Wie is er nu eigenlijk debiel
Stefan Nieuwenhuis (1972) publiceert eind oktober zijn debuutroman Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed bij uitgeverij Passage. In dit nummer een voorpublicatie en een kort interview met de schrijver.
Zoals de titel al doet vermoeden, voert humor de boventoon in Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed. Net als in het onregelmatig verschijnend tijdschrift Van Speijk dat geheel door Nieuwenhuis gemaakt wordt, beschrijft hij in zijn eerste roman, meestal op hilarische toon, de kneuterigheid van het dagelijks leven. ‘Waar ik over schrijf zijn gewone mensen met hun gewone dingen, zoals campinggasten die naar voorbijgangers zwaaien, buren met een rijtje houten eendjes in de vensterbank, mannen die op zaterdagochtend fluiten bij het pupillenvoetbal, dat soort dingen. In Van Speijk doe ik dat in de vorm van nieuwsberichten, verhaaltjes, ingezonden brieven en dergelijke. Over bingo, frituren op vakantie, de zondag-school, knutselen met tamme kastanjes. Daar schrijf ik het liefst over. David, de hoofdpersoon in de roman, heeft ook buren met maniertjes, collega's en dergelijke. Het enige verschil is dat David overal een hekel aan heeft, terwijl ik er in Van Speijk mild de spot mee drijf. Hij wil alles anders. Hij is wat dat betreft best een eikel. Nieuw voor mij was de verhaallijn en karakterontwikkeling. Daar had ik met Van Speijk nooit echt mee te maken. In die zin is de roman een hoger plan.’
‘Ook is Van Speijk veel korter door de bocht. Ik had bij het schrijven van de roman niet het gevoel dat ik lezers kon opzadelen met willekeurige, uit de lucht gegrepen vingeroefeningen. In het verhaal heb ik het onaangepaste en buiten-wereldse van Van Speijk in een personage gevat, dat acteert in een normale omgeving. David is met die houding hoe dan ook kansloos. Hij is niet te redden want hij neemt niks aan van een ander. Op dat niveau is er niks absurds aan het boek. Ik vind het een moderne schelmenroman. Dat klinkt bovendien veel beter.’