Kort genoteerd
Een fri(e)s geluid?
Je kan het tegenwoordig zo gek niet bedenken of ze publiceren er een boekje over. Neem nu bijvoorbeeld Gysbert Japicx, Gedichten, keuze uit zijn poëzie met vertalingen en commentaar door D.A. Tamminga, verschenen bij Ambo i.s.m. de Fryske Akademy. Volgens mijn povere gegevens was Japicx (1603-1666) de schepper van de Friese cultuurtaal en grondlegger van de Friese literatuur. Zijn werk zou gekenmerkt worden door een rijke metrische verscheidenheid en een uitzonderlijke gevoeligheid voor klankkleur. Volgens de vertaler van Japicx’ werk D.A. Tamminga staat Japicx in het landschap van de Friese literatuur ‘als een indrukwekkende bergtop’. ‘Zijn werk is het waard om niet enkel door zijn taalgenoten te worden gekend’, aldus Tamminga.
Jammer genoeg kan ik dit niet beamen. Dit boek waarin zowel de Friese verzen als de Nederlandse vertalingen ervan zijn opgenomen, is voor de hedendaagse poëzielezer niet meer dan een curiosum. Slechts voor boekenwurmen, docenten en professoren die geilen op 17de eeuwse poëzie is dit boek wél een aanrader.
Vooral de alomtegenwoordige ‘Heer en Meester’ in Japicx’ verzen komt nu erg gedateerd over. Maar toch möeten we hem twee pluspunten geven:
1. naar de normen van zijn tijd te oordelen, waren zijn Bortlycke Mingeldeuntjes (Speelse mengelingen) vrij gewaagd... Lees bijv.: ‘Eén vonkje uit uw vuur'ge blik / Maakt dat ik naar u stuur. / Ja, in uw minnegloed vlieg ik / Als 't muge in kaarsvlamvuur’...
2. Japicx had lef. Door het Fries als dichterlijke taal te gebruiken, verwijderde hij zich van de schrijftradities van zijn omgeving die op het Nederduits waren gericht. Als schrijftaal was het Fries na 1500 in diskrediet geraakt. Men was immers van mening dat deze ‘tot louter boerse tongval teruggedrongen taal’ ongeschikt was voor kunstuitingen. Door zijn literair werk heeft Japicx deze mening trachtten te weerleggen. En alleen al daarom is het de moeite waard om hem niet te vergeten. Al raad ik niemand meer aan om net zoals Japicx te gaan schrijven... (H.V.E.)
Gysbert JAPICX, Gedichten, keuze uit zijn poëzie met vertalingen en commentaar doorD.A. Tamminga, Ambo, Baarn & Fryske Akademy, Leeuwarden, 1989, 147 p., fl. 29,50; 590 fr.