| |
| |
| |
Kort genoteerd
350 Bladzijden liefde
Liefde is, zoals iedereen weet, een onuitputtelijk onderwerp en er werden dan ook bibliotheken over volgeschreven. Dr. J.V. Meininger - ex-huisarts en wetenschapper van het Instituut voor Sociale Geneeskunde (Utrecht) - voelde zich geroepen een bijdrage te leveren en pleegde een vertoog over de liefde. Het werd een 350 bladzijden lange beschouwing met voorbeelden uit de literatuur en de geschiedenis. Ondanks het onderwerp werd het een vrij saaie bedoening. De auteur hanteert een stroeve, weinig inventieve schrijfstijl al gaat hij wel uitputtend te werk. Liefde en mythe, erotiek, religie, ziekte enzovoort, het passeert allemaal de revue zij het dat de conclusies niet altijd even zinnig zijn en er vaak dubieuze interpretaties uit de mouw geschud worden. De waarde van Vertoog over de liefde zit vooral in het monnikenwerk van Dr. J.V. Meininger. Hij is ongetwijfeld een zeer belezen man en het vertoog neemt het karakter aan van een bloemlezing uit de liefdesliteratuur. In die zin is het een nuttig naslagwerk, helaas blijft het kurkdroge lectuur. (C.D.)
J.V. Meininger, Vertoog over de liefde, Aula Paperback 152, Het Spectrum, Utrecht, 350 p., fl. 39,90; 798 fr.
| |
Zijsprongen
In 1987 startte dichtercriticus Rein Bloem een wekelijkse poëzie-column in het weekblad De Groene Amsterdammer. Daarvoor gebruikte hij steeds dezelfde formule: als uitgangspunt een titel of beginregel van een gedicht gevolgd door een uitwerking vol zijsprongen, kronkels en associaties. Kritiek en tekstinterpretatie gaan daarbij hand in hand, overgoten met de dichterlijke verbeelding van Rein Bloem. 52 van die eigenzinnige, vaak originele stukjes werden nu gebundeld in Zulke scheuten, zulke tronk.
De ongewone invalshoek van waaruit Bloem poëzie belicht levert aangename verrassingen op. De columns zijn weliswaar niet allemaal even toegankelijk maar tonen aan dat poëzie op duizend en een manieren kan benaderd worden. Zulke scheuten, zulke tronk is daarenboven een mooie, rijkelijk geïllustreerde uitgave geworden. (C.D.)
Rein Bloem, Zulke scheuten, zulke tronk (52 sprongen in poëzie), Querido, Amsterdam, 1989, 115 p., fl. 34, 50; 690 fr.
| |
Nederland, Vlaanderen en Italie
In 1992 vallen de grenzen weg, wordt de Europese Gemeenschap een feit en zullen volkeren met vreugdetranen in de ogen elkaar in de armen vallen. Nu ja, zo'n vaart zal het wellicht niet lopen, daarvoor zijn de onderlinge verschillen en de wederzijdse onwetendheid nog te groot. Er ligt nog een berg werk voor de boeg, ook wat de poëzie betreft.
13 dichters uit de lage landen / 13 poeti dei paesi bassi is in die optiek een bescheiden, niet onverdienstelijke bijdrage.
De tweetalige - Nederlands/ Italiaans - bloemlezing wil de in Italië ‘welhaast totale en soms zelfvoldane onwetendheid ten aanzien van de Voor de bloemlezing werden 13 moderne dichters gekozen: H.C. ten Berge, Henk Bernlef, Remco Campert, Hugo Claus, Hans Faverey, Eva Gerlach, Stefan Hertmans, Rutger Kopland, Gerrit Kouwenaar, Cees Nooteboom, Willem M. Roggeman, Willem van Toorn en Eddy van Vliet: voorwaar een select gezelschap. (C.D.)
H.C. Ten Berge, Henk Bernlef, Remco Campert e.a., 13 poeti dei paesi bassi / 13 dichters uit de lage landen, Alba, Amsterdam, 1989, 141 p., fl. 25,25; 550 fr.
| |
Wetenschap en Onzin
Als er ooit een prijs uitgeloofd wordt voor de ‘lelijkste poëzieuitgaven’ dan zal de Leuvense Schrijversaktie de grootste kanshebber zijn. Met de regelmaat van een klok worden bundels uitgegeven die stuk voor stuk opvallen door hun lelijke vormgeving alsof er gehoopt wordt dat toch niemand het in zijn of haar hoofd zou halen ze te kopen. Inhoudelijk valt het nochtans best mee. Poëzie en Wetenschap is de neerslag van het elfde Europees Poëziefestival dat jaarlijks in Leuven georganiseerd wordt. 24 dichters leverden verzen die cirkelen rond de relatie poëzie en wetenschap. Psychiater Kopland, Ingenieur Ernesto De Melo e Castro, immunoloog Miroslav Holub, zoöloog Leo Vroman en vele anderen werkten mee. Vanzelfsprekend ontbreken Annie Reniers, Eugène Van Itterbeek en Erik Van Ruysbeek niet, tenslotte zijn zij niet voor niks de huisdichters van de Leuvense Schrijversaktie. Erik Van Ruysbeek publiceerde bij dezelfde uitgever Wegen naar ongrond, een bundel essays over de intuïtieve ervaring van de mystieke werkelijkheid. (C.D.)
