jury loofde uitdrukkelijk zijn ‘uitmuntende’ vertaling van Péter Nádas’ roman Het boek der herinneringen. Aan de prijs is een bedrag van 100.000 gulden (2 miljoen frank) verbonden, waarvan de laureaat 25.000 gulden naar eigen wens kan besteden. De overige 75.000 gulden moet ten goede komen aan één of meer vertaalprojecten.
| |
Buitenlandse prijzen
Like Water for Chocolate van Laura Esquivel, in het Nederlands door Arena uitgegeven onder de titel Rode rozen en tortilla's, is uitgeroepen tot de ‘American Booksellers Book of the Year’. Het boek staat inmiddels al een jaar op de bestsellerlijst van The New York Times.
De Sloveense auteur Drago Jancar, van wie de Nederlandse vertalingen verschijnen bij de Wereldbibliotheek, heeft de Europese prijs van de Duitse stad Arnsberg in de wacht gesleept voor zijn kortverhaal ‘Augsburg’. Aan de prijs is een bedrag verbonden van 20.000 mark (22.000 gulden Of 440.000 frank).
Voor zijn roman Vétérinaires kreeg Bernard Lamar-che-Vadel de Goncourt-debuutprijs ter waarde van 40.000 Franse frank (260.000 frank of 13.000 gulden).
De Franse pers kende de Prix des Maisons de la Presse 1994 toe aan Michel Ragon voor zijn boek Le roman de Rabelais. In de categorie ‘documenten’ ging de prijs naar Catherine Decours voor La dernière Favorite.
Een dichtbundel van Radovan Karadzic, de leider van de Bosnische Serviërs, werd door de Russische Schrijversbond met een literaire prijs vereerd. De internationale schrijversorganisatie PEN tekende hiertegen ‘geschokt en verontwaardigd’ protest aan.
De ‘Friedenpreis des Deutschen Buchhandels’ is toegekend aan de 70-jarige Spaanse auteur Jorge Semprùn. Semprùn heeft een tiental werken op zijn actief en ontvangt de prijs ‘wegens het ontwikkelen van nieuwe ideeën voor onze tijd, opdat de geesten uit het verleden, het nazi-regime, de Sovjetterreur en onrechtvaardige regimes waar dan ook voor immer verbannen blijven’.
De Franse president François Mitterrand heeft de Mexicaanse dichter en Nobelprijswinnaar, Octavio Paz, vereremerkt met het grootkruis van het Légion d'honneur. In zijn gelegenheidstoespraak wees Paz erop dat hij dankzij de invloed van de Franse literatuur als schrijver geworden is tot wie hij is.
Jacques Roubaud heeft de Grote Prijs van de Société des gens de lettres ontvangen voor zijn volledig oeuvre. De Grote Prijs voor Poëzie van de Société ging dit jaar naar Marc Alyn.
| |
| |
| |
Poetry international award
De Srilankese Tamildichteres Selvi wordt vereerd met de Poetry International Award 1994. De Award wordt jaarlijks toegekend aan een dichter die omwille van zijn of haar overtuiging in gevangenschap is beland. Selvi, behalve juriste ook een gerenommeerde dichteres, werd op 30 augustus 1991 door Tamilseparatisten gevangen genomen. Sindsdien werd niets meer van haar vernomen. Gevreesd wordt dat ze ofwel in uiterst slechte gezondheid verkeert of dood is.
| |
Poetry international
Martin Mooij, directeur van de stichting Poetry International, ontvangt op 2 november e.k. de Sphinx Cultuurprijs. De prijs wordt toegekend door de nv Koninklijke Sphinx en gaat naar ‘personen of instellingen die de voorwaarden scheppen voor de produktie van kunst en cultuur’. De prijs bestaat uit een door de nv gefinancierde boekuitgave en bevat speciaal voor de gelegenheid geschreven gedichten van Nederlandse en buitenlandse deelnemers aan het festival, alsook een door twee neerlandici te verzorgen historische terugblik op Poetry International.
