Passionate. Jaargang 12
(2005)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
De showbisnisdroom van... VaanCor Vaandrager, Rotterdams dichter, schrijver en geboren op Zuid in augustus 1935, behoort tot de jazzgeneratie, ‘vogels’ - zo'n mooie, bijna vergeten benaming van jazzfreaks uit de late jaren 50 - die opgroeiden met de Amerikaanse bebop (Charlie Parker, Miles Davis, Charles Mingus) en met Pete Felleman, de eerste discjockey van Nederland. Felleman presenteerde voor de VARA-radio het jazzprogramma Swing & Sweet from Hollywood & 52nd Street, elke vrijdagavond vanaf kwart over tien. Saxofonist/journalist Hans Sleutelaar, pianist, fluitist en journalist Ruud Kuyper, de saxofonisten Toon van Vliet, Herman Schoonderwald en Piet Noordijk, drummer Tony Viola, ze waren vrijwel elk weekend aan het begin van de nacht, als hun schnabbel in het land erop zat, te vinden in nachtclubs als de Habibi, Habanera, l'Ambassadeur of De Wieck, waar uren werd gejamd. In De reus van Rotterdam (1971) kleurt Vaandrager de jazzscene in De Wieck: ‘Westblaak vol geparkeerd. Cinerama slaapt. Nee, Vaan moest in die jaren niks hebben van de om zich heen grijpende revolutie van de rock 'n' roll van Jerry Lee Lewis, Bill Haley en Elvis Presley. Rock, later popmuziek, lang haar? Niet voor hem. Als in de jaren 60 heel Nederland het haar laat groeien en de Britse en Amerikaans beat en underground omarmt, roept Vaandrager tegen Armando, Hans Verhagen en Hans Sleutelaar, met wie hij de kern vormt van de kunstgroep De Nieuwe Stijl: ‘Bakkebaarden!’ Niet laten staan, afscheren! Maar plotseling staat op blz. 256 van De reus van Rotterdam: ‘Defend Procol Harum: “A whiter shade of pale.”’ Verdedig Procol Harum? Doet Vaan schuchter een knieval voor de popmuziek? Jawel, want anders schrijf je niet dat je het opneemt voor Procol Harum. Cors fragment over de Britse band en die klassiek geworden wereldhit uit de zomer van 1967 stamt ongetwijfeld uit een afgeluisterde, snel genoteerde discussie in een café of Cor las 'm in een poptijdschrift. Annexeren, isoleren, combineren! Zo ontstaan proza en poëzie. Vaandragers fascinatie voor ‘A whiter shade of pale’ valt samen met een eigen muziekproject: Sexman. Cor heeft in 1967 een ‘showbisnisdroom’: de wereld te veroveren met Teddy ‘Sexman’ Treurniet, Rotterdamse zanger van Surinaamse afkomst. Ze richten er zelfs officieel een bedrijfje voor op: ISIS Association, International Sound International Stream. Cor schrijft popteksten (‘lieriks’) voor Sexman en kijkt daarbij goed naar de constructie van ‘A whiter shade of pale’, ‘350.000 exx in 10 dagen... 8.000.000 exx in 6 maanden...’ Dat zijn aantallen waar Cor respect voor heeft, dat is een gedicht met potentie. Zou het met Sexman ook..? ‘[...] nie afkerig van poen... schijn leve komfortabel te make...’, noteert hij veelbetekenend in De reus. Maar het wordt niks met Sexman. Treurniet zingt in het geruchtmakende televisieprogramma Hoepla!, waarvan Hans Verhagen een van de makers is, een tekst van Vaandrager en treedt in het land op, maar de ‘showbisnisdroom’ wordt geen werkelijkheid. En Cor Vaandrager? Hij zit in Deelders huis als daar Jimi Hendrix binnenrolt, gaat in 1970 naar het Kralingen Popfestival en valt enkele jaren later voor James Osterburg, alias Iggy Pop, de grootvader van de punk. Cor blijft fan tot zijn dood in maart 1992. Maar dat is een ander verhaal.
Menno Schenke (1950) is sinds 1973 kunstredacteur van het Algemeen Dagblad, heeft Cor Vaandrager twee keer een hand gegeven en schreef diens biografie: Vaan - Het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager (De Bezige Bij) (zie recensie p. 12). A whiter shade of pale
We skipped the light fandango,
turned cartwheels 'cross the floor.
I was feeling kind of sea-sick,
the crowd called out for more.
The room was humming harder,
as the ceiling flew away.
When we called out for another drink,
the waiter brought a tray.
And so it was that later,
as the miller told his tale,
that her face at first just ghostly,
turned a whiter shade of pale.
She said there is no reason,
and the truth is plain to see.
But I wandered through my playing cards,
and would not let her be.
One of sixteen vestal virgins,
who were leaving for the coast.
And although my eyes were open,
they might just as well been closed.
And so it was that later,
as the miller told his tale,
that her face at first just ghostly,
turned a whiter shade of pale.
Tekst: Keith Reid Muziek: Gary Brooker LP/CD: Procol Harum 1967 Repertoire Records |
|