Sprekende Figuren op Poetry 1979
Hieronder Hans Tentije, laureaat van de Van der Hoogtprijs 1979 voor zijn bundel Wat ze zei. (1978, Uitg. De Harmonie - Zie de kroniek) Hans Tentije was een van de 4 Nederlandse dichters die door Remco Campert waren gevraagd de Poetry Nationalavond mee te helpen vullen. Naast Hans Tentije waren ook Hans Verhagen, Hans Faverey en het Rotterdam enfant terrible Hans, sorry, Jules Deelder van de partij. Campert lichtte zijn klavertje vier als volgt toe: ‘Dat is iets wat ik moeilijk kan beredeneren, zoals ik mijn hele leven weinig heb kunnen beredeneren. (-) Ik heb het gevoel dat deze dichters op dezelfde manier met poëzie leven als ik het doe en dat is een heel intense manier, ‘Waarom zegt Campert nu niet op dezelfde bescheiden-teruggetrokken toon dat het gewoon vier vrienden van hem zijn die toevallig ook goede dichters zijn?
Teen op de slotavond van Poetry, de halve redaktie van Poëziekrant ingetogen, uitbundig, meesmuilend... de pleiade van 18 dichters onderging, vielen onze ogen op ene Theo Wieringa. Deze Nederlandse dichter legde elk optreden vast. Niet op de gevoelige plaat, maar met een zeer trefzekere schetshand. Enkele resultaten van zijn sneltekenen kunt u hierbij bekijken.
Links de Roemeen Marin Sorescu, ooit door een wellicht dronken analfabeet de Buddingh' van de Balkan genoemd, Niet erg vlei end voor de Roemeen die met absurde en fantastische gedichten de lachers op zijn hand kreeg, Maar elk gedicht heeft onder zijn humoristische bovenlaag tevens een tragische ondertoon en dat maakt Sorescu nu precies tot een groot dichter
Rechts de Oostenrijkse kosmopoliet en polyglot H.C. Artmann Een indrukwekkend dichter al was het maar om de onvergetelijke wijze waarop hij zijn poëzie ten gehore brengt. Met Artmann zijn spektakel en poëzie gewaarborgd.
Onderaan Rein Bloem, zowat Nederlands vermaardste dichter-kritikus, maar wat betekent dat? Hij begeleidde het vertaalprojekt en leidde het tevens bij het publiek in. Op de slotavond las hij wat eigen poëzie voor.
Helemaal onderaan staat de Vijftiger Gerrit Kouwernaar. Waarmee we niks willen gezegd hebben. Integendeel, Hem viel, tnisschien zelfs terecht, de grote eer te beurt on. als eerste Nederlandse dichter 3 zijner gedichten vertaald te krijgen in 12 talen via het jaarlijkse vertaalprojekt. Zie hiervoor biz. 1.
En hieronder is-ie dan, Remco Campert, die zaterdagnamiddag officieel de P.C. Hooftprijs van 1976 kreeg in het stadhuis van Rotterdam. Na o.m. een speech van Joop den Uyl kregen de genodigden nog een schitterende persiflage op de literatuurwetenschappers te zien van het voltallige simplistische verbond, Kees van Kooten en Wim de Bie. Exquis.
Eh Paul Snoek was er ook. Hij gaf weer een staaltje weg van het door Poëziekrant met de term literaire collaboratie bedachte fenomeen, door zijn lezing te starten met: ‘Ik ben Belg maar dat is nog geen reden om trots te zijn. ‘En het bekakte Nederlandse publiek vond het weer o zo origineel grappig en reuzeleuk! (zucht)