| |
Duquesnoy overleden
Vertaler Theodor Duquesnoy is eind juli op 52-jarige leeftijd in Amsterdam overleden. Duquesnoy, die vooral uit het Duits vertaalde, werkte tevens als redacteur bij Athenaeum-Polak & Van Gennep en werd in 1986 tevens redactiesecretaris van het literaire tijdschrift De Gids. Hij was eveneens medewerker van het NRC Handelsblad. Duquesnoy vertaalde onder meer werk van Elias Canetti en Stephan Zweig.
| |
De Haan op zolder
Dichter en jurist Jacob Israël de Haan werd op 30 juni 1924 in Jeruzalem vermoord. Meer dan vijftig jaar lang lag een deel van zijn nalatenschap - 29 schriftjes met gedichten en andere teksten - bij Karel van het Reve op zolder te verstoffen, wachtend op hun toenmalige eigenaar, de jonge radicale zionist David Koker die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgepakt en weggevoerd. Koker keerde echter niet uit de oorlog weer, en toen ook De Haans weduwe korte tijd later overleed, schonk Van het Reve de collectie aan de Bibliotheca Rosenthaliana in Amsterdam. Althans het grootste deel ervan. Dat Van het Reve nog een grote verzameling onbekende gedichten van de joodse schrijver op zolder had liggen, kwam aan het licht toen twee De Haan-kenners, Ludy Giebels en Marijke Stapert, een nieuwe inventaris van de De Haan-nalatenschap in de Rosenthaliana hadden samengesteld en, gelukkig voor hen nog net vóór de inventaris ter perse ging, Van het Reve contacteerden omdat ze hem het eerste exemplaar plechtig wilden overhandigen op de zeventigste sterfdag van de auteur.
| |
Standbeeld voor Elsschot
Het was lang wachten geblazen, maar sinds eind juni heeft Alfons Jozef de Ridder, beter bekend als Willem Elsschot en ook wel de prins van de Vlaamse Letteren genoemd, een standbeeld in Antwerpen. Het bronzen beeld, van de hand van beeldhouwer Wilfried Pas, werd onder grote publieke belangstelling door prins Laurens onthuld. Het geld voor het standbeeld werd bijeengebracht door een aantal privépersonen, onder de bezielende leiding van de ‘Vrienden van de Zwarte Panter’. Het beeld staat midden in het groen van het Mechelseplein.
| |
Jacques Brel en Ernst van Altena
Ernst van Altena heeft faam vergaard als eerste Brelvertaler in het Nederlandse taalgebied. Brel zelf maakte voor zijn Nederlandse nummers ‘Marieke’ en ‘Mijn Vlaamse’ gebruik van de Van Altena-vertaling. Uit erkentelijkheid schonk de chansonnier in het begin van de jaren zetig aan de vertaler de ‘algehele autorisatie’ op de Nederlandse vertalingen van zijn chansons. In de praktijk betekent dit dat één zesde van de opbrengsten van de in het Nederlands vertaalde Brelsongs naar Van Altena gaat. Pech dus voor tekstdichters als Lennaert Nijgh, Willem Wilmink en recentelijk ook Ivo de Wijs, die tot de ontdekking kwamen dat de uitvoeringsrechten voor hun Brel-vertalingen aan Van Altena worden overgemaakt.
| |
Van Dis uit, Scheffer in
In tegenstelling tot wat aanvankelijk werd aangekondigd, zal Adriaan van Dis de twintigdelige NOS-serie Na de oorlog niet presenteren. Van Dis werd teruggefloten als verteller-presentator toen na een proefopname bleek ‘dat de oorspronkelijke opzet niet voldeed’. Nagegaan wordt of Van Dis eventueel kan worden ingeschakeld bij andere NOS-programma's.
