Passionate. Jaargang 12(2005)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Sinds elf uur Wat ervan overbleef? acht peuken en een dwaas gedicht over het stoffig middaglicht en de ontzetting bij de ontdekking van een spatader op het voorhoofd 't is waar, je verdronk bijna in je lach en toch had ik graag het andere willen schrijven een subliem, allerlaatste lied over het voortijdig barsten van de druif of een werkelijk roestvrije vriendschap die bij Prediker als zinloos kaf verstuift ik bedoel zo'n 24-karaatse metafoor die zelfs nog na eeuwen de lezer de schijn van overleven geeft een gedicht, onverwoestbaar zoals de versteende wanhoop in Pompeï maar ja, de biobak staat stinkend aan de stoep de wekker ongeveer op kwart voor zeven Kavafis trekt weer z'n pyjama aan. Nogmaals Cor T. En nogmaals naderen wij in onnozelheid de stad haar muil, ijdelheid en afval en zie Cor T. starend naar de wodka in zijn hand één oog licht gezwollen na een dispuut in een café, zijn zonnebril ligt op de grond Cor T. laat op een zondag, liggend op bed luisterend naar de stem van zijn ex- of ex-vriendin en de verzonnen hartstocht bij de buren Cor T. die zich kleedt in de kleuren van een wereldstad een overhemd zachter dan een kappershand hij glimlacht naar de kaarsvlam in zijn laarzen Cor T. brakend als een veelgeprezen routinier onder hem de afgrond van de zinken spoelbak boven hem de drukknop als smalende kabouterkop vermomd het dode suizen neemt een aanvang Cor T. verveeld ommuurd door het loeien van het vee tot aan zijn uitvaart twijfelend tussen nachtbus en taxi. [pagina 25] [p. 25] D-day Ik heb herdacht vannacht de nog warme leugens in mijn leven hoe het was en worden zou wie ik ontkende in de ander dat ondanks goocheldoos en tapdance allen waren opgehaald behalve Killroy de rechtvaardige nog levend ergens tussen de mensen zo werd het lichter en lichter en steeds gewichtiger klonk Wagner Lieve Weduwe van maan en sterren wat moest U om mij lachen. Brand op zee De dichter is ietwat achterlijk maar wel aardig als hij met fladderende handen een vers celebreert zij denken hij imiteert het licht van een vuurtoren dat naar onze gevoelens tast iets van verdriet of verlangen maar als hij onder applaus struikelend het toneel verlaat rijpt aarzelend hun oordeel zijn woorden waren wrakhout. Henk Houthoff Vorige Volgende