Dannie Abse, Homero Aridjis, Giuseppi Bonaviri, e.a., Poëzie en Wetenschap, (Europese reeks Leuvense Cahiers nr. 91), Leuvense Schrijversaktie, Leuven, 1989, 176 p., fl. 30; 600 fr. |
|
Erik Van Ruysbeek, Wegen naar de ongrond, Leuvense Schrijversaktie, Leuven, 1989, 159 p., fl. 30; 600 fr. |
| |
Wannes in landschap
Wie in Wannes Van de Velde enkel een Antwerps volkszanger herkent doet de man onrecht aan, hij is namelijk veel meer dan dat. Een talentrijk flamencogitarist bijvoorbeeld die onlangs meewerkte aan ‘Een ontmoeting in New York’, de theaterproduktie van Karel Vingerhoets, gebaseerd op de poëzie van Federico Garcia Lorca. En nu is er ook een dichtbundel. Eigenlijk komt Man in landschap niet onverwacht, Wannes Van de Velde is al een leven lang dichter. Een die de volksmuziek als medium gebruikte en daarmee zeldzaam hoge toppen scheerde. Voortgestuwd door een aangeboren anarchisme bleef Wannes Van de Velde steeds zijn eigenste, originele zelf. De bundel Man in Landschap legt daarvan nu ook een geschreven getuigenis af. Vier van de negen cycli hebben het over de thema's die Wannes’ leven beheersen: zang, land, reis en stad. Twee cycli horen bij grafisch werk van de kunstenaars Frank Mahieu en Fred Bervoets en er wordt afgesloten met de reeksen '6 gedichten omtrent F.’, ‘Gilgamesj’ en ‘Een moegelopen hond in sneeuw’. Over de hele bundel hangt een sluier van zachte ergernis, een afkeer van oppervlakkigheid en voze middelmaat die soms scherp verwoord wordt zoals in de Latemgedichten. Wannes’ expressionistische stijl roept herinneringen op aan Permeke, soms lijkt Breughel om de hoek goedkeurend toe te kijken. Grootse poëzie is het niet maar Man in Landschap ademt wel een compromisloze eerlijkheid uit. Het is een geschreven weergave van de eelt op de ziel van een tedere anarchist of zoals de dichter het in de slotcyclus met een mooie metafoor uitdrukt het relaas van een moegelopen hond verdwaald in de sneeuw. Man in Landschap verdient gelezen te
worden. (C.D.)
Wannes van de Velde, Man in Landschap, Nioba, Antwerpen, 1989, 76 p., fl. 19,90; 395 fr.
| |
| |
| |
Essays van Bertus Aafjes
De verzameling essayistisch werk van Bertus Aafjes die onlangs als zestiende deel in de reeks De Prom Bibliofiel verschenen is, bevat vooral reeds vroeger in tijdschriften of kranten gepubliceerde kronieken en herinneringen an onder meer Achterberg, Bloem, Vasalis, Hoornik, Gilliams, Slauerhoff en Roland Holst, maar ook twee herdrukken van interessant en bekend gebleven essays. De in de titel genoemde beschouwing over de dichter Gerrit Achterberg, De dichter van de sarcophaag, en het essay Kleine katechismus der poëzie, beide clandestien uitgegeven in 1943, resp. 1944, vormen duidelijk het hoogtepunt van Aafjes' essayistisch werk. De kronieken klinken wat pathetisch en doen oubollig overdadig aan qua taal en stijl, maar vooral de Kleine katechismus der poëzie heeft niets van z'n waarde ingeboet. Verplichte lectuur voor al wie meent door de poëziemuze te zijn aangeroerd! (F.D.)