Bij de VPRO waar Van Dis vroeger een eigen programma had, weet men niets van een eventuele terugkeer. Zeker is wel dat publicist Paul Scheffer bij de VPRO in november vier avonden gesprekken zal voeren met vooraanstaande Europese schrijvers.
| |
100.000 Jobs
Al enkele jaren tracht de Federatie van Europese Uitgevers (FEE) een cijfermatige kijk te krijgen op het Europese uitgeversbedrijf. Een lovenswaardig streven, dat in de praktijk echter op de grootste moeilijkheden stuit. Zo weet men in sommige landen wel hoeveel boeken er op de markt werden gebracht, maar niet hoeveel er daarvan daadwerkelijk werden verkocht, terwijl voor andere landen dan weer het omgekeerde geldt. Toch stelde de FEE onlangs het dossier ‘Statistiques Européennes de l'Edition’ voor, dat door het Franse Syndicat National de l'Edition werd samengesteld. Uit dit dossier blijkt alvast dat de uitgeversbranche in de Europese Unie in 1992 goed was voor een omzet (consumentenprijs) van ruim 18.300 miljoen ecu of zo'n 750 miljard frank. Dat cijfer heeft betrekking op ongeveer 8.000 uitgeverijen, die samen goed zijn voor meer dan 320.000 titels per jaar en voor nagenoeg 100.000 jobs. Het betreft hier rechtstreekse tewerkstelling, waarbij geen rekening werd gehouden met de nevenbedrijven.
| |
Van Du Perron aan Nijhoff
Op 14 december 1931 gingen Eddy du Perron en Martinus Nijhoff op de stoep van het Amsterdamse café Américain, gelegen aan het Leidseplein, met elkaar op de vuist. Het voorwerp van de ruzie was géén vrouw, maar de Nederlandse literatuur. Hun al enige tijd sluimerende onmin werd in enkele rake vuistslagen vertaald. De ruzie zou nooit worden bijgelegd.
Het is dan ook niet
verwonderlijk dat zich onder de 4.340 bewaard gebleven brieven van Du Perron maar één aan Nijhoff gerichte brief bevindt. Het is een neutraal, collegiaal briefje dat dateert van op de kop af twee jaar vóór het handgemeen. In dat briefje vraagt Du Perron Nijhoff om advies met betrekking tot een heruitgave van zijn gedichten. Onlangs is een tweede, eveneens uit 1929 daterende brief van Du Perron aan Nijhoff opgedoken. Een brief van maar liefst vier kantjes. In de brief reageert Du Perron onder meer op Nijhoffs kritiek op de door Gaston Burssens en hemzelf bezorgde uitgave van Paul van Ostaijens Gedichten en is er ook even sprake van de mysterieuze dichteres Olga M. (Hermiene Ramshay-Mensink), van wie tot nog toe nauwelijks een spoor is teruggevonden. Voer voor literatuurvorsers en biografen dus. Het Letterkundig Museum zal de brief dit najaar integraal in het Jaarboek publiceren.
| |
Suczes
Zes jonge mensen van de Genkse muziekacademie hebben het poëzietheater SucZes opgericht. Het zestal brengt in een origineel en steeds wisselend programma niet alleen poëzie, maar ook proza en dialogen, op een nu eens lichtvoetige, dan weer ernstige wijze. Indien gewenst, kunnen er ook programma's op maat worden gemaakt. Info: SucZes, Staatstuinwijk 17, 3600 Genk, tel. 089 | 35.28.17.
| |
| |
| |
Poezie-waaier
Thomas Rap geeft sinds 1992 jaarlijks een Poëzie-waaier uit, die in Shangai wordt gezeefdrukt. Dit jaar staat er een gedicht op van Fritzi Harmsen van Beek, die onlangs werd bekroond met de Adriaan Roland Holst Penning voor haar hele oeuvre.
