Poëziekrant. Jaargang 18
(1994)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermdBuitenlandOctavio Paz
| |
[pagina 11]
| |
‘Nachtmuziek over San Ildefonso’ exploreert een ander facet van de taal: het vermogen om afstand in tijd en ruimte te overbruggen. In de nacht wordt de ruimte die geladen is met tekens actief en wordt het heden opgeheven: ‘Ik sta aan de ingang van een tunnel. Deze zinnen doorboren de tijd.’ Op de wandeling van San Ildefonso naar El Zócalo trekt de geschiedenis voorbij, waar zowel architecturale als ideële constructies een schimmenbestaan leiden. Het politiek engagement uit de jeugdjaren wordt geproblematiseerd in een geschiedenis die dwaling is. De verhouding tussen poëzie, geschiedenis en waarheid komt hier expliciet aan de orde. Tussen daad en beschouwing ligt het gedicht, dat de geschiedenis van zich af kan schudden en de waarheid kan tonen door de ogen van het woord. ‘Poëzie, hangbrug tussen geschiedenis en waarheid.’ Ook daar wordt de synthese gevormd door de liefde, het vermogen in een ander te treden en toch zichzelf te blijven. De vrouw in dat gedicht overstijgt de geschiedenis, ze is het blijvende ogenblik, het eeuwig herbeginnen. In die beweging eindigt het gedicht: ‘Vrouw, nachtelijke bron. Ik vertrouw me toe aan haar gestadig stromen.’ ‘Netschrift’ is niet zozeer een graven in de geschiedenis - het collectieve verleden - en het innemen van een positie daartegenover, maar een zoeken naar de wortels van het ik en het dichterschap. Het innerlijke en het uiterlijke universum zijn voortdurend verbonden door de brug ‘gespannen tussen een letter en de volgende’. Via ogenschijnlijk onschuldige metaforen krijgen anekdotes uit de kindertijd een mythologische dimensie. Het huis van Paz is in de eerste plaats een huis van woorden, een patio van namen. Hij leert uit boeken en uit lichamen, die beiden chronologie en rationele verschillen kunnen opheffen. Ook uit de omgang met de ‘zwijgzame volwassenen met hun vreselijke kinderstreken’ van zijn familie. De dingen praten met elkaar, de wereld praat met zichzelf over hem, en die boodschappen leert hij verstaan. In de wereld ontdekt hij zijn plaats, ontdekt hij de dood. En toch:
Er is een derde toestand:
zijn zonder zijn, lege volheid,
uur zonder uren, en andere namen
waaronder in samenlopen van taal
niet de aanwezigheid, het voorgevoel ervan
zich vertoont en vervluchtigt.
Het lyrische ik is zich bewust van de broosheid van de bouwels die het kan maken in de taal. Toch is dat zijn rol: ‘Ik ben de schaduw die mijn woorden afwerpen.’ De gedichten uit Boominwaarts zijn lichter van toon: het zijn bespiegelingen naar aanleiding van een strandscène - ‘Kwartet’ - of liefdesgedichten. Ook daar is veel meer aan de hand voor wie die teksten doorheen de meer beschouwende lange gedichten leest. Begrippen als ‘tijd’, ‘schim’, ‘spiegel’ roepen onvermijdelijk het perspectief van het grotere werk op. Octavio Paz' oeuvre is een uitdeinende wereld, die fragiele, wisselende verbanden legt tussen de dingen die er worden in opgenomen: een ‘patio van woorden’ want ‘de wereld zien is hem spellen’. Ook al is ‘tijd zijn de veroordeling en de geschiedenis onze straf’, toch kan de waarheid die onder de geschiedenis ligt, bereikt worden via de liefde en de taal, die gelijkheid en verschil kunnen bevestigen en ontkennen. Dat is tegen de achtergrond van onze tijdsgeest een hoopvolle boodschap. Paz wil begrepen worden en maakt dat door zijn duidelijke, zij het dichte schriftuur mogelijk. Bij elke lectuur kan de lezer ook zijn eigen achtergrond betrekken en zo die dichterlijke wereld meer samenhang verlenen. Wie Paz op zijn pelgrimstocht vergezelt, komt verrijkt terug. |
|