Bertus Aafjes, De dichter van de sarcophaag en andere opstellen, De Prom, Baarn, 1989, 111 p., fl. 24,90; 498 fr.
| |
Dagboeken-boek
Van Hans Warren, schrijver van onder meer het succesrijke Geheim Dagboek, verscheen onder de titel Binnenste Buiten een bewerkte uitgave van eerder in het weekblad De Tijd opgenomen stukjes over dagboeken. In korte schetsen van een tweetal bladzijden komen chronologisch een vijfenzestig dagboeken aan bod van bekende en onbekende, binnen- en buitenlandse, historische en hedendaagse figuren. Warren weet er doorgaans tekenende details uit te lichten en zo de lezer warm te maken voor figuren als Boswell, koningin Victoria, Wagner of Léautaud, maar ook - en vooral - voor de petite histoire. Naarmate hij echter moderne(re), hedendaagse dagboeken gaat voorstellen in zijn bundeling, weer klinkt in het commentaar vaak een zeurderig, soms ietwat pronkerig ondertoontje. Wat hij zelf de ‘hausse’ in de Vlaamse dagboekliteratuur noemt bijvoorbeeld (met Robberechts, Boenders en Mijlemans), moet het met anderhalve bladzijde stellen. Van dagboeken van tijdgenoten weet Warren kortom opvallend weinig goeds te vertellen. (F.D.)
Hans Warren, Binnenste Buiten. Hans Warren over dagboeken., Bert Bakker, Amsterdam, 1989, 139 p., fl. 19,90; 398 fr.
| |
Literatuur in meervoud
Een liber amicorum is er door zijn heterogeniteit aan onderwerpen, zijn specialistische inslag en zijn omvang meestal toe gedoemd voer voor academici te blijven. De Achtervolging Voort gezet, een lijvige kanjer met meer dan twintig bijdragen, zal allicht hetzelfde lot beschoren zijn. Over drie hoofdrubrieken worden diverse artikelen gespreid: ‘het literaire leven’ (over cultuurhistorische aspecten van literatuur), ‘de tekst en zijn donortekst’ (over intertekstualiteit) en ‘stromingen’ (over romantiek, symbolisme en postmodernisme). De diepgaande, rijkelijk geannoteerde bijdragen omhelzen de achttiende eeuw (artikelen over J. Van Lennep, Wolff en Deken en literatuur-geschiedenissen van die eeuw), de negentiende eeuw (het specialisatiegebied van de emerita; bijdragen over H. Gorter en de uitgeverswereld) en de twintigste eeuw (over o.a. Vestdijk, Nescio, Leopold, Van het Reve en Lucebert). De laatste groep vormt voldoende tegenwicht en ook het postmodernisme is weer van de partij, maar dat alles zal allicht niet beletten dat het boek eerder zijn weg vindt naar universiteitsbibliotheken dan huiskamers. (F.D.)
W.F.G. Breekveldt, J.D.F. Van Halsema (e.a.) (red.), De Achtervolging Voortgezet. Opstellen over moderne letterkunde aangeboden aan Prof. Dr. Margaretha H. Schenkeveld, Bert Bakker, Amsterdam, 1989, 418 p., fl. 59,50; 1190 fr.
| |
| |
| |
Signalement
Hans Andreus, Schilderkunst, Holland, Haarlem, 1989. |
Anton Burgdorffer, Herman Maarsingh, Albert Megens, Han Messie, Herbert Mouwen en Voor heuvel, Naar Morgen 64, Opwenteling, Eindhoven, 1989. |
René Coomans, Ubbo-Derk Hakholt, Alma Moens en Henri Thijs, Onder Zomergave Huid, 't Prieeltje, Diest, 1989. |
Herman Pieter De Boer, Gekleurde gedichten, Amber, Amsterdam, 1989. |
Job Degenaar, 't vlak ligt klaar, Opwenteling, Eindhoven, 1989. |
Fil De Ridder, Gebeurlijk gedroomd, Sursum, Leuven, 1989. |
Hans Dorrestijn, De kunst van het lijden, Bert Bakker, Amsterdam, 1989. |
Frieda Groffy en Abdellah Rhouli, Marokkaans-Vlaamse Poëzie, Café Oriental, Epo, Antwerpen, 1989. |
Toon Hermans, Ontbijten met jou, Op blote voeten, Dan heb je geluk, De Fontein, Baarn, 1989. |
Liemers trio (Rien van den Heuvel, Robert Joseph en Humphrey Ottenhof, Drie Dichters, Stichting Kunstprijs Oost-Gelderland, uitgave H.J. Steenbergen Stichting in samenwerking met het Starring Instituut, Doetinchem, |
1989. |
Peter Nieuwendijk, De Hoogste Tijd, eigen beheer, Hillegom, 1989. |
Toon Tellegem, In N. en andere gedichten, Querido, Amsterdam, 1989. |
Gaby van den Berghe (samenst.), Hoofdkussenboekje voor verliefden, Lannoo, Tielt, 1990. |
René van der Hoofd, Mark Meekers, Pytsje Douma, Ina Stabergh en anderen, Geheime Gedichten, keuze uit de gedichten ingezonden voor de Gorcumse Literatuurprijs 1989 van de Stichting Literaire Workshop, Katervoorde, Gorinchem, 1989. Bauwke Zijlstra, Vrij als een vlinder, Kairos, Soest, 1989. |
|
|