| |
Voor I miljard Magrittes cadeau
Het Brusselse museum voor Moderne Kunst is in één klap 81 werken van de surrealistische schilder René Magritte rijker. De waarde ervan wordt geraamd op ongeveer één miljard frank. Dichteres Irène Hamoir, de voor enkele maanden overleden weduwe van de surrealistische dichter Louis Scutenaire, liet de werken bij legaat aan het museum na. Scutenaire zelf was destijds de beste en trouwste vriend van René Magritte. Het legaat bestaat uit 23 doeken alsook uit gouaches, aquarellen, tekeningen, ontwerpen voor publiciteit en een beschilderde wijnfles. Onder de doeken zijn er werken uit de interessante, vroege periode van Magritte, waaronder het raadselachtige werk La Voleuse, alsook acht schilderijen uit de omstreden période vache. Dankzij het legaat beschikt het museum thans over de belangrijkste collectie Magrittes ter wereld, die zelfs de gerenommeerde collectie van de befaamde Menil Foundation in Houston overtreft. Eerlang wordt in het museum een aparte afdeling Magritte geopend.
| |
Steun voor vertalershuis
De stichting Het Vertalershuis in Amsterdam krijgt in 1994 voor het eerst een subsidie van de Europese Unie. De subsidie bedraagt ongeveer 24.000 gulden (een klein half miljoen frank), bestemd voor werkbeurzen voor vertalers.
Het Vertalershuis, dat in 1992 werd opgericht, ontvangt ook steun van het WVC (45.000 gulden) en het Literair Produktie- en Vertalingenfonds (24.000 gulden). Ook het Willem-Kloosfonds stak de stichting vorig jaar 4.000 gulden toe.
| |
POezie-essay
Tien jaar lang zal de Rotterdamse Kunststichting een auteur de opdracht geven tot het schrijven van een essay over de Nederlandse poëzie. Het honorarium bedraagt 5.000 gulden. De auteur wordt gekozen in overleg met de redactie van Poetry International.
| |
Koffie bij het boek
Naar Amerikaans voorbeeld heeft de Londense boekhandel ‘Books Etc.’ onlangs een koffiebar geopend in de hoofdvestiging aan Charing Cross Road. De dorstlesgelegenheid werd ‘Coffee Etc.’ gedoopt en is vanaf de straat toegankelijk. Wel is een doorsteek naar de boekhandel voorzien. Boekfanaten kunnen bij een kopje koffie eventjes rustig overwegen aan welke boeken ze hun laatste zakgeld zullen spenderen, terwijl koffieliefhebbers na het lessen van hun dorst mogelijks besluiten in de boekhandel wat zwaardere kost tot zich te nemen.
| |
Jubileumnummer
Het tijdschrift Vlaanderen is aan zijn 250ste nummer toe en dat werd uiteraard een jubileumuitgave, met als titel ‘Poëtisch bericht. Honderd gedichten uit Vlaanderen’. De gedichten bieden een staalkaart van de poëzie in Vlaanderen tussen 1952 en 1994. Uitgeverij Lannoo bracht dit jubileumnummer als boek op de markt.
| |
24 Hours
De organisatie van het Crossing Border Festival, dat jaarlijks in Den Haag plaatsheeft, wil in februari 1995 in Amsterdam een nieuw internationaal literatuurfestival opzetten, onder de titel 24 Hours. De bedoeling is een programma vol poëzie, proza, interviews en muziek in elkaar te timmeren dat een etmaal duurt. Eén onderdeel van het programma zal John Berger in de kijker zetten. Alvast uitgenodigd werden, onder anderen, A.F.Th. van der Heijden, Hugo Claus, Ishmael Reed en Rupert Thomson.
| |
Doctor Erik Spinoy
Dichter Erik Spinoy is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Kortrijkse campus van de KU Leuven. In het Leuvense ‘hoofdhuis’ verdedigde hij onlangs met de grootste onderscheiding zijn doctoraal proefschrift over Paul van Ostaijen, Twee handen in het lege. De dichter mag zich voortaan dus ook doctor noemen.
