Zie hoe eenvoudig
Poëzie als gebruiksaanwijzing. Het klinkt vreemd en als je de gedichten leest, is het ook wel even wennen. Want wie zich verwachtte aan spelrijmpjes, strijd- of protestliederen, toch ook op daden gerichte poëtische vormen, vindt hier toch wel iets helemaal anders. De bundel bestaat uit korte tekstjes met een expliciet appelerend karakter. Elk vers is een oproep, eigenlijk een oproep om de werkelijkheid poëtisch te benaderen. Dat is hier dan een benadering met durf, originaliteit en voldoende openheid om anders te zien, iets anders te doen dan wat er van je verwacht wordt. Alles wordt telkens met een grote vanzelfsprekendheid gepresenteerd. Zie hoe eenvoudig! Maar dat is bedrieglijk natuurlijk. Gooi een fles met een liefdesbrief in de glasbak en wacht op een wonder. Denk aan je nooit geboren broertjes en zusjes, zoen de stoel en aai de ijskast, schrijf iets onleesbaars, telefoneer naar onbekende nummers, neem alle tijd van de wereld, maak een diepe buiging voor de tijd, verdwijn op een dag....
Het bevreemdende, soms nonsensicale van deze oproepen wordt op een even eigenzinnige als speelse manier door Joep Bertrams in tekeningen uitgedrukt. Stuk voor stuk voegen ze een aparte, gedurfde interpretatie aan de gedichten toe en nemen ze aldus deel aan het scheppingsproces. Om de doe-functie in zijn teksten te realiseren, trekt Jos van Hest heel wat retorische registers open. Het meest opvallend zijn de imperatieven die in elk vers terugkomen. Maar ook herhalingen - vooral dan anaforen -, retorische vragen en contrastieve slotregels zijn bouwstenen voor deze gedichten. Het is alleszins een merkwaardig en origineel geheel. En toch laat het me onbevredigd. Het lijkt wel alsof de auteur de eigenlijke poëzie rakelings voorbijscheert. Hij roept op tot het poëtische, maar roept zelf zelden poëzie op. (Jan Van Coillie)
Jos van Hest, Zie hoe eenvoudig, Holland, Haarlem, 1990, 32 p., fl. 9,90; 198 fr.