Klassiek
Wegwijs in de antieke literatuur
Het overzicht van de Griekse en Latijnse literatuur dat Bartelink in 1964 voor het eerst publiceerde, is steeds een betrouwbaar en veelgevraagd naslagwerk gebleven voor classici en niet-classici. De zesde druk, een handzame en meer leesbare paperback, is een ‘herziene’ druk maar de spaarzame retouches beperken zich tot een typografisch klaardere structuur, een aantal onbeduidende tekstcorrecties en een reeks bibliografische aanvullingen.
PATRICK LATEUR
Deze literatuurgeschiedenis blijft klassiek in alle betekenissen van het woord. Moderne literair-theoretische inzichten worden niet verwerkt en ook de indeling is traditioneel. Voor de Griekse letterkunde, waarin de genres na elkaar tot bloei kwamen tot in de vierde eeuw, werd een indeling naar genres gemaakt. Vanaf de hellenistische periode wordt een chronologische indeling gevolgd en dit geldt ook voor het geheel van de Latijnse literatuur. Binnen elke periode worden de genres afzonderlijk behandeld. Wie een overzicht van de antieke poëzie verlangt, kan op die manier vrij gemakkelijk een totaalbeeld bijeenlezen. De inhoudelijke overzichten van belangrijke werken en de registers van auteursnamen, titels en zaaknamen geven een eerste oriëntatie voor wie het nachleben van antieke motieven en thema's in de moderne letterkunde wil nagaan. Voor wiie niet vertrouwd is met de klassieke letterkunde kan het wel enige verwondering wekken wat men onder klassieke literatuur zoal verstaat. Zowat alles wat in ‘boekvorm’ werd uitgegeven, werd beschouwd als ‘literatuur’. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat de wetenschappen nog niet sterk gedifferentieerd waren maar ook een vooral met de vaststelling dat de antieken een grote zorg besteedden aan de vorm van alle teksten waarin de werkelijkheid op een of andere wijze werd benaderd. De moderne lezer zal geen moeite hebben om een filosoof als Plato of een historicus als Tacitus in de literatuur onder te brengen. Maar de leek moet wel even wennen aan de idee dat wiskundige teksten van Euclides en medische werken van Galenus tot de Griekse letterkunde behoren of dat de Latijnse literatuur niet kan voorbijgaan aan de grote juristen uit de tweede en derde eeuw of aan
Vitruvius’ De architectura uit de augusteïsche periode. Literatuur en leven vormden in de oudheid een eenheid. Ook voor de poëzie heeft dit gevolgen. Voor Grieken en Romeinen betekent poëzie alles wat in versvorm geschreven was. Men kan dit geredelijk aannemen voor verzen waarin zelfs militaire (Tyrtaeus), politieke (Solon) en filosofische (Xenophanes) beschouwingen worden gegeven. Die teksten worden gedragen door een persoonlijke visie en getuigen van een lyrische bewogenheid. Moeilijker zal men het hebben met bvb. het astronomisch leerboek van Aratus (3de eeuw v.Chr.). Toch blijven antieke schrijvers vaak vasthouden aan het (populaire) genre om hun ideeëngoed te verwoorden in versvorm. De rerum natura van de filosoof Lucretius (1ste eeuw v.Chr.) getuigt overigens van een rijke beeldentaal en bevat tal van poëtische uitweidingen.
Dit standaardwerk van Bartelink heeft bij deze mooie heruitgave wel één kans gemist. De indrukwekkende bibliografie, met verwijzingen naar tekstuitgaven en commentaren, geeft slechts een aantal vertalingen aan van grote namen (o.m. Homerus, Plato en Vergilius - alhoewel bij deze laatste de volledige vertaling door Van Wilderode onvermeld blijft). Aangezien de doelgroep van deze editie zeker ruimer is dan de classici, ware het wenselijk geweest een selectieve bibliografie van antieke auteurs in vertaling op te nemen. Een niet ophoudende stroom van vertalingen wijst op een toenemende belangstelling voor antieke werken die de meesten niet meer in de oorspronkelijke taal aankunnen. Recente vertalingen van o.m. Sappho, Xenophanes, Catullus en Horatius - om bij de poëzie te blijven - hebben de klassieke bibliotheek verrijkt. Een wegwijzer naar vertalingen van het beste dat de oudheid ons heeft nagelaten, is voor de leek in het vak geen overbodige luxe.
G.J.M. BARTELINK, Klassieke letterkunde, Het Spectrum, Utrecht 1989 (6de herziene druk), 346 p., fl. 39,90; 798 fr.