Spinoy, die ook als dichter teruggrijpt op poststructuralistische filosofen als Jean-François Lyotard, Michel Foucault en Paul de Man, past in zijn proefschrift met name Lyotards stellingen over het sublieme en verhevene op het werk van Van Ostaijen toe en weet overtuigend te argumenteren dat het wel degelijk door de esthetica van het verhevene wordt gemotiveerd. Tevens schetst hij hoe Van Ostaijen na zijn Berlijnse periode evolueerde van moderne dichter naar postmoderne poëet.
| |
Wachten op Van Ostaijen
Van Ostaijenfans die bij het doornemen van de voorjaarsaanbieding verheugd opmerkten dat uitgeverij Kwadraat in mei jl. De lichte waanzin van het onmogelijke. Paul van Ostaijen en het dichterschap van Thomas Vaessens op de markt zou brengen, zullen nog even geduld moeten oefenen. Aan Vaessens zal het niet gelegen hebben, want zijn boek ligt al twee jaar bij Kwadraat op publikatie te wachten. Dat was hem mondeling beloofd. Toen het manuscript er een dikjaar stof had liggen vergaren, had Vaessens nog steeds zijn contract niet op zak, laat staan dat hij al drukproeven had gezien.
In een volgend stadium werd wel een dummy van het omslag gemaakt, waarna het boek in de voorjaarsaanbieding 1994 werd aangekondigd. Maar mei kwam en ging, en daar bleef het bij. Wat liep er mis? Het ontbreken van een slordige 26.000 gulden subsidies, zo bleek uit het contract dat Vaessens enkele maanden geleden eindelijk ontving. Daar had voordien niemand met een woord van gerept. Inmiddels zijn er onder meer bij het Fonds voor de Letteren alsook bij andere fondsen subsidie-aanvragen ingediend. Vaessens hoopt dat de subsidies en het boek er snel komen, want hij is inmiddels met een dissertatie over Van Ostaijen bezig. Dissertatie die hij later ook hoopt te publiceren. Vermoedelijk niet bij Kwadraat.
| |
Anna Enquist gaat Duits
Dichteres Anna Enquist zorgt voor een primeur op vertaalgebied. De Duitse vertaalrechten van haar eerste roman Het meesterwerk die op 1 september uitkomt, zijn al verkocht nog vóór de Nederlandse versie in de boekhandel ligt. De Duitse editie verschijnt midden augustus 1995 bij Luchterhand. De aankoop werd gedaan door Christoph Buchwald die eerder al verantwoordelijk was voor het Duitse succes van Harry Mulisch' De ontdekking van de hemel en Margriet de Moors Eerst grijs, dan wit, dan blauw.
| |
Eredoctoraat Kousbroek
In aanwezigheid van prinses Margriet ontving Rudy Kousbroek een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Groningen. De auteur krijgt deze onderscheiding omwille van zijn ‘unieke, intellectuele rol’ in de Nederlandse culturele wereld en als ‘bestrijder van allerlei vormen van wartaal en mystificatie’.
| |
Kinderboekenmuseum
In het Letterkundig Museum in Den Haag wordt op 8 december e.k. een grote, semi-permanente tentoonstelling ‘Kinderboekenmuseum’ van kinder- en jeugdliteratuur geopend. De tentoonstelling wordt ondergebracht in een thematische kabinettengalerij en richt zich tot de leeftijdscategorie van de 8- tot 13-jarigen. Ze is bedoeld als pendant van de permanente tentoonstelling voor volwassenen 't Is vol schatten hier...’
| |
Bertolt Brecht Amerikaan?
Bertolt Brecht (1898-1956) was helemaal geen Duitser, maar een Amerikaan. Die stelling verdedigt John Fuegi in zijn onlangs verschenen biografie The Life and Lies of Bertolt Brecht. In die ontluisterende biografie laat Fuegi
| |
| |
niets van het culturele boegbeeld van het Oostduitse regime heel. Brecht, zo stelt hij, zou zonder de hulp van de vrouwen in zijn leven niet één toneelstuk hebben kunnen schrijven. Hij was een manipulator, uit op financieel gewin, een dwangmatige flirter en een emotionele wreedaard. Het enige waar Brecht wel goed in was, aldus nog Fuegi, was in het schrijven van gedichten, liedteksten en balladen, en het teren op het talent van anderen.
| |
Verpale en Gruwez
Het bibliofiele genootschap Literarte wil jaarlijks een fraai boekwerk uitgeven voor leden. Onlangs verscheen Een jaar en twee dagen van Eriek Verpale, dat de eerste brieven bevat van de schrijver aan zijn collega Luuk Gruwez. Het boek is verlucht met kleurtekeningen van Verpale, anekdotische curiosa en een handgeschreven gedicht. Inlichtingen: Literarte, P. Nollekensstraat 76, 3010 Kessel-Lo, tel. 016 | 25.27.28.
| |
Will en Weia
Bij de Feministische Uitgeverij Vita verscheen de debuutbundel, Alles uit de binnenkant, van onze recensente Will van Sebille, naar wie in PK 1994 | 3 verkeerdelijk met het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ werd verwezen. Ook de feministische uitgeverij Atalanta wijst er uitdrukkelijk op dat de auteur van Sappho mooi geschreven, met name Weia Reinboud, net zoals Sappho zelf een ‘zij’ is.
| |
Oscar Wilde in de kerk
De Ierse schrijver Oscar Wilde krijgt een herdenkingsplaket in de Poets' Corner van de Londense Westminster Abbey, waar ook andere literaire grootheden als Shakespeare, Wordsworth en Chaueer worden herdacht. Zo'n plaket betekent de ultieme erkenning voor een schrijver in Groot-Brittannië. Wildes plaket wordt onthuld op 14 februari 1995, op de kop af honderd jaar nadat zijn toneelstuk ‘The Importance of Being Earnest’ in première ging en bijna een eeuw nadat de schrijver werd veroordeeld wegens zijn homoërotische verhouding met Lord Alfred Douglas. De Britse minister van Binnenlandse Zaken, Michael Howard, weigerde onlangs een verzoek tot postume gratieverlening aan Wilde. Volgens hem zijn er geen aanwijzingen dat de schrijver volgens de wetten van zijn tijd ten onrechte werd veroordeeld. De deken van Westminster heeft geen problemen met het plaket en vindt het eerbetoon zelfs gerechtvaardigd omdat Wilde ‘een grote bijdrage heeft geleverd aan onze literatuur’ en omdat de schrijver ‘eigenlijk een religeus man was’.
| |
Wilde Ierse roos overleden
‘Ik was een wilde Ierse roos, behept met het romantische idee een straatarme dichter te trouwen,’ zei Caitlin Thomas, geboren McNamara, ooit van zichzelf. Caitlin Thomas die op 31 juli jl. op 81-jarige leeftijd overleed, was de weduwe van de roemruchte Welse dichter Dylan Thomas. Caitlin was een temperamentvolle vrouw met veel talent voor drinken en ruzie maken. In 1937 huwde ze met Dylan Thomas. Van die relatie zegt ze in haar in 1982 verschenen memoires: ‘Wat wij hadden was niet zozeer een liefdesgeschiedenis, dan wel een drankgeschiedenis. Vooral een drankverhaal, omdat we het zonder de drank als eerste hulp nooit zover hadden gebracht. We konden misschien zonder liefde, maar de alcohol konden we niet missen.’
Dylan Thomas overleed in 1953 na een avondje doorzakken in de Newyorkse White Horse Tavern. Na de dood van Dylan, met wie zij drie kinderen had, begon Caitlin een jarenlange relatie met de Siciliaan Giuseppe Fazio, die haar van de drank afhielp.
|
|